Dit voorstel verbetert de werking van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven en regelt dat inwoners van Caribisch Nederland ook gebruik kunnen maken van het schadefonds. Met dit voorstel wordt duidelijker vastgelegd dat een uitkering uit het fonds geen invloed heeft op het recht van het slachtoffer op een volledige schadevergoeding. Indien het slachtoffer alsnog een vergoeding van bijvoorbeeld de dader ontvangt moet de uitkering uit het fonds worden terugbetaald aan het Schadefonds.
De Wet schadevergoeding geweldsmisdrijven wordt ook van toepassing op de inwoners van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Caribisch Nederland).
Daarnaast wordt de rechtspersoonlijkheid van het schadefonds geweldsmisdrijven opgeheven, omdat de huidige vormgeving van het Schadefonds niet aansluit bij de wettelijke eisen gesteld in de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen. Wel blijft de commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven gehandhaafd als zelfstandig bestuursorgaan, omdat het van belang wordt geacht de besluitvorming over een financiële tegemoetkoming aan slachtoffers door een onafhankelijk orgaan te laten plaatsvinden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 2) op 14 februari 2019 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 maart 2019 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
18 september 2018titel
Wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met het opheffen van de rechtspersoonlijkheid van het fonds, uitbreiding van de taakuitoefening tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba alsmede verduidelijking van de regeling van uitkeringen door het Schadefonds en het vorderingsrecht van het slachtoffer jegens derdenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
6