Dit wetsvoorstel regelt de implementatie van de EU-Verordening 98/2013 in de Nederlandse regelgeving. Hierdoor wordt een vergunningenstelsel voor precursoren (grondstoffen) voor explosieven ingevoerd. Hiermee wordt de beschikbaarheid van producten die gebruikt worden om zelf explosieven te maken beperkt. Dit voorstel maakt onderdeel uit van het pakket van maatregelen ter bestrijding van jihadisme.
Met dit voorstel wordt het voor terroristen en andere criminelen moeilijker maken om zelf explosieven te maken. Dat gebeurt (1) door de verkoop van bepaalde grondstoffen voor explosieven te beperken door invoering van een vergunningplicht voor particulieren en (2) door in Nederland gevestigde marktdeelnemers te verplichten om verdachte transacties, verdwijningen en diefstallen van deze precursoren voor explosieven en een aantal andere precursoren voor explosieven waarvoor een meldplicht geldt te melden bij de overheid.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK 34.289, A) op 21 april 2016 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 24 mei 2016 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
18 september 2015titel
Regels met betrekking tot het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven (Wet precursoren voor explosieven)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
- staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
3