Verslag van de vergadering van 20 juni 2017 (2016/2017 nr. 32)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 14.51 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Van Hattem i (PVV):
Voorzitter. Honderd jaar na de invoering van het algemeen kiesrecht in 1917 en daarmee ook van het systeem van evenredige vertegenwoordiging, spreken wij hier vandaag over dit wetsvoorstel. Dat is toch wel een gedenkwaardig moment.
Een kiezer moet in ons kiesstelsel erop kunnen vertrouwen dat zijn uitgebrachte stem ook aan de lijst van zijn voorkeur toekomt en dat dit evenredig wordt vertaald in de uitslag. In de toelichting bij dit wetsvoorstel wordt terecht opgemerkt dat het bezwaarlijk is dat de op een zo evenredig mogelijke vertegenwoordiging gerichte systematiek door een lijstcombinatie enigszins wordt doorkruist. Partijen met lijstcombinaties kunnen — daar is hier al aan gerefereerd — meer zetels krijgen dan andere partijen die effectief wel meer stemmen hebben ontvangen. Dat maakt lijstcombinaties onduidelijk, onvoldoende transparant en daarmee onwenselijk. Daarom is het goed dat dit wetsvoorstel aan die praktijk een einde wil maken. Een praktijk die, zo blijkt uit de uitgebreide parlementairhistorische toelichting bij dit wetsvoorstel, al bij een eerder verbod op lijstverbindingen in 1923 letterlijk werd aangeduid als "kiezersbedrog".
Dit voorstel betreft een wijziging van de Kieswet, een wet waarvan anno 2017 de uitvoering in bredere zin niet optimaal is. Het uitoefenen van het stemrecht door de Nederlandse kiezer is hierdoor soms niet eenvoudig. Bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen waren er tal van organisatorische problemen te melden, zoals het niet op tijd ontvangen van stembiljetten, onvoldoende stemformulieren in de stembureaus en duizenden niet meegetelde stemmen in verschillende gemeenten, zoals nu gebleken is. Ook het onafhankelijke karakter van het stembureau staat onder druk, bijvoorbeeld in Amsterdam, waar een stembureau gevestigd in een Dyanet-moskee, volhing met Turkse propaganda. Na klachten hierover zag de gemeente Amsterdam zich genoodzaakt om in te grijpen. Dat er naast deze zorgen over het effectief kunnen uitoefenen van het stemrecht ook nog een ontransparant en onevenwichtig stelsel bestaat rond de verdeling van restzetels door lijstcombinaties, komt de sterkte van ons kiesstelsel niet ten goede.
De huidige regeling voor lijstcombinaties is ingevoerd in 1973, in een periode dat sommige partijen — daar werd zojuist ook al aan gerefereerd — experimenteerden met stembusakkoorden, zoals het schaduwkabinet van PvdA, D66 en PPR onder de noemer Keerpunt '72 en het urgentieprogramma uit 1971 van KVP, ARP en CHU. Nu we ruim veertig jaar verder zijn, is van gezamenlijke verkiezingsprogramma's tussen gecombineerde partijen geen sprake meer maar profiteren ze nog wel van de destijds ingevoerde bonus van restzetels voor lijstcombinaties.
Het blijft nu beperkt tot een vrijblijvend stemmen op geestverwanten. Voor partijen die dit streven daadwerkelijk voorstaan, zijn er goede alternatieven mogelijk, zoals een gemeenschappelijke kandidatenlijst of het aangaan van een fusie. Een stem op geestverwanten doet echter afbreuk aan het unieke karakter van een partij en werkt neutraliserend ten opzichte van concurrerende partijen. Wat overblijft is een grauwe middenmoot van veel partijen voor wie de linkse idealen van Keerpunt '72 inmiddels de norm zijn geworden en die nauwelijks stelling durven te nemen, behalve tegen de standpunten van een partij die zich wel helder uitspreekt. Daarmee lijkt in de praktijk ook na de verkiezingen één grote lijstverbinding te bestaan van partijen die collectief wegkijken van de echte gevaren van deze tijd, de islamisering in het bijzonder. Deze partijen interpreteren zelfs een referendumuitslag nog als was het een lijstcombinatie, waarbij zij een "nee" van de kiezer toch nog als een "ja" interpreteren.
Het mag duidelijk zijn dat de PVV dit wetsvoorstel steunt. Ik heb nog wel een laatste vraag aan de minister. Kan de minister aangeven of, na goedkeuring door de Eerste Kamer, de wetswijziging volgens de meest actuele planning al van kracht wordt voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018?