33.258 / 34.105, I

Motie-Bikker (ChristenUnie) c.s. over wettelijke benadelingsbescherming van personen die anders dan uit dienstbetrekking arbeid verrichten of hebben verricht



In deze motie wordt de regering verzocht spoedig vorm te geven aan een aanvulling op het wetsvoorstel zodat degene die anders dan uit dienstbetrekking arbeid verricht of heeft verricht en melding doet van het vermoeden van een misstand eveneens wettelijk beschermd wordt tegen benadeling als gevolg van het melden van een vermoeden van een misstand.



Kerngegevens


Bijzonderheden

De Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) bespreekt op 22 september 2020 de brief van de minister van BZK van 8 september 2020 (EK 33.258 / 34.105, T met bijlagen) over verschillende acties en onderwerpen rond het Huis voor klokkenluiders.

De commissie heeft op 6 november 2018 de brief van de minister van BZK van 1 november 2018 (EK 33.258 / 34.105, S) over de aanpassing van de Wet Huis voor klokkenluiders in verband met de uitvoering van deze motie voor kennisgeving aangenomen.

De commissie heeft op 26 juni 2018 het verslag van het schriftelijk overleg met de minister van BZK van 15 juni 2018 (EK 33.258 / 34.105, R) over wijzigingen van de Wet Huis voor klokkenluiders voor kennisgeving aangenomen. De commissie was met de minister in overleg getreden naar aanleiding van de brief van de minister van BZK van 10 april 2018 (EK 33.258 / 34.105, Q) met de reactie op het rapport van het onderzoek naar het functioneren van het Huis voor klokkenluiders. In de brief was het gevolg geven aan de onderhavige motie aan de orde.

De commissie heeft op 6 februari 2018 de brief van de minister van BZK van 2 februari 2018 (EK 33.258 / 34.105, P) over de voortgang met betrekking tot de uitvoering van de toezegging 'Uitbreiden benadelingsverbod' (T02238) naar aanleiding van deze motie voor kennisgeving aangenomen.

De commissie heeft op 7 februari 2017 de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 februari 2017 over de uitvoering van deze motie (EK 33.258 / 34105, N) voor kennisgeving aangenomen.

De commissie heeft op 12 juli 2016 de brief van de minister van BZK van 8 juli 2016 (EK 33.258 / 34105, M) over de stand van zaken rondom (toezeggingen met betrekking tot) de Wet Huis voor klokkenluiders voor kennisgeving aangenomen. De brief heeft onder andere betrekking op de uitvoering van de motie en de toezegging 'Uitbreiden benadelingsverbod' (T02238).

De commissie heeft op 17 mei 2016 het verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK van 13 mei 2016 (EK 33.258 / 34.105, L) over de uitvoering van deze motie voor kennisgeving aangenomen. Dit overleg vond plaats naar aanleiding van de brief van de minister van BZK van 7 april 2016 (EK 33.258 / 34.105, K) over de uitvoering van de motie en de toezegging 'Uitbreiden benadelingsverbod' (T02238).