Plenair Kox bij voortzetting Algemene politieke beschouwingen



Verslag van de vergadering van 13 oktober 2015 (2015/2016 nr. 4)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 15.31 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kox i (SP):

Voorzitter. Fijn dat de minister-president met zijn team vandaag bij ons is. Dat is een mooi moment om dank je wel te zeggen voor alle inspanningen van de kant van de regering. Aan hard werken heeft het niet ontbroken. De premier — het is al gezegd — zit er morgen trouwens vijf jaar. Dat is best knap in Nederland. Ik feliciteer hem dan ook van harte. Ik ga er blind van uit dat er na afloop vanavond een rondje van de premier wordt geschonken, zodat er in ieder geval sprake is van één soort opbrengst van dit debat. Sommigen, zoals mevrouw Barth, zullen drinken op het eerste lustrum. Anderen zullen denken: vijf jaar is wel mooi geweest. Maar in ieder geval kan het drinken ons verbinden en dat is misschien ook wel nodig, zeker na de vorige spreker.

De minister-president deed het eerst met het CDA en de PVV, maar dat is de PVV inmiddels vergeten, nu met de PvdA en af en toe ook nog met D66, de ChristenUnie, de SGP en GroenLinks. Eenkennig kunnen wij hem dus zeker niet noemen. Mijn partij heeft hij nog niet weten te verleiden, maar hij mag altijd een kans wagen. Negen stemmen in deze Kamer is niet niks. Overigens is mijn partij ook niet eenkennig; we regeren tegenwoordig mee in de helft van de grote steden en in de helft van alle provincies. Met uitzondering van de PVV treffen we zowat alle partijen wel ergens aan in de een of andere coalitie. Voor de duidelijkheid: oppositie voeren doen we nog steeds, en graag, ook hier, als grootste linkse partij. In alle bescheidenheid markeer ik dat maar even, twintig jaar na onze entree in deze Kamer.

De regering legt een begroting voor die niet de onze is. Zo, dat is eruit. Volgens ons kun je met 262 miljard euro namelijk echt veel meer doen dan hetgeen de regering in haar begroting voor 2016 aan ons voorstelt. En je kunt het benodigde geld ook eerlijker bijeenbrengen. Het is een kwestie van kiezen. Nederland kan ook langs sociale weg uit de crisis komen, hoewel die crisis, veroorzaakt door het grote geld, de samenleving blijvend berooft van misschien wel 8% van ons bruto binnenlands product, volgens de Miljoenennota. Dat is een smak geld en dat voelen we nog jaren.

Uiteindelijk komen we echter niet zozeer geld tekort als wel plannen, plannen waarin sociale samenhang, gelijkwaardigheid en duurzaamheid middel en doel zijn in plaats van voortdurend het kind van de rekening. Dat staat ons tegen in deze begroting. Het wenkend perspectief ontbreekt. Het is een futloze begroting. De regering zegt dat het beter gaat, dat ons land "zich aan de crisis heeft ontworsteld". Maar daar merken veel mensen bar weinig van. Dit land is zeker niet socialer geworden sinds VVD en PvdA het met elkaar doen. De werkloosheid is hoger, de duur hardnekkiger, het aantal vaste banen lager, het aantal flexbanen talrijker, de publieke sector kleiner en de inkomens- en vermogensverschillen zijn groter. Een heleboel taken zijn over de heg van de gemeente gegooid, zonder genoeg geld erbij. Veel mensen weten zich bedrogen. Ze zien: liberaal en sociaal op één kussen, daar slaapt toch echt de duivel tussen. En die duivel lijkt nu nog wakker te worden ook, gemeten aan al het gekrakeel tussen wat elkaar in 2012 zo onverwacht innig in de armen vloog. De liefde is weg, alleen de kinderen — beter: de kiezers — houden het paar nog bij elkaar. Bij scheiding dreigen zij immers massaal weg te lopen, en dat is niet fijn.

Dus het kabinet zit er nog en praat vandaag met ons over haar begroting voor 2016. Dat is dit keer best spannend, voor een coalitie die slechts op 21 van de 75 zetels in deze Kamer achter zich weet. Dat is minder dan krap aan. De premier kan sommigen ooit verleiden, maar kan hij velen voortdurend inpalmen? Dat is de vraag voor het komende jaar. Zonder zegen van deze senaat is er geen begroting die doorgaat, zegt onze Grondwet. Of dat anders kan? Wellicht. Op 3 november kan deze Kamer het licht op groen zetten voor een staatscommissie die ons tweekamerstelsel gaat bekijken. Wij zijn voor.

Dat geldt niet voor het tekentafelplan om van het hele Binnenhof één enorme bouwput te maken en de boel hier een jaar of zes, zeven op slot te doen. Daar zijn wij tegen. De Staten-Generaal huizen hier al sinds 1588 en dat hoort zo te blijven.

Nu we vrijdag vieren dat de Staten-Generaal 200 jaar in het Koninkrijk bestaan, herinneren we ons natuurlijk ook dat al in de Republiek de Staten-Generaal ons hoogste staatsorgaan waren. Dit dankzij Johan van Oldenbarnevelt, die dat afdwong voordat hij wat later op het Binnenhof zijn hoofd verloor en ergens in onze kelders begraven werd. Als eerbetoon stellen wij voor dat zijn beeld, dat nu nog ietwat verloren langs de Hofvijver staat, naar het Binnenhof verhuist. Kost niks, zegt veel. Is dat een goed plan, vraag ik aan de minister-president.

Het grootste monument van Nederland hoort wellicht ook bij het Binnenhof, maar past er door zijn omvang zeker niet. En het staat ook prima in het geografisch centrum van Nederland, op de Amersfoortse Berg. Als u het niet precies weet, kunt u naar mevrouw Faber gaan, want zij is ernaast opgegroeid. Het monument herinnert ons aan de dank van onze Belgische buren voor het onderdak dat Nederland in de Eerste Wereldoorlog aan hen bood. Meer dan 1 miljoen Belgen kwam toen bij ons schuilen, terwijl ons land zelf maar 6 miljoen inwoners had, zeg maar een vluchtelingenverhouding zoals die nu bestaat in landen als Libanon en Jordanië. 101 jaar terug werd Nederland écht overstroomd door vluchtelingen, mevrouw Faber. En dat Nederland was onvoorbereid, slecht bij kas en balanceerde op het neutraliteitskoord. Sociale wetgeving, sociale huisvesting, sociale zorg, democratisch toezicht, het moest allemaal nog uitgevonden worden. Verder waren de Vlamingen overwegend rooms-katholiek en was Nederland, in ieder geval in zijn aard, vooral protestants. Dat onze bevolking toen die klus toch wist te klaren, mag ons trots doen zijn op onze grootouders en overgrootouders. Wegkijken was toen geen optie en is dat nu evenmin.

Ik benijd de premier niet en prijs hem voor zijn inzet. Maar je best doen is niet genoeg; we hebben daadkracht en resultaten nodig. Wellicht kan de minister-president zich laten inspireren door Pieter Cort van der Linden, de enige liberaal die hem in zijn ambt voor ging. Die wist in 1914 de vloedgolf aan Belgische liberalen … Ik bedoel Belgische vlúchtelingen — was dat nou een freudiaanse verspreking of was het een grap? — te verwerken en daarna ook nog echte hervormingen door te voeren, van de invoering van het algemeen kiesrecht tot de beëindiging van de schoolstrijd. Ik wil maar zeggen: er zijn liberalen die er echt iets van weten te maken.

Waarom, zo vraag ik de minister-president, zag zijn kabinet, en de Europese Unie als zodanig, de vluchtelingenstroom niet aankomen en trof het geen voorbereidingen, terwijl miljoenen Afghanen, Irakezen en Syriërs toch al jaren over de grenzen van hun land worden gejaagd? Is de regering bereid en in staat nu echt snel met een doordacht plan van aanpak te komen? Na Oranje staat het licht op rood voor ondoordachte en overmaatse opvang. Het argument dat kleine opvanglocaties niet rendabel zijn, is, met respect, kletspraat. Rampen zijn niet rendabel te regelen, hooguit draaglijk. Daarom wil mijn fractie vanaf nu transparante en kleinschalige opvang, zodat buurten, wijken en dorpen zich niet overvallen en overstroomd voelen en nieuwkomers de kans krijgen hier eerder thuis te zijn. En laten we meteen stoppen met sloop en verkoop van huurwoningen en de verhuurderheffing vervangen door een verplichting tot bouwen voor corporaties. Dan komen er echt huizen bij. Mevrouw Barth zal dit zeker met mij eens zijn.

De heer De Graaf i (D66):

Heeft de heer Kox ook bezwaar tegen grootschalige opvang als die opvang met instemming van de betreffende stad en de bevolking gebeurt, zoals in zijn eigen Nijmegen, waar ook de SP aan het bewind is?

De heer Kox (SP):

Ja, dan vind ik het nog steeds geen goed idee.

De heer De Graaf (D66):

Waarom niet?

De heer Kox (SP):

De ervaring heeft geleerd dat grootschalige opvang slecht is voor de integratie, omdat grootschalige opvang moeilijk begrepen wordt door inwoners. Je zult er maar in één keer 500 buren bij krijgen, zoals mijn overburen er 400 nieuwe buren bij krijgen. De kans dat daar misbruik van wordt gemaakt door mensen die gewoon hoe dan ook de tegenstellingen onder het volk willen opkloppen, is ook groot, weten we na de vorige bijdrage. Alles bij elkaar is kleinschalige opvang volgens mijn partij functioneler, beter en kansrijker.

De heer De Graaf (D66):

Dat de heer Kox kleinschalige opvang prefereert, begrijp ik, maar de vraag was of hij meent dat we moeten stoppen met de grootschalige opvang. Dat zou namelijk een groot probleem opleveren.

De heer Kox (SP):

Ik denk dat we vanaf nu kleinschalige opvang moeten gaan organiseren. Heel veel gemeenten geven ook aan dat zij bereid zijn om dat te doen. Zij moeten het uiteindelijk uitvoeren. We moeten dus niet doorgaan met die grootschalige opvang. Wat we nu hebben, kunnen we niet morgen sluiten, maar ik stel voor dat we wat we er nog bij moeten krijgen, gaan organiseren in de vorm van kleinschalige opvang. En nogmaals, het idee, ook van het COA, dat dat niet rendabel is, vind ik echt totaal verkeerd. De term "rendabel" is echt totaal verkeerd in deze discussie. Rampen kun je niet rendabel maken, zoals ik al zei, rampen kun je alleen maar draaglijker maken. Ik zeg dit omdat het argument gebruikt wordt dat zonder grootschalige opvang de opvang te duur wordt. Als je mensen in nood moet helpen, moet je echter niet zeggen: kunnen we het ons allemaal wel veroorloven. Dat is niet goed. Dat is mijn opvatting, mijnheer De Graaf.

Voorzitter. Mijn fractie begrijpt goed dat veel mensen zich ongemakkelijk voelen, zeker degenen die ineens honderden buren uit een ver en vreemd land erbij krijgen en vrezen dat dat ten koste van henzelf zal gaan. Hun leven is er al niet makkelijker op geworden na jarenlang onnodig hard bezuinigen en kortzichtig afbreken van publieke voorzieningen. Zij verdienen dat de regering laat zien ook hun problemen te begrijpen. Is de minister-president het met ons eens dat kiezen voor opvang van vluchtelingen nooit een keus mag worden tegen gerechtvaardigde wensen van de eigen bevolking en dat het dus geen kwestie van of-of is maar van en-en?

Mijn fractie heeft geen begrip voor degenen die zeggen dat een probleem geen probleem is zolang het niet hun probleem is. Die roepen dat er een hek om ons land moet. Die vluchtelingen wegzetten als testosteronbommen met baarden, die onze vrouwen en dochters belagen. Die roeptoeterend wegkijken voor de werkelijkheid. Die het lef hebben om mensen die op de vlucht zijn, aan hun lot over te laten, uit te schelden, te beledigen en te bedreigen. Dat is onthutsend en beschamend. Ik kan mij eigenlijk niet herinneren dat we dit vroeger ooit gedaan hebben in dit land. Natuurlijk, toen er katholieken uit België naar Nederland kwamen, werd er ook wel gescholden, maar volgens mij is het nog nooit op deze manier en met deze intensiteit gebeurd. Ik schaam mij daar in ieder geval plaatsvervangend voor. Deelt de minister-president onze opvatting dat degenen die dat doen eens goed in de spiegel zouden moeten kijken? Zouden zij zich niet moeten afvragen waarom zij zo on-Nederlands veraf geraakt zijn van onze ouders, opa's en oma's, grootouders en overgrootouders? Toen het erop aankwam, konden die wel barmhartig en solidair zijn.

Een doordachte aanpak eist dat we nu doen wat nodig is om degenen die op de vlucht zijn, onderdak te brengen. Dat is een mensenplicht. Als het moet doen we dat bij ons, als het kan dichter bij huis. Maar wie pleit voor "opvang in de regio" — ik kijk daarbij naar mevrouw Faber — zonder daar veel meer geld voor over te hebben, is schijnheilig en pleit feitelijk voor "opsluiten in de regio". Wat mogen we op dit punt van de regering verwachten?

Nu volgt een waarheid als een koe: wie minder vluchtelingen wil, moet minder oorlog voeren. Boven Syrië vliegen bommenwerpers af en aan. Ze zijn afkomstig uit landen met verschillende doelen, letterlijk en figuurlijk. Elke nieuwe bom jaagt nog meer mensen op de vlucht. Wij zeggen: stop met bombarderen. Ga ons geld investeren in opvang, zowel in de regio als bij ons. Help mee de financiers van al die oorlogen aan te pakken en zet alles op diplomatieke oplossingen, zoals een internationale Midden-Oostenconferentie en de erkenning van de Palestijnse staat. Dat zou een bijdrage zijn aan een oplossing voor wat wel "de moeder van alle conflicten" in het Midden-Oosten wordt genoemd. En spoor de Turkse regering aan alle geweld in het land te stoppen, de daders van aanslagen eindelijk te pakken en de komende verkiezingen niet nog verder in gevaar te brengen. Ik denk namelijk dat een nog instabieler Turkije nog meer vluchtelingen op weg naar Europa jaagt.

Vandaag zijn Syrië en Irak de brandhaarden die onze aandacht trekken. Vorig jaar waren we in de ban van de burgeroorlog in Oekraïne en de nieuwe Europese deling die daarvan het gevolg was. Nu lijkt het geweld daar gelukkig te stoppen en telt Minsk II weer. Er komen regionale verkiezingen aan en de noodzakelijke federalisering van het land lijkt in zicht. Het is erg dat het zo uit de hand kon lopen. Gaan we de wederzijdse sancties tussen Europa en Rusland afbouwen, nu de rust in Oekraïne hopelijk terugkeert? Mijn fractie is daarvoor, omdat de sancties contraproductief zijn en de tegenstellingen vergroten. Dat is heel gevaarlijk voor iedereen.

Ondertussen wachten heel veel mensen in ons land op gerechtigheid voor de slachtoffers van MH17. De Onderzoekraad Voor Veiligheid is klaar heeft vandaag haar rapport gepresenteerd. Kan de minister-president zeggen hoe we nu verder gaan?

Ik heb nog een laatste vraag in dit verband. Het associatieverdrag met Oekraïne deed daar begin 2014 de vlam in de pan slaan. Nog los van de uitslag van het komende referendum — hoe gaan we dat trouwens organiseren? — vraag ik de premier of uitstel van dit omstreden verdrag zou kunnen bijdragen aan het dempen van het conflict. Mijn fractie denkt van wel.

Volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling is de ongelijkheid in de wereld slecht voor de economische groei en een duurzame toekomst. En die ongelijkheid is gigantisch. Minder dan 100 mensen bezitten meer dan wat de helft van de wereldbevolking heeft. Wereldwijd geven we steeds meer geld uit aan de bestrijding van welvaartsziekten, terwijl mazelen en cholera in arme landen weer dood en verderf zaaien bij gebrek aan inentingsprogramma's. Cynisch genoeg sterven er momenteel net zo veel mensen aan overvoeding als aan ondervoeding. Bij ons ligt twee derde van alle vermogens in handen van 10% van de bevolking. Dat is samen meer dan 600 miljard. Hoezo noemen we dat een egalitaire samenleving, zeg ik tegen mevrouw Barth. Het Sociaal en Cultureel Planbureau zegt dat bijna een derde van onze bevolking niet kan meekomen en achterblijft. In een van de rijkste landen van de wereld leven 400.000 kinderen in armoede. Hoe krijgen we het zo voor elkaar? Dit is toch allemaal heel raar?

In de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa complimenteerde de secretaris-generaal van de OESO twee weken geleden onze collega Tuur Elzinga voor zijn voorstellen tegen toenemende ongelijkheid en voor een meer evenwichtige verdeling van inkomen, welvaart en welzijn. Vrijwel de hele assemblee steunde zijn opmerkelijke resolutie. Deze Kamer heeft haar al ontvangen. Ik heb een vraag aan de minister-president. Als meer gelijkheid en meer duurzaamheid tot meer groei leiden, waarom zien we de plannen daarvoor dan niet terug in deze begroting? Het botst natuurlijk met de liberale ideologie, maar daar hoeven mensen toch niet de dupe van te worden? Een ideologie die niet werkt, hoort in het museum en niet in het regeringsbeleid. Een historicus zou dat moeten weten.

Wereldwijd ontwijken multinationals jaarlijks voor 250 miljard aan belastingen. Dat is net zoveel als onze hele begroting. Het botst nogal op de bewering in de Miljoenennota dat ons land zich "proactief inzet bij het aanpakken van internationale belastingontwijking". Je moet maar durven, zeg ik ook tegen de minister van Financiën. Deze kolossale diefstal van gemeenschapsgeld — dat is belastingontwijking namelijk — wordt immers mede mogelijk gemaakt door de duizenden brievenbusfirma's in onze hoofdstad, toch? Vandaag konden we in de krant lezen dat er in de afgelopen twee jaar 17% aan firma's bij is gekomen. Ook dat botst een beetje met de bewering in de Miljoenennota.

Mevrouw de voorzitter, de tijdmeter staat al een hele tijd op 7 minuten en 43 seconden. Ik wil de tijd niet te veel sturen, maar volgens mij ben ik al zeker 8 minuten bezig.

De voorzitter:

Ik tel het er wel bij.

De heer Kox (SP):

Mijn tekst zou moeten kloppen met de tijd, maar ik vond het een beetje oneerlijk dat de tijd niet doorliep.

Ik ga verder. Hoe kan het dat rijke mensen in Nederland jaarlijks voor 10 miljard aan belasting kunnen ontduiken, terwijl de regering van gemeenten eist om mantelzorgboetes op te leggen aan mensen die iets voor een ander doen? Dat is toch merkwaardig? De regering zegt dat de koopkracht stijgt, maar ik begrijp toch goed dat dit niet geldt voor mensen zonder baan, mensen met een uitkering, studenten en ouderen, en dat dit nauwelijks geldt voor mensen met lage inkomens? En mensen die veel meer verdienen, gaan er in euro's toch veel meer op vooruit dan lage inkomens en middeninkomens? Aan de kassa bij de Aldi moet je afrekenen in centen en niet in procenten, zeg ik maar even tegen de premier.

De kosten van het aanstaande handels- en investeringsverdrag met Amerika en Canada zijn groot voor de democratie en onze regelvrijheid. De kosten zijn echter ook groot voor de stabiliteit en de duurzaamheid van onze economie, de werkgelegenheid, de lonen en de inkomensverdeling. Wij willen in ieder geval het verdrag lezen en laten doorrekenen. Kan dat? Blind tekenen bij een kruisje doen wij niet. Wie doet dat wel? Zeker is dat de duizenden die zaterdag blijmoedig door Amsterdam liepen dat niet doen. Onze complimenten.

Van klimaatverandering denken sommigen ook dat het uiteindelijk allemaal wel goed komt. Wie weet. Maar als dat niet zo is, zullen wij er door ons nageslacht op worden aangekeken. Waar was je, pappa? Waar was je, mamma? Waar was je, toen we onze fossiele brandstoffen als barbaren opstookten, omdat sommigen er groot geld mee konden verdienen? Waar was je, toen daardoor de temperatuur op aarde onnodig ging oplopen, oogsten gingen mislukken, landen onder water liepen, mensen verdronken en de ongelijkheid in de wereld nog verder groeide? Wegkijken helpt ook hier niet, zeker niet omdat er betaalbare en duurzame oplossingen zijn. Wat wordt de inzet van de regering eind december in Parijs op de VN-Klimaatconferentie? We zijn niet zo groot, maar we kunnen wel het goede voorbeeld geven. We kunnen dat doen door het oppompen van ons aardgas drastisch te beperken en door onze kolencentrales dicht te doen. We kunnen dat doen door vol gas te geven op de opwekking van duurzame energie en door energiebesparing bovenaan de prioriteitenlijst te zetten. We kunnen dat doen door te laten zien dat we echt kunnen afkicken van onze verslaving aan fossiele energie. En we kunnen dat doen door Urgenda niet dwars te zitten, maar te bedanken. Dat kan moed geven aan anderen die het veel moeilijker hebben dan wij. Wat vindt de premier? Voorlopig halen we de afspraken van ons eigen energieakkoord niet eens, zeggen de milieuorganisaties. Is dat waar?

Tijdens de Algemene Beschouwingen van vorig jaar namen we hier een motie aan tegen het ontoelaatbaar beperken van de toegang tot recht en rechtshulp. Die motie heeft haar vervolg gekregen in onder andere een debat over de staat van de rechtsstaat. Waarom wordt er dan nu toch weer ingezet op het doorgaan met bezuinigen en op het verhogen van de griffierechten? Dat is heel dom. Daar kunnen hier gemakkelijk ongelukken van komen. Dat kan de minister van Justitie er echt niet bij hebben, lijkt ons. Ik overweeg in de tweede termijn hierover een motie in te dienen. Ik denk namelijk dat het goed is dat het kabinet beseft dat hier een vrij eensgezinde Kamer van mening is dat er nog eens naar de begroting van Veiligheid en Justitie gekeken moet worden. Zoals die nu is, levert die hier problemen op. En dat kan het kabinet beter niet hebben.

De invoering van de nieuwe Politiewet duurt twee keer zo lang en wordt twee keer zo duur. De minister kunnen en zullen we deze misser natuurlijk niet aanrekenen, maar het kabinet des te meer. Politiemensen voelen zich gepiepeld en criminelen vinden het geweldig. "Blauw in de kou", is dat iets voor een volgende VVD-poster? Ik doe maar een suggestie.

Volgens ons is het ministerie van Veiligheid en Justitie finaal uit zijn jas gegroeid en kan het beter snel tot menselijke maat worden teruggebracht. Veiligheid en justitie hebben veel met elkaar van doen, maar passen niet onder één pet. Laat de minister van Binnenlandse Zaken de politie erbij nemen. Dat maakt zijn leven spannender en het leven van de bewindspersonen op het overblijvende deel van het ministerie van Justitie een stuk draaglijker.

Mag ik de Kamer overigens in overweging geven haar tweede parlementaire onderzoek te laten gaan over de staat van de rechtsstaat? Het is beter op tijd te kijken, dan te laat te klagen. We hebben in deze Kamer al goede discussies gehad en zulk parlementair onderzoek zou een goed vervolg kunnen zijn. Het mag de minister-president duidelijk zijn dat de begroting voor Veiligheid en Justitie in deze vorm niet door mijn fractie gesteund zal worden. Het is maar een weet.

Marktwerking in de zorg maakt meer kapot dan je lief is. Dat vinden veel mensen. Mijn partij pleit daarom voor een publieke basisverzekering met inkomensafhankelijke premies en zonder eigen risico's. Dan kunnen de kosten eerlijker verdeeld worden, de toegang tot de zorg gegarandeerd en de marktwerking uitgebannen. Het beleid gaat helaas nog steeds de andere kant op. Ook dat is vragen om ongelukken; wij hebben het hier al eerder meegemaakt. Ook de begroting voor Volksgezondheid gaat in deze vorm onze goedkeuring niet krijgen, maar het is nog geen december.

Ook alle andere begrotingshoofdstukken zullen we beoordelen op hun gevolgen voor de sociale samenhang, gelijkwaardigheid en duurzaamheid. We hopen dat aan de overkant nog heel wat reparatiewerk wordt verricht. Hoe beter dat gebeurt, hoe makkelijker wij het hier straks hebben.

Over het Belastingplan beslissen we ook in december, maar laat ik nu de premier alvast waarschuwen dat het in deze vorm niet de steun van mijn fractie zal krijgen. Dit land heeft een ingrijpende herziening van het belastingstelsel nodig om het transparanter, eerlijker en duurzamer te maken. Ik verwijs maar naar de bijdrage van veel collega's afgelopen jaar tijdens de Algemene Beschouwingen toen. Grofmazig 5 miljard euro uitdelen in een tijd dat overal gaten vallen in de publieke sector schiet niet echt op, gericht je schaarse geld uitgeven wel. Wij willen dat mensen met weinig geld meer ruimte krijgen: werkenden, maar ook mensen met een uitkering of een pensioen. Dat doet dit Belastingplan niet. Wij willen ook dat de hoogste inkomens en de grootste vermogens een substantieel grotere bijdrage gaan leveren aan de bekostiging van de samenleving. Dat vraagt dit Belastingplan niet. Daarom deugt het niet, vinden wij.

De fractie van de SP oordeelt alles bijeen niet positief over deze begroting: te veel liberaal, te weinig sociaal. Als de minister-president, op zoek naar meerderheden in deze Kamer, die balans weet te verschuiven, dan zijn wij geïnteresseerd. Zo niet, dan is het jammer maar helaas. Ik zie met mijn fractie met belangstelling uit naar de reactie van de minister-president.

Mijn teller staat op 14.14. Toen ik deze tekst probeerde, duurde die echt 17 minuten, dus schrijft u dat maar op.

De voorzitter:

Volgens mij is het alles bij elkaar iets van 22.