34.320

Novelle Wet algemeen pensioenfonds



Deze novelle wijzigt het voorstel Wet algemeen pensioenfonds (34.117). De novelle schrapt het tijdens de behandeling van het voorstel Wet algemeen pensioenfonds ingediende en door de Tweede Kamer aangenomen amendement Lodders en Vermeij (TK 34.117, nr. 17) dat de mogelijkheid creëert om bij fusie tussen verplichte bedrijfstakpensioenfondsen voortaan met afgescheiden vermogens te werken (ringfencing). Over dit aangenomen amendement heeft de Raad van State op verzoek van de regering een oordeel (voorlichting) uitgebracht (EK 34.117, C). De Raad van State heeft geconcludeerd dat het toestaan van ringfencing voor bedrijfstakpensioenfondsen grote gevolgen heeft voor het Nederlandse pensioenstelsel. Daarom acht de Raad het passend de vraag of ringfencing voor verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen toegestaan zou moeten worden, te bezien in samenhang met de mogelijke wijzigingen van het stelsel van aanvullende pensioenen naar aanleiding van de bredere pensioendiscussie.

De regering onderschrijft de conclusies van de Raad van State. Met deze novelle beoogt de regering enkel om de mogelijkheid om afgescheiden vermogens aan te houden bij een fusie van verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen uit het voorstel Wet algemeen pensioenfonds te halen. Met deze novelle brengt de regering dat wetsvoorstel op dit punt terug in haar oorspronkelijke staat. De regering is van mening dat er voldoende alternatieven blijven voor verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen om tot schaalvergroting te komen.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (TK 34.320, nr. 2) is op 26 november 2015 aangenomen door de Tweede Kamer. PVV, Groep Bontes/Van Klaveren, CDA, ChristenUnie, SGP, VVD, Klein, Groep Kuzu/Öztürk, Houwers, Van Vliet, 50PLUS, D66, GroenLinks en PvdA stemden voor.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 22 december 2015 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. PvdD en SP stemden tegen.

De tijdens de plenaire behandeling ingediende motie-Oomen-Ruijten (CDA) c.s. over een gelijke BTW-behandeling (EK 34.117 / 34.320, H) is op 22 december 2015 na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen.

De Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft bij brief van 6 juli 2017 (EK 32.043 / 33.972, M) de staatssecretarissen van Financiën en van SZW een aantal aandachtspunten over de problematiek van BTW met betrekking tot pensioenen en pensioenfondsen voorgelegd. Met deze brief treedt de commissie in nader schriftelijk overleg naar aanleiding van de aangenomen motie-Oomen-Ruijten (CDA) c.s. over een gelijke BTW-behandeling (EK 34.117 / 34.320, H), de toezegging 'Btw-behandeling' (T02240), de toezegging 'Btw-behandeling vermogensbeheersdiensten voor pensioenfondsen' (T02400), de brief van de staatssecretaris van Financiën van 19 december 2016 (EK 34.552 c.a., L) over het arrest van de Hoge Raad over de btw-behandeling van vermogensbeheersdiensten voor pensioenfondsen en het verslag van een eerder schriftelijk overleg van 2 maart 2017 (EK 34.552, M) over de BTW-problematiek. Dit onderwerp is ook aan de orde geweest tijdens een mondeling overleg over de gehanteerde Ultimate Forward Rate (UFR) voor verzekeraars en pensioenfondsen en over de toekomst van het pensioenstelsel op 7 maart 2017 (zie voor het verslag van dat mondeling overleg EK 32.043 / 33.972, L).

Het wetsvoorstel werd door de Eerste Kamer gezamenlijk met het oorspronkelijke voorstel Wet algemeen pensioenfonds (34.117) behandeld.


Kerngegevens

ingediend

15 oktober 2015

titel

Wijziging van de Wet algemeen pensioenfonds

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Indien het bij koninklijke boodschap van 18 december 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met de invoering van een algemeen pensioenfonds (Wet algemeen pensioenfonds) (34.117) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel R, van die wet in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking, zo nodig onder toepassing van artikel 12 van de Wet raadgevend referendum.


Documenten

4