Dit voorstel strekt tot aanpassing van wetten met betrekking tot de rechtspositie van (gewezen) Leden van de Eerste en de Tweede Kamer en van hun nabestaanden, die noodzakelijk is voor de invoering en de uitvoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra). Het voorstel bevat wijzigingen van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer, de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer en de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa).
Omdat het de rechtspositie van de leden van de Staten-Generaal betreft kan dit wetsvoorstel op grond van artikel 63 van de Grondwet door beide Kamers slechts met een gekwalificeerde meerderheid van minimaal 2/3 van het aantal uitgebrachte stemmen worden aangenomen. Naast dit wetsvoorstel zijn met hetzelfde doel een wetsvoorstel, dat wijzigingen bevat van wetten die met gewone meerderheid kunnen worden aangenomen (35.073), en een voorstel van rijkswet (35.071) ingediend. In het eerste wetsvoorstel zijn ook wijzigingen van de Appa opgenomen. Die wijzigingen betreffen de uitkerings- en pensioenaanspraken van andere politieke ambtsdragers dan Kamerleden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 2) op 9 april 2019 met algemene stemmen aangenomen.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 23 april 2019 na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen. De OSF-fractie was niet aanwezig bij de stemmingen.
ingediend
6 november 2018titel
Aanpassing van wetten betreffende geldelijke voorzieningen van leden en gewezen leden van de Staten-Generaal en van hun nabestaanden in verband met invoering van de normalisering van de rechtspositie van ambtenarenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren in werking treedt.
5