Dit wetsvoorstel strekt ertoe wijzigingen aan te brengen in de systematiek die geldt voor het vaststellen van de hoogte van het rentepercentage voor door de Belastingdienst te vergoeden dan wel in rekening te brengen belasting- en invorderingsrente.
In het voorstel wordt een ondergrens voor de rentetarieven die de fiscus in rekening gaat brengen geintroduceerd. Sinds 2013 betaalt iedereen met een belastingschuld al de wettelijke rente voor consumententransacties: 3 procent. In het onderhavige voorstel blijft deze wettelijke rente voor particulieren het uitgangspunt, maar dan met een minimumpercentage van 4 procent. Voor de vennootschapsbelasting wordt voortaan de wettelijke rente voor handelstransacties gehanteerd, met een minimum van 8 procent.
Het voorstel is (TK 33.755, nr. 2) op 19 november 2013 aangenomen door de Tweede Kamer. SGP, ChristenUnie, VVD, 50PLUS, D66, GroenLinks, PvdA en PvdD stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 17 december 2013 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. De fractie van de PVV stemde tegen. Over vijf ingediende moties is ook op 17 december 2013 gestemd.
Voor de Eerste Kamercommissie voor Financiën werd op 26 november 2013 een technische briefing door medewerkers van het ministerie van Financiën gehouden.
Het voorstel werd gezamenlijk behandeld met de wetsvoorstellen 33.752, 33.753 en 33.754.
ingediend
17 september 2013titel
Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting- en invorderingsrente (Wet wijziging percentages belasting- en invorderingsrente)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van 1 januari 2014.
0
Er zijn geen documenten gevonden.