33.405

Wet herziening fiscale behandeling eigen woning



In het Begrotingsakkoord 2013 van VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de fiscale behandeling van inkomsten uit eigen woning. In de kabinetsreactie (EK 33.000, V) op de motie-Kuiper (ChristenUnie) c.s. over een studie naar een toekomstbestendig stelsel van hypotheekrenteaftrek (EK 33.000, F) heeft het kabinet een analyse opgenomen waarin wordt ingegaan op de achtergrond van de thans geldende eigenwoningregeling, de ontwikkeling van de eigenwoningschuld, het budgettaire beslag van de hypotheekrenteaftrek, de marktontwikkelingen en het recente beleid ter zake van de eigen woning. Tevens heeft het kabinet daarbij opgemerkt dat door de maatregelen uit het Begrotingsakkoord 2013 wordt gepoogd burgers zekerheid te bieden om zodoende het herstel van vertrouwen op de woningmarkt te bevorderen.

Door de eurocrisis is het vraagstuk van de noodzaak tot schuldreductie, zowel op macro- (overheidsfinanciën), meso- (financiële instellingen) als microniveau (consumenten), nadrukkelijk op de agenda gekomen: betalings- en restschuldrisico’s kunnen doorwerken naar de financiële stabiliteit van consumenten en ook de overheidsfinanciën kunnen onder druk komen te staan wanneer er een groot beroep gedaan zou worden op de Nationale Hypotheekgarantie.

Dit wetsvoorstel bevat naast de uitwerking van de in het Begrotingsakkoord 2013 gemaakte afspraken ook de in het regeerakkoord 'Bruggen slaan' van VVD en PvdA aangekondigde faciliteit voor restschulden.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK 33.405, A herdruk) is op 20 november 2012 aangenomen door de Tweede Kamer. CDA, ChristenUnie, VVD, D66, GroenLinks, PvdA, PvdD en SP stemden voor.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 december 2012 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. PVV, OSF en 50PLUS stemden tegen. Tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan 2013 c.a. zijn in totaal 9 moties ingediend.

De Eerste Kamer zou op dinsdag 12 februari 2013 met de minister voor Wonen en Rijksdienst en (onder voorbehoud) met de staatssecretaris van Financiën debatteren over de brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst van 25 januari 2013 (EK 33.405, H) over de (uitvoering van de) motie-Essers (CDA) c.s. (EK 33.405, F). Op verzoek van de minister voor Wonen en Rijksdienst van 12 februari 2013 (EK 33.405, I) is het debat van de agenda afgevoerd.


Kerngegevens

ingediend

18 september 2012

titel

Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met de herziening van de fiscale behandeling van de eigen woning (Wet herziening fiscale behandeling eigen woning)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister voor Wonen en Rijksdienst

inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2013, met dien verstande dat artikel VIIa en artikel IX toepassing vinden voordat artikel II van het Belastingplan 2010 en artikel III van het Belastingplan 2011 worden toegepast.
  • 2. 
    Artikel I, onderdeel Ma, werkt terug tot en met 29 oktober 2012, waarbij artikel 3.120a, vierde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 in de periode van 29 oktober tot en met 31 december 2012 als volgt wordt gelezen:
    • 4. 
      Artikel 3.120, zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdlijnen

  • aanpassing van het begrip eigenwoningschuld waardoor voor leningen die op of na 1 januari 2013 zijn aangegaan geldt dat de rente alleen aftrekbaar is als die lening in maximaal 360 maanden ten minste volgens een annuïtair aflossingsschema volledig wordt afgelost;
  • afschaffing van de vrijstelling in box 1 (en daarmee ook in box 3) voor op of na 1 januari 2013 afgesloten kapitaalverzekeringen eigen woning, beleggingsrechten eigen woning en spaarrekeningen eigen woning (respectievelijk de KEW, de BEW en de SEW, in het navolgende worden deze producten, tenzij anders aangegeven, kortheidshalve gezamenlijk aangeduid als KEW), en
  • overgangsrecht op basis waarvan een lening wordt aangemerkt als een ‘bestaande lening’, waarvoor eerbiedigende werking geldt of als een ‘nieuwe lening’, waarvoor de nieuwe regeling voor fiscale behandeling van de eigen woning geldt.

Documenten

35