Dit voorstel van Rijkswet regelt de goedkeuring van het Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens (Trb. 1988, 7) voor de Caribische delen van het Koninkrijk en regelt de goedkeuring van het Protocol tot wijziging van het Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens (Trb. 2018, 201 en Trb. 2023, 54) voor het gehele Koninkrijk.
Het verdrag is wereldwijd het enige verdrag over de bescherming van persoonsgegevens. Het protocol voorziet in een groot aantal inhoudelijke en institutionele wijzigingen van het verdrag. Het verdrag is indertijd tot stand gekomen in reactie op de ontwikkelingen in de informatietechnologie, zoals het toegenomen gebruik van computers. Inmiddels wordt het verdrag al geruime tijd als verouderd beschouwd, mede door de snelle en grote ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden op het gebied van informatie- en communicatietechnologieën. Te denken valt aan de steeds doorgaande groei van de (grensoverschrijdende) gegevensstromen en de globalisering van de gegevensverwerking. Het protocol beoogt een modernisering van het verdrag.
Met dit voorstel wordt door middel van het protocol de bescherming van persoonsgegevens in het verdrag op hetzelfde niveau gebracht als dat van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van de Europese Unie. Om dit te bereiken wijzigt het protocol het verdrag integraal. Zo wordt allereerst de materiële werkingssfeer van het verdrag voor alle verdragspartijen gelijkgetrokken. In het huidige verdrag beschikken de verdragspartijen nog over de mogelijkheid om bepaalde sectoren of activiteiten uit te sluiten van de toepassing van het verdrag. Deze mogelijkheid wordt door het protocol geschrapt. Daarnaast wordt het beginsel van de rechtmatige verwerking verder uitgewerkt, worden de verschillende categorieën bijzondere persoonsgegevens uitgebreid en wordt de bescherming van deze bijzondere persoonsgegevens versterkt. Tevens worden er enkele nieuwe rechten geïntroduceerd. Het protocol versterkt enerzijds dus de rechten van de datasubjecten en anderzijds verscherpt het de verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijken en/of de verwerkers. Het toezicht op de naleving van het verdrag wordt nu al vervuld door de Autoriteit Persoonsgegevens.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is in behandeling bij de Tweede Kamer.
ingediend
23 oktober 2023titel
Goedkeuring van het op 28 januari 1981 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens (Trb. 1988, 7); van het op 10 oktober 2018 te Straatsburg tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens (Trb. 2018, 201 en Trb. 2023, 54)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst.
Er zijn geen documenten gevonden.