36.608

Verbetering koopkracht en vereenvoudiging van regeling huurtoeslag



Dit voorstel heeft tot doel om de koopkracht van huurtoeslagontvangers te verbeteren door de eigen bijdrage te verlagen en vereenvoudigt het systeem door uit te gaan van nog maar twee in plaats van vier type huishoudens. Hierdoor gaan in het bijzonder meerpersoonshuishoudens erop vooruit. Ook wordt de inkomensafhankelijke afbouw van de huurtoeslag gelijkmatiger. De afbouw kan op zijn vroegst per 2026 worden ingevoerd en daarom wordt per 2025 een tussentijdse maatregel ingevoerd met hetzelfde effect.

De maatregelen waren onderdeel van de verkenning voor verbeteringen binnen het stelsel van de huurtoeslag in de eindrapportage Toekomst Toeslagen (EK 31 066, AK). De inkomensafhankelijke afbouw van de huurtoeslag wordt gelijkmatiger, waardoor huurtoeslagontvangers beter kunnen inschatten welk effect een inkomensstijging heeft voor hun huurtoeslag en zij meer zekerheid hebben over de hoogte van hun besteedbare inkomen. Daarnaast krijgt een deel van de huurtoeslagontvangers een lagere marginale druk: de huurtoeslag neemt hierdoor minder snel af wanneer hun inkomen toeneemt.

Dit wetsvoorstel bevat de volgende wijzigingen:

  • Generieke verlaging van de eigen bijdrage met € 11,58 per maand. Deze verlaging geldt voor alle huurtoeslagontvangers, ongeacht de huur of het inkomen.
  • Harmonisering van het aantal huishoudtypes in de huurtoeslag. De huidige vier huishoudtypes in de huurtoeslag – eenpersoonshuishoudens, meerpersoonshuishoudens, eenpersoonsouderenhuishoudens en meerpersoonsouderenhuishoudens – met elk hun eigen inkomensafhankelijke afbouw en vergoeding van huurdelen, wordt teruggebracht naar twee. Het onderscheid tussen nietouderenhuishoudens en ouderenhuishoudens wordt weggenomen, zodat er enkel nog onderscheid is tussen een- en meerpersoonshuishoudens.
  • – 
    Invoeren van een lineaire inkomensafhankelijke afbouw. Momenteel is de berekening van de inkomensafhankelijke afbouw van de huurtoeslag dermate ingewikkeld dat de marginale druk per ontvanger kan verschillen, afhankelijk van zowel het inkomen als de feitelijke huur van de ontvanger. Dit leidt tot pieken en dalen in de marginale druk. Een hoge marginale druk kan leiden tot hoge terugvorderingen bij relatief kleine inkomensstijgingen.

Het wetsvoorstel maakt deel uit van het pakket Belastingplan 2025 c.a.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Schriftelijke voorbereiding
Eerste Kamer
Plenair
 
Afkondiging
Staatsblad(en)

De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 14 november 2024 aangenomen.

Voor: GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, D66, NSC, ChristenUnie, SGP, CDA, VVD, BBB, JA21 en PVV.

Tegen: SP, PvdD en FVD.

Inbreng voor het verslag door de Eerste Kamercommissie voor Financiën (FIN) vindt plaats op 26 november 2024.

Op 18 november 2024 vond een openbare technische briefing plaats over de wetsvoorstellen van het Pakket Belastingplan, inclusief het voorstel Vereenvoudiging van de huurtoeslag (36.311).

De Eerste Kamercommissie voor Financiën (FIN) heeft op 9 juli 2024 de planning van de schriftelijke voorbereiding van het Pakket Belastingplan 2024 vastgesteld:

  • Op dinsdag 26 november 2024 levert de commissie inbreng voor het verslag en zal zij verzoeken de antwoorden van de eerste schriftelijke vragenronde te ontvangen op vrijdag 29 november 2024.
  • De inbreng voor een eventueel tweede verslag is voorzien voor dinsdag 3 december 2024.
  • De plenaire behandeling van de wetsvoorstellen zijn voorzien voor maandag 9 en dinsdag 10 december 2024 en de stemmingen voor dinsdag 17 december 2024.

Kerngegevens

ingediend

17 september 2024

titel

Wijziging van de Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag, de Wet op de huurtoeslag en enkele andere wetten ter verbetering van de koopkracht en vereenvoudiging van de regeling

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Met ingang van 1 januari 2025, met uitzondering van de artikelen IV en V die in werking treden met ingang van 1 juli 2025 en met uitzondering van de artikelen I, III en VI die in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip


Documenten

16