Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc) ter uitvoering van de Europese verordening betreffende samenwerking consumentenbescherming.
Op grond van deze verordening beschikken de nationale autoriteiten die met de bescherming van consumentenregelgeving zijn belast onder meer over twee nieuwe bevoegdheden. In de eerste plaats krijgen de aangewezen toezichthouders de bevoegdheid om onder verstrekking van een fictieve identiteit een overeenkomst tot koop of dienstverlening te sluiten. In de tweede plaats krijgen deze toezichthouders de bevoegdheid een zelfstandige last op te leggen aan degene die in staat is om de inhoud van een online interface te verwijderen, dan wel aan de aanbieder van een hostingdienst om maatregelen te treffen om de toegang tot een online interface te deactiveren of een volledig gekwalificeerde domeinnaam te schrappen.
Ook vervangt dit wetsvoorstel de verwijzingen in de wetgeving naar de oude verordening door verwijzingen naar deze nieuwe verordening, en worden de in de wetgeving voorkomende begrippen uit de oude verordening vervangen door begrippen van de nieuwe verordening.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, A) is op 21 januari 2020 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, D66, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie en Van Haga.
Tegen: PVV en FvD.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 4 februari 2020 als hamerstuk afgedaan. PVV en FVD is daarbij aantekening verleend.
ingediend
4 juli 2019titel
Wijziging van de Wet handhaving consumentenbescherming ter uitvoering van Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
inwerkingtreding
Met ingang van 17 januari 2020. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 16 januari 2020, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
3