2.36375
Implementatie richtlijn milieuaansprakelijkheid
Beslispunt
Wenst de commissie:
-
-een datum te bepalen voor het leveren van inbreng voor een derde verslag?
-
-het wetsvoorstel af te doen als hamerstuk of na stemming?
-
-aan de Kamervoorzitter een datumvoorstel voor een plenair debat te doen?
Toelichting
Dit wetsvoorstel was oorspronkelijk opgenomen op een termijnbrief, aangezien het in de Tweede Kamer zonder beraadslaging en stemming is aanvaard. Op verzoek van het lid Van Langen-Visbeek (BBB) heeft de commissie in haar vergadering van 30 januari 2024 besloten het wetsvoorstel niet als hamerstuk af te doen. Vervolgens is inbreng geleverd voor een verslag en daarna, na ontvangst van de nota naar aanleiding van het verslag, voor een tweede verslag. Op 25 juni 2024 is de nota naar aanleiding van het tweede verslag aan de Kamer aangeboden. Thans kan de commissie de nadere procedure bespreken.
Mocht de commissie besluiten dat het wetsvoorstel als hamerstuk of na stemming kan worden afgedaan, dan kan dit nog aan het einde van de plenaire vergadering van 9 juli geschieden. Een eventueel plenair debat zal uiteraard pas na het zomerreces van de Kamer worden ingepland.
Nadere procedure
3.36412
Versterking toepassing profijtbeginsel bij de watersysteemheffing
Beslispunt
Wenst de commissie een datum te bepalen voor het leveren van inbreng voor een verslag?
Toelichting
De commissie besprak in haar vergadering van 4 juni jl. het mogelijke tijdpad van behandeling van het wetsvoorstel Versterking toepassing profijtbeginsel bij de watersysteemheffing. De commissie besloot het leveren van inbreng voor het verslag - dat op dat moment gepland stond voor 11 juni - aan te houden tot een nader te bepalen datum en eerst een technische briefing over het wetsvoorstel te houden. Bedoelde technische briefing heeft heden plaatsgevonden.
Procedure (vervolg)
4.33118 / 34986, GB
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over ontwikkelingen in de implementatie van de Omgevingswet; Omgevingsrecht
Beslispunten
-
-Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 25 juni 2024 met de minister van BZK (thans: minister van VRO) in nader schriftelijk overleg te treden? Zo ja, op welke termijn?
-
-Hoe wenst de commissie te oordelen over de status van toezeggingen T03746 en T03557?
Toelichting
Op 17 april 2024 heeft de minister van BZK de Kamer de eerste voortgangsbrief implementatie Omgevingswet doen toekomen. Hiermee zet hij een praktijk voort van voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet, namelijk dat hij de Kamer ieder kwartaal over de voortgang informeert. De commissie heeft naar aanleiding hiervan op 21 mei 2024 een brief met vragen gestuurd, gebaseerd op inbreng van de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA en de PvdD gezamenlijk (mede namens de leden van de fractie van Volt) en de leden van de fractie van de BBB. De minister van BZK heeft op 25 juni jl. geantwoord, welke antwoordbrief heden ter bespreking is bijgevoegd. Ten aanzien van de in de brief voorkomende toezeggingen kan de commissie eveneens een oordeel geven.
***
T03746 (Informeren over gebruik TAM's en moment uitfasering)
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Langen-Visbeek (BBB), Moonen (D66) en Rietkerk (CDA), toe in de voortgangsbrieven in te gaan op het gebruik van de tijdelijk alternatieve maatregelen (TAM’s) en in nauwe samenspraak met bevoegd gezagen te bezien wat het juiste moment is om deze uit te faseren.
(huidige status: deels voldaan)
T03557 (TAM-IMRO eventueel verlengen)
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Moonen (D66), toe dat er bereidheid is om de TAM-IMRO eventueel met een of twee jaar te verlengen in het geval gemeenten hierom vragen.
(huidige status: openstaand)
Reactie minister:
"Met de bestuurlijke partners is afgesproken om een half jaar voor het einde van de Tijdelijke Alternatieve Maatregelen (hierna: TAM) duidelijkheid te geven. Dit is in lijn met de eerder gemaakte afspraken en de wens om bevoegd gezagen minimaal zes maanden van tevoren duidelijkheid te verschaffen, zodat hier tijdig rekening mee kan worden gehouden en vertraging in de planvorming wordt voorkomen. Deze gesprekken bevinden zich op dit moment in de afrondende fase. De bestuurlijke partners en ik delen het standpunt dat daar waar een verlenging van de TAM noodzakelijk is, deze ook verlengd worden. Daarbij hoort ook het inzichtelijk maken van de financiële gevolgen van het verlengen van de TAM en het benoemen van de acties die bij bevoegd gezagen en (software)leveranciers (nog) nodig zijn om te kunnen werken via het hoofdspoor. De intentie van alle partijen is om in het bestuurlijk overleg van begin juli 2024 de afspraken en de uitwerking te bekrachtigen. Daarmee ontstaat tijdig de gevraagde duidelijkheid. In de voortgangsbrief over het tweede kwartaal 2024 informeer ik uw Kamer over de besluitvorming en de stand van zaken ."
Ambtelijk voorstel: de status van beide toezeggingen ongewijzigd laten in afwachting van het bestuurlijk overleg en de volgende voortgangsbrief.
***
Bespreking verslag van een schriftelijk overleg
5.Toezeggingen T03859 en T03860
Toezegging Herziening lozingsvergunningen (36.410 XII); Toezegging PFAS-lozingen (36.410 XII)
Beslispunten
-
-Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 25 juni 2024 met de minister (thans: staatssecretaris) van I&W in overleg te treden? Zo ja, op welke termijn?
-
-Kan de commissie ermee instemmen de toezeggingen T03859 en T03860 als voldaan aan te merken?
Toelichting
Tijdens het plenaire debat over het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 van 2 april 2024 heeft de minister van I&W toezeggingen T03859 en T03860 gedaan aan het lid Van Aelst-den Uijl (SP). De mininster geeft met de brief van 25 juni jl. invulling aan deze twee toezeggingen. In de brief en de bijlagen daarbij wordt een overzicht van de PFAS-lozingen verschaft en ingegaan op de stand van zaken van het bezien en herzien van lozingsvergunningen van Rijkswaterstaat. De commissie kan thans een oordeel geven over de status van deze toezeggingen.
***
T03859 (Pfas-lozingen)
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Aelst-den Uijl (SP), toe de brief met een overzicht van de bekende pfas-lozingen ook aan de Eerste Kamer te sturen.
(huidige status: openstaand)
Ambtelijk voorstel: de toezegging kan met de door de minister verschafte informatie als voldaan worden aangemerkt.
T03860 (Herziening lozingsvergunningen)
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Aelst-den Uijl (SP), toe haar een brief te sturen met de laatste stand van zaken betreffende de herziening van de lozingsvergunningen.
(huidige status: openstaand)
Ambtelijk voorstel: de toezegging kan met de door de minister verschafte informatie als voldaan worden aangemerkt.
***
Bespreking
6.29435, J
Brief van de minister van BZK ter aanbieding van het Voorontwerp Nota Ruimte; Nota Ruimte
Beslispunt
Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 25 juni 2024 met de minister van BZK (thans: minister van VRO) in overleg te treden? Zo ja, op welke termijn?
Toelichting
Bij brief van 25 juni 2024 biedt de minister van BZK de Kamer een afschrift van een brief aan de Tweede Kamer van 21 juni 2024 aan met als bijlage het Voorontwerp Nota Ruimte. Bijgevoegd zijn ook de reflecties van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het College van Rijksadviseurs (CRA) op de ruimtelijke voorstellen van de provincies.
De commissie BIZA van de Tweede Kamer treedt na het zomerreces in schriftelijk overleg over de Nota.
Bespreking
7.31936, BA
Brief van de minister van I&W ter aanbieding van de 'Notitie Reikwijdte en Detailniveau'; Luchtvaartbeleid
Beslispunt
Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 27 juni 2024 met de minister van I&W in overleg te treden? Zo ja, op welke termijn?
Toelichting
Bij brief van 27 juni 2024 biedt de minister van I&W de Kamer de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) aan, die is opgesteld in het kader van de voorgenomen wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB). Achtergrond van de wijziging is de civiele procedure die de stichting Recht op Bescherming tegen Vliegtuighinder (RBV) tegen de Staat heeft aangespannen. De wijziging van het LVB moet uiterlijk eind maart 2025 in werking treden. Een van de stappen die in het kader van de wijzging van het LVB moeten worden genomen is het opstellen van een milieueffectrapport (MER). Als startdocument voor het mer-proces is bedoelde notitie opgesteld. Ook wordt beschreven voor welke voorgenomen maatregel de milieueffecten worden onderzocht en in het MER in kaart worden gebracht.
De Commissie voor de milieueffectrapportage wordt gevraagd te adviseren over de reikwijdte en het detailniveau van het MER. De vervolgstap is het daadwerkelijk opstellen van een MER. Na afronding wordt het MER tegelijk met het ontwerp-LVB aangeboden aan het parlement voor de voorhangprocedure (voorzien voor november/december 2024).
Voorgeschiedenis
Bij brief van 16 februari 2021 (31936, Y) heeft de toenmalige minister van I&W de Kamer het ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) en het daarbij behorende MER in verband met de invoering van het Nieuwe Normen- en Handhavingsstelsel (NNHS) aangeboden. De commissie besloot op 2 maart 2021 om het ontwerpbesluit tot wijziging van het LVB in behandeling te nemen. Over de wijze van behandeling besloot de commissie te spreken wanneer meer bekend was over de behandeling van het ontwerpbesluit in de Tweede Kamer. De minister van I&W is bij brief van 4 maart 2021 verzocht om geen onomkeerbare stappen te zetten totdat de behandeling van het ontwerpbesluit in de Kamer was afgerond.
Sinds maart 2021 is er weinig gebeurd rondom het ontwerpbesluit. De Tweede Kamer heeft het in verband met de val van kabinet Rutte III controversieel verklaard en de voorhangbrief uiteindelijk op 7 september 2023 voor kennisgeving aangenomen i.v.m. het - volgens de Tweede Kamer - verstrijken van de termijn. Het ontwerp-LVB uit 2021 zal worden ingetrokken op het moment dat het nieuwe ontwerp-LVB en de bijbehorende MER in voorhang aan de Kamer worden aangeboden.
Bespreking
8.Deskundigenbijeenkomsten Water
Beslispunt
Wenst de commissie een werkgroep te belasten met de organisatie van een vierde deskundigenbijeenkomst?
Toelichting
Op 19 maart, 26 maart en 2 juli 2024 heeft de commissie deskundigenbijeenkomsten gehouden over respectievelijk het principe 'water en bodem sturend', waterveiligheid en waterkwaliteit. In haar vergadering van 4 juni jl. had de commissie reeds besloten tot het organiseren van een vierde bijeenkomst op een nog nader te bepalen moment met nog nader te bepalen deskundigen uit met name de uitvoeringspraktijk. De organisatie van deze bijeenkomst zou na de derde bijeenkomst nader besproken worden.
Het ambtelijke advies zou zijn de vierde bijeenkomst weer te laten voorbereiden door een werkgroep bestaande uit de leden die ook de drie eerdere bijeenkomsten hebben voorbereid, zijnde de leden Thijssen (GroenLinks-PvdA), Van Langen-Visbeek (BBB) en Klip-Martin (VVD). De werkgroep legt dan ergens na het zomerreces een uitgewerkt voorstel aan de commissie voor. Het ligt in de rede dat de vierde bijeenkomst vervolgens ergens in oktober van dit jaar kan worden gehouden.
Het videoverslag van de bijeenkomst van 2 juli is hier terug te kijken: Verslag van de vergadering van de commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) op 2 juli 2024
Nabespreking derde bijeenkomst, bespreking organisatie vierde bijeenkomst
9.32698, C
Brief van de minister van I&W met kabinetsreactie op rapport Algemene Rekenkamer 'Voorbij de dijk: keuzes in het waterveiligheidsbeleid'; Hoogwaterbeschermingsprogramma
Beslispunt
Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 27 mei 2024 met de minister van I&W in overleg te treden? Zo ja, op welke termijn?
Toelichting
De commissie heeft de minister van I&W in haar vergadering van 14 mei 2024 verzocht om de aan de Tweede Kamer toegezonden kabinetsreactie op het rapport “Voorbij de dijk. Keuzes in het waterveiligheidsbeleid” van de Algemene Rekenkamer ook rechtstreeks aan de Eerste Kamer te doen toekomen. De minister heeft bij brief van 27 mei 2024 aan dit verzoek voldaan. De commissie besloot op 11 juni jl. om het agendapunt opnieuw te agenderen nadat de deskundigenbijeenkomst van 2 juli jl. over waterkwaliteit heeft plaatsgevonden. Dat is thans het geval.
Bespreking
10.27625, H
Brief van de minister van I&W ter aanbieding van 'De staat van ons water 2023'; Waterbeleid
Beslispunt
Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 4 juni 2024 met de minister van I&W in overleg te treden? Zo ja, op welke termijn?
Toelichting
De commissie verzocht de minister van I&W in haar vergadering van 28 mei jl. om de aan de Tweede Kamer toegezonden rapportage 'De Staat van Ons Water' van de partners van het bestuursakkoord Water ook rechtstreeks aan de Eerste Kamer te doen toekomen. De minister geeft met de op 4 juni 2024 gezonden brief aan dit verzoek uitvoering. De commissie besloot op 11 juni jl. om het agendapunt opnieuw te agenderen nadat de deskundigenbijeenkomst van 2 juli jl. over waterkwaliteit heeft plaatsgevonden. Dat is thans het geval.
Bespreking
11.21501-33, M
Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van I&W naar aanleiding van een schriftelijk overleg van de Tweede Kamer over de Transportraad van 4 december 2023; Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Beslispunt
Welke fracties wensen heden inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren?
Toelichting
Op 19 december 2023 is op initiatief van het lid Van Langen-Visbeek (BBB) inbreng geleverd voor schriftelijk overleg met de bewindslieden van I&W over - kort gezegd - de Transportraad van 4 december 2023. Op 9 januari 2024 zijn gelijkluidende brieven verstuurd naar de staatssecretaris en minister van I&W. Naar aanleiding van de antwoordbrief van de minister van I&W, mede namens de staatssecretaris van I&W, van 9 februari 2024 (21501-33, L), zijn nadere vragen gesteld, gebaseerd op inbreng van de leden van de fractie van de BBB. De antwoordbrief van de minister van I&W van 19 juni jl. op deze nadere vragen was in de commissievergadering van 25 juni jl. geagendeerd. De commissie besloot om heden gelegenheid te geven voor een derde schriftelijke ronde.
Inbreng voor nader schriftelijk overleg
12.21501-08, V
Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van I&W over de geannoteerde agenda van de Milieuraad van 25 maart 2024; Milieuraad
Beslispunt
Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 27 juni jl. in nader schriftelijk overleg te treden met de regering?
Toelichting
De commissie heeft bij brief van 31 mei 2024 de regering enkele nadere vragen voorgelegd van de BBB-fractie betreffende de geannoteerde agenda van de Milieuraad van 25 maart 2024. De regering heeft deze vragen bij brief van 27 juni 2024 beantwoord.
Op 2 juli jl. is er reeds een brief uitgestuurd naar de minister van I&W met vragen naar aanleiding van de geannoteerde agenda voor de Milieuraad van 17 juni.
Bespreking
13.21501-08, W
Brief van de ministers van I&W en voor K&E over verslag van de Milieuraad van 17 juni 2024; Milieuraad
Beslispunt
Wenst de commissie naar aanleiding van het verslag van de Milieuraad van 17 juni jl. met de regering in overleg te treden, bijvoorbeeld over het voorstel voor een richtlijn inzake bodemmonitoring? Zo ja, op welke termijn?
Toelichting
In de aanbiedingsbrief bij het verslag van de Milieuraad die op 17 juni 2024 heeft plaatsgevonden, wordt de Kamer eveneens geinformeerd over de algemene oriëntaties die zijn bereikt in de Raad op de herziening detergenten verordening en op de 3 wetgevende voorstellen onder het één stof, éénbeoordelingspakket. Verder wordt de Kamer als bijlage
de kwartaalrapportage aan met de stand van zaken van de lopende onderhandelingen van de Europese voorstellen op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aangeboden.
In het verslag van de Milieuraad die op 17 juni 2024 heeft plaatsgevonden, gaat de regering ook in op de onderhandelingen over het voorstel voor een richtlijn inzake bodemmonitoring. Dit voorstel is al sinds juli 2023 in behandeling bij de commissie. De Eerste en Tweede Kamer hebben ten aanzien van het voorstel dezelfde subsidiariteitsbezwaren ingebracht. Op 4 april 2024 ontving de commissie een antwoord van de Europese Commissie op het subsidiariteitsbezwaar (36397, F herdruk). De subsidiariteitsprocedure heeft niet geleid tot een 'gele of oranje kaart', aangezien te weinig nationale parlementen bezwaar hebben gemaakt.
In het verslag wordt o.a. aangegeven dat tijdens de Milieuraad een algemene oriëntatie is bereikt op het voorstel voor de richtlijn Bodemmonitoring en veerkracht. Onder Spaans en Belgisch voorzitterschap hebben er onderhandelingen op het voorstel plaatsgevonden en is er tot een compromistekst gekomen. De triloogonderhandelingen zullen plaatsvinden onder Hongaars voorzitterschap, met het doel tot een politiek akkoord te komen voor het einde van dit jaar. Tijdens deze onderhandelingen zal Nederland scherp zijn op de flexibiliteit voor nationale omstandigheden.
Op 2 juli jl. is er reeds een brief uitgestuurd naar de minister van I&W met vragen naar aanleiding van de geannoteerde agenda voor de onderhavige Milieuraad.
Bespreking
14.Mededelingen en informatie
Ter informatie zijn bijgevoegd:
-
-het Rli-advies “Met recht balanceren: juridisering in de leefomgeving”. Dit advies heeft de nodige media-aandacht gegenereerd;
-
-een uitstelbrief van de minister van I&W betreffende nadere vragen inzake de veertiende Monitoringsrapportage NSL 2023;
-
-het verslag van de Transportraad van 18 juni 2024;
-
-CV's van de nieuwe bewindslieden op I&W en VRO, inclusief hun introductiedossiers;
-
-twee termijnbrieven. Let op! Op de termijnbrief van 27 juni staan drie begrotingswijzigingen IWO (wijziging begroting I&W, Mobiliteitsfonds, Deltafonds). Indien er niet wordt 'gepiept' worden deze voorstellen op 9 juli als hamerstuk afgedaan.