36.277

Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur



Dit voorstel heeft als doel tijdelijk een begrotingsfonds in te stellen.

Met het fonds worden maatregelen bekostigd die nodig zijn om de stikstofbelasting van de natuur terug te dringen, evenals de emissies van broeikasgassen door landbouw en landgebruik. Daarnaast worden maatregelen gefinancierd die bijdragen aan het beschermen en ontwikkelen van de natuur en het tijdig voldoen aan de Kaderrichtlijn water (KRW) en maatregelen die bijdragen aan de verduurzaming van de landbouw om tijdens de transities in het landelijk gebied perspectief te bieden aan de landbouw.


Stand van zaken

Het voorstel (EK, B) is op 23 mei 2023 aangenomen door de Tweede Kamer.

Voor: Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA.

Tegen: PVV, SP, PvdA, GroenLinks, FVD, JA21, SGP, DENK, Groep Van Haga, Volt, BIJ1, Omtzigt en BBB.

De minister-president heeft bij brief van 16 september 2024 (EK, 36.471, A) de Eerste Kamer geïnformeerd dat het kabinet-Schoof voornemens is deze wet in te trekken.

De Eerste Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft op 4 juli 2023 het verslag (EK, C) uitgebracht en wacht op de nota naar aanleiding van het verslag.

De commissie bespreekt het verslag van een schriftelijk overleg met de minister van N&S over de aanpak voortgang piekbelasting (EK 35.334, BK met bijlage) en het rapport 'Normeren en beprijzen van stikstofemissies - sturen op stikstof' (EK 35.334, BJ met bijlagen) na ontvangst van de nota naar aanleiding van het verslag.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 3 oktober 2023 controversieel verklaard. Door het aantreden van het kabinet-Schoof op 2 juli 2024 is de controversieelverklaring ongedaan gemaakt.


Kerngegevens

ingediend

14 december 2022

titel

Tijdelijke regels over de instelling van een begrotingsfonds voor het landelijk gebied en de natuur (Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister voor Natuur en Stikstof
  • minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze wet treedt in werking en vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, met dien verstande dat de wet van toepassing blijft op uitgaven als bedoeld in artikel 8 die zijn gedaan voordat de wet vervalt.
  • 2. 
    Met ingang van twaalf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet worden geen nieuwe ontvangsten als bedoeld in artikel 7 aan het fonds toegevoegd

Documenten

4