De Minister van Financiën zegt toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Köhler (SP), de Kamer schriftelijk te zullen informeren over het aantal personen (PPP's en hun naasten) waarnaar banken verscherpt cliëntenonderzoek zullen moeten doen. Hij zal hierbij ingaan op hoe dit aantal zich verhoudt tot de berekening die is gemaakt op blz. 26 van het ontwerpuitvoeringsbesluit Wwft 2018 ten aanzien van het aantal verscherpte cliëntenonderzoeken.
Nummer | T02632 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 10 juli 2018 |
Deadline | 1 oktober 2018 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Financiën |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | cliëntenonderzoek Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn politiek prominente personen |
Kamerstukken | Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn (34.808) |
Handelingen I 2017-2018, nr. 38, item 3, blz. 11
De heer Köhler (SP):
De vraag is eigenlijk nu wat de minister nog denkt te kunnen doen om die buitenproportionele maatregelen voor de PEP's zo veel mogelijk te redresseren. Daarbij wil ik er nog op wijzen dat het bij de PEP's wat ons betreft niet in de eerste plaats om de volksvertegenwoordigers gaat. Wij zelf willen al die papieren nog wel gaan inleveren. Daar zitten we niet mee. Volgens de minister gaat het om 800 publieke personen. Er zijn 225 parlementariërs en dus veel meer andere publieke personen met al hun familieleden. De minister komt op ongeveer 5.000 mensen, zoals hij het ons voorrekende zonder de eindsom helemaal af te maken. Ik heb nog de vraag hoe zich dit verhoudt tot de berekening van extra cliëntenonderzoeken in het ontwerpuitvoeringsbeleid Wwft 2018? Op bladzijde 26 is sprake van 10.000 tot 30.000 cliënten waarvoor extra onderzoeken moeten plaatsvinden door de nieuwe wet. Het uitvoeringsbesluit is toch de AMvB waar steeds over gesproken wordt?
Handelingen I 2017-2018, nr. 38, item 3, blz. 16
De heer Köhler (SP):
Dit is misschien het geschikte moment om de minister mijn vragen in tweede termijn op dat punt alsnog te beantwoorden. Die gingen over bladzijde 26 van het ontwerp-uitvoeringsbesluit, dat wij op 6 april hebben ontvangen. Als het te gedetailleerd is, neem ik ook wel genoegen met beantwoording in een nadere brief.
De voorzitter:
Dat lijkt me een prachtig plan, want u ging toch nog een brief schrijven, minister.
Minister Hoekstra:
Voorzitter, dat lijkt mij een prachtig plan. Ik zeg dat de heer Köhler toe. Ik heb inmiddels behoorlijk wat van deze informatie in mijn hoofd zitten, maar wat er op bladzijde 26 staat ... Ik heb een vermoeden, maar laat ik niet speculeren. Dat is in mijn geval gevaarlijk.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2017/2018, nr. 38, item 3
-
5 maart 2019
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
19 februari 2019
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
12 februari 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
30 oktober 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
23 oktober 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 juli 2018
toezegging gedaan