Het wetsvoorstel legt vast dat het digitale standaardpakket niet kleiner mag zijn dan 30 televisiezenders. Pas boven dit aantal mogen pakketaanbieders zenders spreiden over pluspakketten.
In het standaardpakket zijn de belangrijkste publieke radio- en televisiezenders verplicht opgenomen. Hiermee houden de Nederlandse huishoudens toegang tot een gevarieerd standaardpakket. Voor het overige kunnen de pakketaanbieders zelf de samenstelling van het standaardpakket bepalen. Voor radio geldt, afgezien van de verplichte doorgifte van publieke radiozenders, geen minimum aantal zenders.
Verder worden de lokale programmaraden die nu adviseren over het analoge kabelpakket afgeschaft.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 33.426, A) is op 4 juli 2013 aangenomen door de Tweede Kamer. PVV, SGP, CDA, ChristenUnie, VVD, D66, GroenLinks, PvdA, PvdD en SP stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 november 2013 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
5 oktober 2012titel
Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met de verspreiding van televisie- en radio- programmakanalen door middel van omroepnetwerken en omroepzenders en de vaststelling van de minimale omvang van het standaard pakket televisie- en radioprogrammakanalenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Met uitzondering van artikel II op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
Artikel II treedt in werking met ingang van 1 februari 2017