Dit wetsvoorstel vraagt de goedkeuring van het op 1 juni 2021 te Nicosia tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Cyprus tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting, met Protocol (Trb. 2021, nr. 80).
De goedkeuring wordt voor het Europese deel en het Caribische deel van Nederland gevraagd.
De Voorzitter van de Eerste Kamer heeft bij brief van 11 april 2022 (EK, C) aan de minister van Buitenlandse Zaken kenbaar gemaakt dat, overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, 18 Leden van de Eerste Kamer wensen dat het bij brief van 10 maart 2022 (EK, A en TK, 1 met bijlage) ter stilzwijgende goedkeuring voorgelegde verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen. Dit wetsvoorstel strekt daartoe.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, 5) is op 4 april 2023 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 april 2023 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
10 maart 2022titel
Goedkeuring van het op 1 juni 2021 te Nicosia tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Cyprus tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting, met Protocol (Trb. 2021, 80)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst