33.504

Wijziging Wegenverkeerswet 1994 inzake modernisering tenaamstelling van kentekenbewijzen



De belangrijkste wijzigingen betreffen de wijze van tenaamstelling van voertuigen en de invoering van een eendelig kentekenbewijs.

De registratie van voertuigen in het kentekenregister en de afgifte van een kentekenbewijs worden twee onderscheiden rechtsmomenten met zelfstandige gevolgen voor de aanvrager, waarbij de juridische betekenis van het kentekenbewijs afneemt. De inschrijving van voertuigen in het kentekenregister en de tenaamstelling worden niet langer op het postkantoor verricht, maar door daartoe erkende instellingen, die door middel van een open erkenningsysteem worden toegelaten. Het kentekenbewijs wordt op creditcardformaat uitgegeven.

Verder wordt de maximale schorsingstermijn voor kentekenbewijzen gedelegeerd naar lagere regelgeving met het oog op verlenging van die termijn. Ten slotte wordt, niet eerder dan in 2015, de toonplicht van het kentekenbewijs afgeschaft en wordt de mogelijkheid geïntroduceerd om via het internet zelf het voertuig in te schrijven en te naam te stellen. Tenslotte, voor het niet gekeurd zijn van een voertuig voor gebruik op de openbare weg, wordt naast de eigenaar ook de bestuurder aansprakelijk. 

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK 33.504, B) is op 30 mei 2013 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 juni 2013 als hamerstuk afgedaan.


Kerngegevens

ingediend

17 december 2012

titel

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van de wijze van tenaamstelling van kentekenbewijzen en enkele andere wijzigingen van uiteenlopende aard

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister van Infrastructuur en Milieu

inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende onderdelen verschillend kan worden vastgesteld, met uitzondering van de artikelen I, onderdelen A, E, R, BB en DD, en II die in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.


Documenten