Op basis van de huidige wetgeving worden aandelenoptierechten belast op het moment dat deze optierechten worden uitgeoefend, met andere woorden het moment waarop de optierechten worden omgezet in aandelen. Op het huidige heffingsmoment van uitoefening van een aandelenoptierecht zijn er echter niet altijd (voldoende) liquide middelen beschikbaar om de verschuldigde belasting te voldoen. Dit maakt het minder aantrekkelijk om gebruik te maken van aandelenoptierechten als loon. In het bijzonder in de sector van start-ups en scale-ups zijn aandelenoptierechten een instrument om personeel aan te trekken en te behouden.
Met de in dit wetsvoorstel opgenomen maatregel wordt het moment van heffing van de belasting verschoven naar het moment waarop de bij uitoefening van het aandelenoptierecht verkregen aandelen verhandelbaar zijn. Op dat moment kan een deel van de aandelenoptierechten indien nodig immers wel worden verkocht en daarmee kan de belastingplichtige over liquide middelen beschikken om zijn verschuldigde belasting te betalen. Aangezien niet in alle gevallen sprake is van een gebrek aan liquiditeiten voorziet het wetsvoorstel ook in een keuzeregeling voor de werknemer. Onder voorwaarden en naar keuze van de werknemer vindt heffing dan net als nu plaats bij uitoefening.
Dit wetsvoorstel maakte deel uit van het pakket Belastingplan 2022 c.a.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 28 juni 2022 aangenomen.
Voor: Volt, DENK, Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, D66, ChristenUnie, VVD, CDA, BBB, JA21, PVV, FVD en Groep Van Haga.
Tegen: SP, GroenLinks, PvdA, PvdD, Lid Omtzigt en SGP.
BIJ1 was niet aanwezig bij de stemmingen.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 20 december 2022 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen.
Voor: OSF, Fractie-Nanninga, D66, Fractie-Otten, PVV, ChristenUnie, CDA, VVD, 50PLUS, FVD en Fractie-Frentrop.
Tegen: PvdA, GroenLinks, SP, PvdD en SGP.
De stemmingen over de tijdens de plenaire behandeling ingediende moties vonden ook plaats op 20 december 2022.
De plenaire behandeling van dit wetsvoorstel, de wetsvoorstellen van het pakket Belastingplan 2023 en de wetsvoorstellen Fiscale verzamelwet 2023 (36.107), Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling digitale platformeconomie (36.063), Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage (36.235) en Wet excessief lenen bij eigen vennootschap (35.496) door de Eerste Kamer vond plaats op 12 en 13 december 2022.
ingediend
21 september 2021titel
Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 tot wijziging van de fiscale regeling voor aandelenoptierechten met het oog op het wegnemen van een liquiditeitsprobleem in het geval van het verstrekken van aandelenoptierechten als loon (Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van 1 januari 2023.
-
11 november 2022
brief van de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst met het verzoek de wetsvoorstellen Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten en Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling digitale platformeconomie dit kalenderjaar te behandelen (35.929 / 36.063) EK 35.929 / 36.063, E Bevat bijlage -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
11 november 2021
brief regering; Appreciatie amendementen en moties pakket Belastingplan 2022 TK 35.927, 86 Bevat bijlage -
10 november 2021
Verslag van een wetgevingsoverleg, gehouden op 1 november 2021 (voortzetting van 25 oktober 2021) TK 35.927, 52 -
-
-
-
3 november 2021
Verslag van een wetgevingsoverleg, gehouden op 25 oktober 2021 (eerste termijn Kamer) TK 35.927, 19 -
-
28 oktober 2021
brief regering; Schriftelijke beantwoording van een deel van de vragen die zijn gesteld tijdens het wetgevingsoverleg van 25 oktober 2021 over het pakket Belastingplan 2022 TK 35.927, 32 Bevat bijlagen -
-
-
-
-
-