Dit wetsvoorstel wijzigt de Algemene wet bestuursrecht (Awb) naar aanleiding van de evaluatie van de regeling over bestuursrechtelijke geldschulden ( TK 29.279. nr. 194 met bijlagen). Dit voorstel bevat enkele technische verbeteringen in de geldschuldentitel. Hiermee wil de regering onnodige vergroting van schulden voorkomen.
Met dit voorstel wordt
-
-in de Awb een algemene bevoegdheid opgenomen voor bestuursorganen tot het geheel of gedeeltelijk kwijtschulden van een geldschuld als de nadelige gevolgen van de invordering onevenredig zijn in verhouding tot de met de invordering te dienen doelen,
-
-het voor bestuursorganen mogelijk om de betaling van voorschotten op te schorten,
-
-de bevoegdheid om tot kostenverhaal over te gaan na bestuursdwang aan een termijn van vijf jaren gebonden, en
-
-wordt de positie van derden bij de inning van verbeurde dwangsommen verbeterd door de verjaringstermijn van verbeurde dwangsommen op te schorten.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK nr. 2) op 29 oktober 2020 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 17 november 2020 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
27 mei 2020titel
Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht naar aanleiding van de evaluatie van de regeling over bestuursrechtelijke geldschulden (Evaluatiewet bestuursrechtelijke geldschuldenregeling Awb)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
1