Dit wetsvoorstel wijzigt de Verzamelwet Brexit waardoor de regering de mogelijkheid krijgt om op grond van artikel X tijdelijke voorzieningen te treffen in de zes maanden na de afloop van de overgangsperiode. In het Terugtrekkingsakkoord tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk is een overgangsperiode opgenomen. Tijdens deze overgangsperiode die eindigt op 31 december 2020 blijven de rechten en plichten voor burgers en bedrijven vrijwel gelijk.
Met dit voorstel is de mogelijkheid om voorzieningen te treffen op het terrein van de zorg verlengd en tegelijkertijd geharmoniseerd met het terrein van de sociale zekerheid. Daarnaast bevat dit wetsvoorstel wijzigingen van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 die beogen de Nederlandse wetgeving in overeenstemming te brengen met het na afloop van de overgangsperiode geldende Unierecht. Het wetsvoorstel is onderdeel van de zogenaamde readiness voorbereidingen. Readiness maatregelen zijn maatregelen ter voorbereiding op het aflopen van de overgangsperiode zullen in alle gevallen genomen moeten worden, niet alleen om voorbereid te zijn op een mogelijke "no deal".
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, nr. 2) is 3 december 2020 aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 15 december 2020 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen.
Voor: SGP, CDA, Fractie-Van Pareren, FVD, VVD, Fractie-Otten, GroenLinks, SP, 50PLUS, PvdA, OSF, D66, PvdD en ChristenUnie.
Tegen: PVV.
De fractie van de SP heeft later aangegeven dat de fractie geacht wenst te worden tegen dit voorstel gestemd te hebben.
ingediend
8 oktober 2020titel
Wijziging van de Verzamelwet Brexit in verband met aanpassing van de termijn waarbinnen regelgevende bevoegdheden ten behoeve van overgangssituaties gelden alsmede wijziging van enkele andere wetten in verband met de Brexitschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.
-
2.Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2020, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2021.
-
3.Artikel VI, onderdeel B, werkt terug tot en met 1 februari 2020.
-
4.Aan besluiten die worden gebaseerd op een bij deze wet gewijzigd of ingevoegd onderdeel van de Verzamelwet Brexit kan, indien aan deze wijziging of invoeging ingevolge het tweede lid terugwerkende kracht is verleend, terugwerkende kracht worden verleend tot en met dezelfde datum