Dit verslag (EK, A) van de Tijdelijke Commissie Werkwijze Eerste Kamer bevat analyses, conclusies en aanbevelingen met betrekking tot de werkwijze van de Eerste Kamer.
De commissie had als taak het uitvoeren van een analyse en het doen van aanbevelingen met betrekking tot de werkwijze van de Eerste Kamer. Bij de uitvoering van deze taak heeft de commissie onder meer een enquête gehouden onder de leden van de Eerste Kamer. Haar onderzoek ging over de processen in de Eerste Kamer, de toetsing door de Kamer, parlementair onderzoek en de behandeling van beleid, communicatie met de samenleving, Europa en de ondersteuning van de Kamerleden bij hun werkzaamheden.
De voorzitter van de commissie, senator Anne Flierman, heeft het verslag op 11 juli 2017 aangeboden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer, Ankie Broekers-Knol. De Kamer heeft op 24 oktober 2017 met de commissie over het verslag gedebatteerd. Tijdens het debat zijn de motie-Nagel (50PLUS) c.s. over het volgen van commissievergaderingen middels een audiosysteem (EK, B) en de motie-De Graaf (D66) c.s. over de verhoging van de fractiebudgetten (EK, C) ingediend. De moties zijn bij de afsluiting van het debat ingetrokken.
De Voorzitter van de Eerste Kamer heeft bij brief van 10 november 2017 (EK, E) de minister van Algemene Zaken geïnformeerd over de conclusies en aanbevelingen die het verkeer tussen de Eerste Kamer en de regering raken. Hieruit vloeien diverse verzoeken van de Kamer aan de regering voort en de Voorzitter heeft in de brief aangegeven graag te vernemen hoe de regering uitvoering zal geven aan deze verzoeken. De minister voor Rechtsbescherming heeft bij brief van 23 februari 2018 (EK, H) gereageerd op de brief van de Voorzitter. Naar aanleiding van die brief is de Kamervoorzitter bij brief van 3 april 2018 op enkele punten uit de kabinetsreactie teruggekomen.
De Voorzitter van de Kamer heeft bij brief van 5 december 2017 (EK, G) een voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde aan de Leden verzonden. Het voorstel vloeit voort uit de aanbevelingen in het verslag van de Tijdelijke Commissie. In de brief wordt ook ingegaan op toezeggingen die de Voorzitter tijdens het debat op 24 oktober 2017 heeft gedaan met betrekking tot de aanbeveling tot tijdelijke versterking van de functie van de Permanente Vertegenwoordiging van de Staten-Generaal in Brussel, voorstellen voor een redelijke verhoging van de fractiebudgetten en openbaarheid van commissievergaderingen.
Dit voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde werd op 12 december 2017 als hamerstuk afgedaan en trad voor een groot deel direct in werking. De Huishoudelijke Commissie van de Eerste Kamer heeft op 19 maart 2019 besloten (EK, J) dat met ingang van diezelfde dag (19 maart) artikel I, onderdelen C, D en E, over de openbaarheid van commissievergaderingen in werking treedt.
De Huishoudelijke Commissie heeft op 5 april 2022 besloten (EK, K) dat artikel I, onderdeel B, over de openbaarheid van commissievergaderingen met ingang van 10 mei 2022 in werking treedt.
De Voorzitter van de Eerste Kamer heeft bij brief van 9 oktober 2018 de minister-president, minister van Algemene Zaken, geinformeerd over op 25 september 2018 vervallen aangehouden moties.
Op grond van artikel 93, derde lid, van het Reglement van Orde worden aangehouden moties geacht te zijn vervallen zes maanden na het besluit tot aanhouden. Recessen worden hierbij niet meegerekend. De Kamer kan de vervaltermijn verlengen. Dit artikel geldt sinds 12 december 2017.