Dit wetsvoorstel keurt het Verdrag met Oekraïne inzake internationale juridische samenwerking met betrekking tot misdrijven die verband houden met het neerhalen van vlucht MH17 van Malaysia Airlines op 17 juli 2014 (Trb. 2017, 102) goed. De vervolging en berechting van het neerhalen van vlucht MH17, vindt plaats in Nederland volgens de regels van het Nederlandse straf(proces)recht (TK 33.997, nr. 98).
Het verdrag biedt een kader voor de strafrechtelijke samenwerking tussen Nederland en Oekraïne met betrekking tot de vervolging en berechting van het neerhalen van vlucht MH17 en de eventueel daarvoor op te leggen straffen. De afspraken in het verdrag geven uiting aan de samenwerking tussen de JIT-landen ten behoeve van het ter verantwoording roepen van de verantwoordelijken voor het neerhalen van vlucht MH17, zoals Resolutie 2166 (2014) eist. Australië, België, Maleisië, Nederland en Oekraïne maken deel uit van het Joint Investigation Team (JIT).
De belangrijkste onderwerpen van het verdrag zijn:
-
-de Nederlandse rechtsmacht en overdracht van strafvervolging;
-
-uitlevering van verdachten;
-
-berechting door middel van videoconferentie;
-
-overdracht van de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen.
Tegelijkertijd met dit voorstel is een voorstel ingediend dat strekt tot uitvoering van het verdrag (34.916).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, 2) is op 12 juni 2018 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 10 juli 2018 zonder stemming aangenomen.
ingediend
20 maart 2018titel
Goedkeuring van het op 7 juli 2017 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake internationale juridische samenwerking met betrekking tot misdrijven die verband houden met het neerhalen van vlucht MH17 van Malaysia Airlines op 17 juli 2014 (Trb. 2017, 102)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Deze wet treedt, onder toepassing van artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
15
-
11 april 2022
brief van de minister voor Rechtsbescherming over videoconferentie in het civiel recht en bestuursrecht en de beleidsreactie op het rapport "De verdachte in beeld" EK 35.434, Q Bevat bijlage
Op 19 april 2022 voor kennisgeving aangenomen. -
13 november 2020
brief van de minister van J&V over gebruikmaking van videoconferentie bij de berechting EK 34.915 / 34.916, D Bevat bijlagen -
7 januari 2019
brief van de minister van Justitie en Veiligheid over de positie van nabestaanden van slachtoffers van het neerhalen van vlucht MH17 in het kader van het strafproces EK 34.915 / 34.916, C
Voor kennisgeving aangenomen op 15 januari 2019 -
6 juli 2018
verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Justitie en Veiligheid over de behandeling van de MH17-wetsvoorstellen EK 34.915 / 34.916, B -
-
-
6 juni 2018
Motie van de leden De Roon en Wilders over mogelijke strafbaarheid van personen wegens een niet tijdig ingesteld vliegverbod TK 34.915 / 34.916, 9 -
6 juni 2018
Motie van het lid De Roon over voorkomen van voorwaardelijke invrijheidstelling TK 34.915 / 34.916, 8 -
6 juni 2018
Motie van het lid Van Nispen over nader onderzoek naar het niet volledig sluiten van het luchtruim door Oekraïne TK 34.915 / 34.916, 7 -
-
-
-
-
-