Met dit wetsvoorstel wordt de wettelijk verplichte voorrangspositie van vergunninghouders (vreemdelingen die in Nederland een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hebben aangevraagd en als gevolg daarvan een verblijfsvergunning hebben ontvangen) opgeheven.
Dit voorstel heeft als gevolg dat gemeenten zelf kunnen bepalen welke positie vergunninghouders ten opzichte van andere woningzoekenden innemen. Wettelijk waren er drie categorieën woningzoekenden die voorrang moesten hebben:
-
1)vergunninghouders;
-
2)woningzoekenden die verblijven in een voorziening voor tijdelijke opvang van personen die in verband met problemen van relationele aard of geweld hun woonruimte hebben verlaten;
-
3)woningzoekenden die mantelzorg verlenen of ontvangen.
Gemeenten kunnen er na invoering van deze wetswijziging voor kiezen om vergunninghouders als urgente groep te blijven aanwijzen in de gemeentelijke huisvestingsverordening. Kiest de gemeente er voor om vergunninghouders niet op te nemen als urgentiecategorie, dan hebben de groepen die daar wel in zijn opgenomen voorrang op andere woningzoekenden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, nr. 2) is op 27 september 2016 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, Van Vliet, 50PLUS, Klein, Houwers, VVD, SGP, CDA, Groep Bontes/Van Klaveren en PVV stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 13 december 2016 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. GroenLinks, PvdD, SP en D66 stemden tegen.
ingediend
15 april 2016titel
Wijziging van de Huisvestingswet 2014 inzake de huisvesting van vergunninghoudersschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister voor Wonen en Rijksdienst
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
13