Dit wetsvoorstel verlengt in de Drinkwaterwet de looptijd van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet en van het maximale toegestane aandeel eigen vermogen in het totale vermogen voor een drinkwaterbedrijf van twee naar drie jaar. Verder wordt verduidelijkt dat een in verband daarmee te hoog tarief voor afnemers direct in het daaropvolgende jaar aan afnemers kan worden gecompenseerd en niet pas een jaar later. Ook worden de regels voor signaleringsparameters voor drinkwater en voor oppervlaktewater verduidelijkt.
De eigenaren van drinkwaterbedrijven stellen de tarieven voor drinkwater vast. De tarieven moeten kostendekkend, transparant en niet discriminerend zijn. Bij de bepaling van de vermogenskosten, die in het tarief mogen worden doorberekend, wordt ten hoogste de geldende gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet gebruikt. Deze gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet zorgt dat een teveel aan vermogensvorming bij drinkwaterbedrijven en te hoge tarieven worden voorkomen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 2) op 1 juli 2021 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 13 juli 2021 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
5 maart 2021titel
Wijziging van de Drinkwaterwet (wijziging van het tijdvak van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet en van het aandeel eigen vermogen voor drinkwaterbedrijven en verduidelijking van de regels voor signaleringsparameters)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
1