Dit wetsvoorstel wijzigt bepalingen over elektronisch bestuurlijk verkeer in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en andere wetten. Sinds de inwerkingtreding van de Wet elektronisch bestuurlijk verkeer in 2004 hebben zich zo veel technologische en maatschappelijke ontwikkelingen voorgedaan, dat het wenselijk is om de regels over elektronisch bestuurlijk verkeer te moderniseren.
Burgers en bedrijven krijgen met dit voorstel meer mogelijkheden om via digitale kanalen met de overheid in contact te treden waarbij de keuze tussen het volgen van de elektronische of de papieren weg blijft bestaan. Het verplichte gebruik van de elektronische weg kan wel in andere wetten dan de Awb worden voorgeschreven.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 19 april 2022 aangenomen.
Voor: GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, PvdA, D66, ChristenUnie, VVD, CDA, BBB, JA21, PVV en Groep Van Haga.
Tegen: SP, DENK, PvdD, Lid Omtzigt, SGP en FVD.
BIJ1 en Lid Gündoğan waren niet aanwezig bij de stemmingen.
Voorafgaand aan de inbreng voor het verslag door de Tweede Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken op 21 november 2019 waren door 7 organisaties position papers met betrekking tot het wetsvoorstel aangeleverd.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 9 mei 2023 als hamerstuk afgedaan. SP en PvdD is daarbij aantekening verleend.
ingediend
18 juli 2019titel
Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de herziening van afdeling 2.3 van die wet (Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan, verschillend kan worden vastgesteld.
4