T01858

Toezegging Toezenden rapport Hicklin en Reedy inzake gebruik tien vingerafdrukken vreemdelingen (33.192)



De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Witteveen, toe de brief van 28 oktober 2013 die aan de Tweede Kamer is aangeboden, met als bijlage het rapport van Hicklin en Reedy dat het gebruik van tien vingerafdrukken bij de identificatie van vreemdelingen onderbouwt, aan de Eerste Kamer te doen toekomen voor de stemming over het wetsvoorstel 33192. 


Kerngegevens

Nummer T01858
Status voldaan
Datum toezegging 18 november 2013
Deadline 1 januari 2014
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
Kamerleden prof.dr. W.J. Witteveen (PvdA)
Commissie commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen biometrie
identiteitsfraude
vingerafdrukken
Vreemdelingenwet
Kamerstukken Gebruik biometrie bij identificatie vreemdelingen (33.192)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 8 - blz. 8

De heer Witteveen (PvdA):

Is het, luidt de tweede hoofdvraag, noodzakelijk om over te gaan tot het afnemen van tien vingerafdrukken? Is deze meer belastende ingreep werkelijk technisch superieur aan de afname van twee vingerafdrukken? De informatie daarover in de stukken was voor mijn fractie nog niet voldoende duidelijk. Is het alleen een kwestie van het verkleinen van het risico van een onduidelijke uitslag uit de test met het afnemen van vingerafdrukken? Graag horen wij hier meer over. Als Nederlandse burgers geen vingerafdrukken hoeven af te staan voor een centraal register – ik neem aan dat de praktijk in Groningen niet op een wettelijke grondslag blijkt te berusten – hoe kan dan worden beredeneerd dat dit voor vreemdelingen wel te rechtvaardigen is? Ziet de staatssecretaris daarin geen verboden ongelijke behandeling? De PvdA-fractie wijst erop dat identiteitsfraude ook door Nederlanders kan worden begaan en dat voor hen eveneens de bestuurlijke wens kan gelden centraal opgeslagen gegevens met ketenpartners en derden in binnen- en buitenland te delen. Toch gebeurt dat vooralsnog niet. Waaruit bestaan dan bij deze centrale opslag de relevante verschillen tussen vreemdelingen en ingezetenen? Wat is de noodzaak?

Handelingen I 2013-2014, nr. 8 - blz. 13

Staatssecretaris Teeven:

De tweede vraag van de PvdA-fractie was waarom het noodzakelijk is om tien vingerafdrukken op te slaan. Naar aanleiding van de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Paspoortwet heb ik hierover een brief gestuurd naar de Tweede Kamer. Ik heb daarbij meegestuurd het rapport van Hicklin en Reedy over de implicaties van identiteitsfraude. Dat ging ook over de betrouwbaarheid van de match bij een verificatie met tien vingerafdrukken; die is namelijk groter dan bij een verificatie met minder vingerafdrukken. Ik verwijs naar het rapport. Ik ben overigens zeer bereid om deze brief die ik op 28 oktober 2013 naar de Tweede Kamer heb gestuurd, na deze behandeling ook naar de Eerste Kamer te sturen. [...]

Handelingen I 2013-2014, nr. 8 - blz. 18

Staatssecretaris Teeven:

Ik heb al verwezen naar de brief die ik op 28 oktober naar de Tweede Kamer heb gestuurd. Ik zal de Kamer hiervan een afschrift sturen. Ik heb de Tweede Kamer bij die brief het rapport van Hicklin en Reedy gestuurd, waarin nadrukkelijk wordt gesteld dat het afnemen van meerdere vingerafdrukken de foutmarge verkleint. [...] Ik zal de brief van 28 oktober aan de Tweede Kamer met bijlage aan de senaat doen toekomen voor de stemming over dit wetsvoorstel.

 

Brondocumenten


Historie