Dit wetsvoorstel wijzigt de Invorderingswet 1990 als gevolg van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (arrest inzake National Grid Indus) van 29 november 2011 inzake exitheffingen. Het Hof heeft in dit arrest beslist dat bij verplaatsing van de feitelijke leiding van een vennootschap het land van vertrek de verschuldigde belasting mag vaststellen over het voordeel ter zake van de vermogensbestanddelen die in het kader van de verplaatsing overgaan naar het andere land en ter zake daarvan een belastingaanslag mag opleggen. Met andere woorden: op het tijdstip van vertrek kan de hoogte van de belastingschuld met inachtneming van de exitheffing worden vastgesteld en in een belastingaanslag worden vastgelegd. Het Hof heeft daarbij vastgesteld dat ingeval de vermogensbestanddelen na vertrek minder waard worden, deze waardevermindering geen invloed heeft op de verschuldigde belasting. Wel merkt het Hof op dat de vertrekkende belastingschuldige een liquiditeitsnadeel heeft en derhalve de keuze moet worden geboden om direct af te rekenen dan wel af te rekenen op het tijdstip dat het voordeel ter zake van de vermogensbestanddelen wordt gerealiseerd.
Om de belastingschuldige deze keuzemogelijkheid te bieden wordt voorgesteld de Invorderingswet 1990 met terugwerkende kracht tot en met 29 november 2011, zijnde de datum van het arrest inzake National Grid Indus, aan te passen. Vooruitlopend op deze wetswijziging is reeds een beleidsbesluit uitgebracht. Dit beleidsbesluit heeft een beperktere reikwijdte dan de onderhavige wetswijziging omdat het begrip exitheffing in het onderhavige wetsvoorstel niet wordt beperkt tot de eindafrekeningsbepalingen in de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) en de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb 1969) maar tevens de fusie en splitsing omvat. Bovendien bevat de voorgestelde wijziging de mogelijkheid van een betaling in tien termijnen, hetgeen eveneens nog niet in het beleidsbesluit is geregeld. Met de terugwerkende kracht wordt geregeld dat belanghebbenden ook in de periode tussen 29 november 2011 en de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel een beroep op genoemde ruimere faciliteiten kunnen doen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 33.262, A) is op 4 december 2012 aangenomen door de Tweede Kamer. SGP, CDA, ChristenUnie, VVD, 50PLUS, D66, GroenLinks en PvdA stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 7 mei 2013 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. De fractie van de PVV stemde tegen.
ingediend
15 mei 2012titel
Wijziging van de Invorderingswet 1990 (Wet uitstel van betaling exitheffingen)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 29 november 2011.