36.607

Bevriezing in 2025, 2026 en 2027 dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon



Dit voorstel voorziet in de wijziging van het Algemene nabestaandenwet en de Participatiewet en regelt de bevriezing van de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting (AHK) in het referentieminimumloon in de jaren 2025, 2026 en 2027.

De AHK is een korting op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen die wordt berekend voor een belastingplichtige die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt. De AHK van de minstverdienende partner is in de fiscaliteit voor werkenden (geboren na 1962) sinds 2009 afgebouwd. Per 1 januari 2023 is deze afbouw voltooid. Vanaf januari 2012 wordt ook bij de uitkeringshoogte van de bijstand en bijstandsgerelateerde uitkeringen (uitgezonderd de AOW) de AHK afgebouwd. Dit gebeurt door de dubbele AHK in de berekening van het referentieminimumloon af te bouwen tot eenmaal de AHK. Vanaf 2014 werd deze afbouw in de meeste jaren aangepast.

In het kader van de koopkrachtbesluitvorming voor 2024 besloot de regering in 2023 om de dubbele AHK in 2024 te bevriezen op het percentage dat geldt per 1 juli 2023. Deze bevriezing heeft tot doel het verbeteren van de koopkracht van huishoudens op het sociaal minimum en wordt de stapsgewijze verlaging van een aantal uitkeringen op het sociaal minimum tot 2028 gepauzeerd. Als gevolg hiervan zullen de bijstand, de uitkeringen voor nabestaanden en de toeslag tot aan het sociaal minimum voor alleenstaanden met een UWV-uitkering tot en met eind 2038 hoger zijn dan zonder dit voorstel het geval is. Daarnaast draagt deze maatregel ook bij aan het doel uit het hoofdlijnenakkoord om de (kinder-)armoedecijfers niet boven het niveau van 2024 te laten komen.

Het wetsvoorstel maakt deel uit van het pakket Belastingplan 2025 c.a.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Plenair
 
Afkondiging
Staatsblad(en)

De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 2) op 14 november 2024 aangenomen.

Voor: GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, D66, NSC, ChristenUnie, SGP, CDA, VVD, BBB, JA21 en PVV.

Tegen: SP, PvdD en FVD.

De Eerste Kamercommissie voor Financiën (FIN) heeft op 29 november 2024 de nota naar aanleiding van het verslag (EK, B) ontvangen en levert op 3 december 2024 inbreng voor tweede verslag.

Op 18 november 2024 vond een openbare technische briefing plaats over de wetsvoorstellen van het Pakket Belastingplan, inclusief het voorstel Vereenvoudiging van de huurtoeslag (36.311).

De Eerste Kamercommissie voor Financiën (FIN) heeft op 9 juli 2024 de planning van de schriftelijke voorbereiding van het Pakket Belastingplan 2024 vastgesteld:

  • Op dinsdag 26 november 2024 inbreng voor het verslag met het verzoek de antwoorden van de eerste schriftelijke vragenronde te ontvangen op vrijdag 29 november 2024.
  • De inbreng voor een eventueel tweede verslag is voorzien voor dinsdag 3 december 2024.
  • De plenaire behandeling van de wetsvoorstellen zijn voorzien voor maandag 9 en dinsdag 10 december 2024 en de stemmingen voor dinsdag 17 december 2024.

Kerngegevens

ingediend

17 september 2024

titel

Wijziging van de Algemene nabestaandenwet en de Participatiewet in verband met het in 2025, 2026 en 2027 niet afbouwen van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Op 1 januari 2025.


Documenten