Dinsdag 17 december 2024, commissie Binnenlandse Zaken (BIZA)




Agenda

1.Vaststellen agenda (aansluitend aan BIZA+DIGI-vergadering)


2.36600 B

Begrotingsstaat gemeentefonds 2025

Beslispunt

Hoe wenst de commissie het begrotingswetsvoorstel te behandelen?

Toelichting

De commissie heeft de keuze uit de volgende behandelopties:

  • 1) 
    een datum bepalen voor het leveren van inbreng voor het verslag;
  • 2) 
    volstaan met een blanco verslag -> geen schriftelijke voorbereiding in commissieverband, en het wetsvoorstel ter besluitvorming aan de plenaire vergadering voorleggen als hamerstuk of door middel van stemming;
  • 3) 
    volstaan met een verslag onder voorbehoud van plenaire behandeling -> geen schriftelijke behandeling in de commissie, wel een plenair debat.

NB: Mocht de commissie besluiten tot optie 2 (blanco verslag en stemming/afdoen als hamerstuk), dan wordt in principe het goede gebruik gevolgd dat aan het einde van de laatste plenaire vergadering voor het kerstreces eventuele hamerstukken en stemmingen over wetsvoorstellen, waartoe diezelfde dag is besloten door de commissies, worden afgehandeld, tenzij de commissie aangeeft het begrotingsvoorstel pas in een volgende plenaire vergadering te willen afhandelen.

Achtergrond

  • Op 12 december jl. heeft de Tweede Kamer gestemd over alle begrotingswetsvoorstellen Hierdoor is de behandeling in deze Kamer een week doorgeschoven. In CvF is het onderstaande procedurele kader aan de orde geweest.
  • In artikel 2.25 Comptabiliteitswet 2016 is is een regel opgenomen voor het geval een begroting niet voor de start van het kalenderjaar is goedgekeurd.
  • Lopend beleid dat ten grondslag ligt aan de begroting kan met terughoudendheid in uitvoering worden genomen. Voor nieuw beleid geldt in principe "niet, tenzij". Voor dit "tenzij" is vereist dat uitstel naar de mening van de betreffende minister niet in het belang is van de Staat en dat hij de Kamers daarover moet hebben geïnformeerd.
  • In de Europese Verordening met begrotingsregels (1) staat dat de begroting jaarlijks uiterlijk voor de jaarwisseling wordt vastgesteld. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat de overheid in staat blijft haar essentiële plichten te vervullen. Voor het geval behandeling voor de jaarwisseling niet lukt ("omwille van objectieve redenen buiten de macht van de overheid"), dienen lidstaten te beschikken over uitgestelde begrotingsprocedures.
  • Met de hiervoor genoemde bepalingen uit de Comptabiliteitswet is in zo'n uitgestelde begrotingsprocedure voorzien.
  • In 2023 zijn, vanwege de TK-verkiezingen, slechts enkele begrotingen (5 van de 23) voor de jaarwisseling in de EK afgehandeld. De rest is behandeld in het lopende begrotingsjaar.
  • In de Tweede Kamer wordt altijd over alle begrotingen gezamenlijk gestemd. De reden daarvoor is gelegen in het recht van amendement. Een wijziging van de ene begroting kan dan desgewenst worden gedekt met middelen op een andere begroting. Als al over een begrotingsvoorstel zou zijn gestemd door de Tweede Kamer, is die optie niet meer beschikbaar.

  • (1) 
    Verordening EU nr. 473/2013 betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone. Zie artikel 4, lid 3 en overweging 15.

Procedure

3.36.600 C

Begrotingsstaat provinciefonds 2025

Beslispunt

Hoe wenst de commissie het begrotingswetsvoorstel te behandelen?

Toelichting

De commissie heeft de keuze uit de volgende behandelopties:

  • 1) 
    een datum bepalen voor het leveren van inbreng voor het verslag;
  • 2) 
    volstaan met een blanco verslag -> geen schriftelijke voorbereiding in commissieverband, en het wetsvoorstel ter besluitvorming aan de plenaire vergadering voorleggen als hamerstuk of door middel van stemming;
  • 3) 
    volstaan met een verslag onder voorbehoud van plenaire behandeling -> geen schriftelijke behandeling in de commissie, wel een plenair debat.

NB: Mocht de commissie besluiten tot optie 2 (blanco verslag en stemming/afdoen als hamerstuk), dan wordt in principe het goede gebruik gevolgd dat aan het einde van de laatste plenaire vergadering voor het kerstreces eventuele hamerstukken en stemmingen over wetsvoorstellen, waartoe diezelfde dag is besloten door de commissies, worden afgehandeld, tenzij de commissie aangeeft het begrotingsvoorstel pas in een volgende plenaire vergadering te willen afhandelen.

Achtergrond

  • Op 12 december jl. heeft de Tweede Kamer gestemd over alle begrotingswetsvoorstellen Hierdoor is de behandeling in deze Kamer een week doorgeschoven. In CvF is het onderstaande procedurele kader aan de orde geweest.
  • In artikel 2.25 Comptabiliteitswet 2016 is is een regel opgenomen voor het geval een begroting niet voor de start van het kalenderjaar is goedgekeurd.
  • Lopend beleid dat ten grondslag ligt aan de begroting kan met terughoudendheid in uitvoering worden genomen. Voor nieuw beleid geldt in principe "niet, tenzij". Voor dit "tenzij" is vereist dat uitstel naar de mening van de betreffende minister niet in het belang is van de Staat en dat hij de Kamers daarover moet hebben geïnformeerd.
  • In de Europese Verordening met begrotingsregels (1) staat dat de begroting jaarlijks uiterlijk voor de jaarwisseling wordt vastgesteld. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat de overheid in staat blijft haar essentiële plichten te vervullen. Voor het geval behandeling voor de jaarwisseling niet lukt ("omwille van objectieve redenen buiten de macht van de overheid"), dienen lidstaten te beschikken over uitgestelde begrotingsprocedures.
  • Met de hiervoor genoemde bepalingen uit de Comptabiliteitswet is in zo'n uitgestelde begrotingsprocedure voorzien.
  • In 2023 zijn, vanwege de TK-verkiezingen, slechts enkele begrotingen (5 van de 23) voor de jaarwisseling in de EK afgehandeld. De rest is behandeld in het lopende begrotingsjaar.
  • In de Tweede Kamer wordt altijd over alle begrotingen gezamenlijk gestemd. De reden daarvoor is gelegen in het recht van amendement. Een wijziging van de ene begroting kan dan desgewenst worden gedekt met middelen op een andere begroting. Als al over een begrotingsvoorstel zou zijn gestemd door de Tweede Kamer, is die optie niet meer beschikbaar.
  • (1) 
    Verordening EU nr. 473/2013 betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone. Zie artikel 4, lid 3 en overweging 15.

Procedure

4.36600 I

Begrotingsstaat Koning 2025

Beslispunt

Hoe wenst de commissie het begrotingswetsvoorstel te behandelen?

Toelichting

De commissie heeft de keuze uit de volgende behandelopties:

  • 1) 
    een datum bepalen voor het leveren van inbreng voor het verslag;
  • 2) 
    volstaan met een blanco verslag -> geen schriftelijke voorbereiding in commissieverband, en het wetsvoorstel ter besluitvorming aan de plenaire vergadering voorleggen als hamerstuk of door middel van stemming;
  • 3) 
    volstaan met een verslag onder voorbehoud van plenaire behandeling -> geen schriftelijke behandeling in de commissie, wel een plenair debat.

NB: Mocht de commissie besluiten tot optie 2 (blanco verslag en stemming/afdoen als hamerstuk), dan wordt in principe het goede gebruik gevolgd dat aan het einde van de laatste plenaire vergadering voor het kerstreces eventuele hamerstukken en stemmingen over wetsvoorstellen, waartoe diezelfde dag is besloten door de commissies, worden afgehandeld, tenzij de commissie aangeeft het begrotingsvoorstel pas in een volgende plenaire vergadering te willen afhandelen.

Achtergrond

  • Op 12 december jl. heeft de Tweede Kamer gestemd over alle begrotingswetsvoorstellen Hierdoor is de behandeling in deze Kamer een week doorgeschoven. In CvF is het onderstaande procedurele kader aan de orde geweest.
  • In artikel 2.25 Comptabiliteitswet 2016 is is een regel opgenomen voor het geval een begroting niet voor de start van het kalenderjaar is goedgekeurd.
  • Lopend beleid dat ten grondslag ligt aan de begroting kan met terughoudendheid in uitvoering worden genomen. Voor nieuw beleid geldt in principe "niet, tenzij". Voor dit "tenzij" is vereist dat uitstel naar de mening van de betreffende minister niet in het belang is van de Staat en dat hij de Kamers daarover moet hebben geïnformeerd.
  • In de Europese Verordening met begrotingsregels (1) staat dat de begroting jaarlijks uiterlijk voor de jaarwisseling wordt vastgesteld. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat de overheid in staat blijft haar essentiële plichten te vervullen. Voor het geval behandeling voor de jaarwisseling niet lukt ("omwille van objectieve redenen buiten de macht van de overheid"), dienen lidstaten te beschikken over uitgestelde begrotingsprocedures.
  • Met de hiervoor genoemde bepalingen uit de Comptabiliteitswet is in zo'n uitgestelde begrotingsprocedure voorzien.
  • In 2023 zijn, vanwege de TK-verkiezingen, slechts enkele begrotingen (5 van de 23) voor de jaarwisseling in de EK afgehandeld. De rest is behandeld in het lopende begrotingsjaar.
  • In de Tweede Kamer wordt altijd over alle begrotingen gezamenlijk gestemd. De reden daarvoor is gelegen in het recht van amendement. Een wijziging van de ene begroting kan dan desgewenst worden gedekt met middelen op een andere begroting. Als al over een begrotingsvoorstel zou zijn gestemd door de Tweede Kamer, is die optie niet meer beschikbaar.
  • (1) 
    Verordening EU nr. 473/2013 betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone. Zie artikel 4, lid 3 en overweging 15.

Procedure

5.36600 IIA

Begrotingsstaat Staten-Generaal 2025

Beslispunt

Hoe wenst de commissie het begrotingswetsvoorstel te behandelen?

Toelichting

De commissie heeft de keuze uit de volgende behandelopties:

  • 1) 
    een datum bepalen voor het leveren van inbreng voor het verslag;
  • 2) 
    volstaan met een blanco verslag -> geen schriftelijke voorbereiding in commissieverband, en het wetsvoorstel ter besluitvorming aan de plenaire vergadering voorleggen als hamerstuk of door middel van stemming;
  • 3) 
    volstaan met een verslag onder voorbehoud van plenaire behandeling -> geen schriftelijke behandeling in de commissie, wel een plenair debat.

NB: Mocht de commissie besluiten tot optie 2 (blanco verslag en stemming/afdoen als hamerstuk), dan wordt in principe het goede gebruik gevolgd dat aan het einde van de laatste plenaire vergadering voor het kerstreces eventuele hamerstukken en stemmingen over wetsvoorstellen, waartoe diezelfde dag is besloten door de commissies, worden afgehandeld, tenzij de commissie aangeeft het begrotingsvoorstel pas in een volgende plenaire vergadering te willen afhandelen.

Achtergrond

  • Op 12 december jl. heeft de Tweede Kamer gestemd over alle begrotingswetsvoorstellen Hierdoor is de behandeling in deze Kamer een week doorgeschoven. In CvF is het onderstaande procedurele kader aan de orde geweest.
  • In artikel 2.25 Comptabiliteitswet 2016 is is een regel opgenomen voor het geval een begroting niet voor de start van het kalenderjaar is goedgekeurd.
  • Lopend beleid dat ten grondslag ligt aan de begroting kan met terughoudendheid in uitvoering worden genomen. Voor nieuw beleid geldt in principe "niet, tenzij". Voor dit "tenzij" is vereist dat uitstel naar de mening van de betreffende minister niet in het belang is van de Staat en dat hij de Kamers daarover moet hebben geïnformeerd.
  • In de Europese Verordening met begrotingsregels (1) staat dat de begroting jaarlijks uiterlijk voor de jaarwisseling wordt vastgesteld. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat de overheid in staat blijft haar essentiële plichten te vervullen. Voor het geval behandeling voor de jaarwisseling niet lukt ("omwille van objectieve redenen buiten de macht van de overheid"), dienen lidstaten te beschikken over uitgestelde begrotingsprocedures.
  • Met de hiervoor genoemde bepalingen uit de Comptabiliteitswet is in zo'n uitgestelde begrotingsprocedure voorzien.
  • In 2023 zijn, vanwege de TK-verkiezingen, slechts enkele begrotingen (5 van de 23) voor de jaarwisseling in de EK afgehandeld. De rest is behandeld in het lopende begrotingsjaar.
  • In de Tweede Kamer wordt altijd over alle begrotingen gezamenlijk gestemd. De reden daarvoor is gelegen in het recht van amendement. Een wijziging van de ene begroting kan dan desgewenst worden gedekt met middelen op een andere begroting. Als al over een begrotingsvoorstel zou zijn gestemd door de Tweede Kamer, is die optie niet meer beschikbaar.
  • (1) 
    Verordening EU nr. 473/2013 betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone. Zie artikel 4, lid 3 en overweging 15.

Procedure

6.36600 IIB

Begrotingsstaat overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 2025

Beslispunt

Hoe wenst de commissie het begrotingswetsvoorstel te behandelen?

Toelichting

De commissie heeft de keuze uit de volgende behandelopties:

  • 1) 
    een datum bepalen voor het leveren van inbreng voor het verslag;
  • 2) 
    volstaan met een blanco verslag -> geen schriftelijke voorbereiding in commissieverband, en het wetsvoorstel ter besluitvorming aan de plenaire vergadering voorleggen als hamerstuk of door middel van stemming;
  • 3) 
    volstaan met een verslag onder voorbehoud van plenaire behandeling -> geen schriftelijke behandeling in de commissie, wel een plenair debat.

NB: Mocht de commissie besluiten tot optie 2 (blanco verslag en stemming/afdoen als hamerstuk), dan wordt in principe het goede gebruik gevolgd dat aan het einde van de laatste plenaire vergadering voor het kerstreces eventuele hamerstukken en stemmingen over wetsvoorstellen, waartoe diezelfde dag is besloten door de commissies, worden afgehandeld, tenzij de commissie aangeeft het begrotingsvoorstel pas in een volgende plenaire vergadering te willen afhandelen.

Achtergrond

  • Op 12 december jl. heeft de Tweede Kamer gestemd over alle begrotingswetsvoorstellen Hierdoor is de behandeling in deze Kamer een week doorgeschoven. In CvF is het onderstaande procedurele kader aan de orde geweest.
  • In artikel 2.25 Comptabiliteitswet 2016 is is een regel opgenomen voor het geval een begroting niet voor de start van het kalenderjaar is goedgekeurd.
  • Lopend beleid dat ten grondslag ligt aan de begroting kan met terughoudendheid in uitvoering worden genomen. Voor nieuw beleid geldt in principe "niet, tenzij". Voor dit "tenzij" is vereist dat uitstel naar de mening van de betreffende minister niet in het belang is van de Staat en dat hij de Kamers daarover moet hebben geïnformeerd.
  • In de Europese Verordening met begrotingsregels (1) staat dat de begroting jaarlijks uiterlijk voor de jaarwisseling wordt vastgesteld. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat de overheid in staat blijft haar essentiële plichten te vervullen. Voor het geval behandeling voor de jaarwisseling niet lukt ("omwille van objectieve redenen buiten de macht van de overheid"), dienen lidstaten te beschikken over uitgestelde begrotingsprocedures.
  • Met de hiervoor genoemde bepalingen uit de Comptabiliteitswet is in zo'n uitgestelde begrotingsprocedure voorzien.
  • In 2023 zijn, vanwege de TK-verkiezingen, slechts enkele begrotingen (5 van de 23) voor de jaarwisseling in de EK afgehandeld. De rest is behandeld in het lopende begrotingsjaar.
  • In de Tweede Kamer wordt altijd over alle begrotingen gezamenlijk gestemd. De reden daarvoor is gelegen in het recht van amendement. Een wijziging van de ene begroting kan dan desgewenst worden gedekt met middelen op een andere begroting. Als al over een begrotingsvoorstel zou zijn gestemd door de Tweede Kamer, is die optie niet meer beschikbaar.
  • (1) 
    Verordening EU nr. 473/2013 betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone. Zie artikel 4, lid 3 en overweging 15.

Procedure

7.36600 III

Begrotingsstaten Algemene Zaken, Kabinet van de Koning en Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2025

Beslispunt

Hoe wenst de commissie het begrotingswetsvoorstel te behandelen?

Toelichting

De commissie heeft de keuze uit de volgende behandelopties:

  • 1) 
    een datum bepalen voor het leveren van inbreng voor het verslag;
  • 2) 
    volstaan met een blanco verslag -> geen schriftelijke voorbereiding in commissieverband, en het wetsvoorstel ter besluitvorming aan de plenaire vergadering voorleggen als hamerstuk of door middel van stemming;
  • 3) 
    volstaan met een verslag onder voorbehoud van plenaire behandeling -> geen schriftelijke behandeling in de commissie, wel een plenair debat.

NB: Mocht de commissie besluiten tot optie 2 (blanco verslag en stemming/afdoen als hamerstuk), dan wordt in principe het goede gebruik gevolgd dat aan het einde van de laatste plenaire vergadering voor het kerstreces eventuele hamerstukken en stemmingen over wetsvoorstellen, waartoe diezelfde dag is besloten door de commissies, worden afgehandeld, tenzij de commissie aangeeft het begrotingsvoorstel pas in een volgende plenaire vergadering te willen afhandelen.

Achtergrond

  • Op 12 december jl. heeft de Tweede Kamer gestemd over alle begrotingswetsvoorstellen Hierdoor is de behandeling in deze Kamer een week doorgeschoven. In CvF is het onderstaande procedurele kader aan de orde geweest.
  • In artikel 2.25 Comptabiliteitswet 2016 is is een regel opgenomen voor het geval een begroting niet voor de start van het kalenderjaar is goedgekeurd.
  • Lopend beleid dat ten grondslag ligt aan de begroting kan met terughoudendheid in uitvoering worden genomen. Voor nieuw beleid geldt in principe "niet, tenzij". Voor dit "tenzij" is vereist dat uitstel naar de mening van de betreffende minister niet in het belang is van de Staat en dat hij de Kamers daarover moet hebben geïnformeerd.
  • In de Europese Verordening met begrotingsregels (1) staat dat de begroting jaarlijks uiterlijk voor de jaarwisseling wordt vastgesteld. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat de overheid in staat blijft haar essentiële plichten te vervullen. Voor het geval behandeling voor de jaarwisseling niet lukt ("omwille van objectieve redenen buiten de macht van de overheid"), dienen lidstaten te beschikken over uitgestelde begrotingsprocedures.
  • Met de hiervoor genoemde bepalingen uit de Comptabiliteitswet is in zo'n uitgestelde begrotingsprocedure voorzien.
  • In 2023 zijn, vanwege de TK-verkiezingen, slechts enkele begrotingen (5 van de 23) voor de jaarwisseling in de EK afgehandeld. De rest is behandeld in het lopende begrotingsjaar.
  • In de Tweede Kamer wordt altijd over alle begrotingen gezamenlijk gestemd. De reden daarvoor is gelegen in het recht van amendement. Een wijziging van de ene begroting kan dan desgewenst worden gedekt met middelen op een andere begroting. Als al over een begrotingsvoorstel zou zijn gestemd door de Tweede Kamer, is die optie niet meer beschikbaar.
  • (1) 
    Verordening EU nr. 473/2013 betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone. Zie artikel 4, lid 3 en overweging 15.

Procedure

8.Brief inzake bezuinigingen Apparaatskosten Rijksoverheid met enige uitzonderingen (verschillende begrotingen) (onder voorbehoud ontvangst brief)

Brief van de minister van BZK over extra taakstelling op apparaatsuitgaven naar aanleiding van amendement-Bontenbal c.s.; Begrotingsstaten Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2025

Toelichting

Tijdens het Tweede Kamerdebat over het akkoord over de gewijzigde OCW-begrotingswetsvoorstel is met amendement 36.600 VIII, nr. 141 (Bontenbal c.s.) de begroting van OCW verhoogd. De dekking voor deze verhoging is onder andere gevonden in een bezuiniging op de apparaatskosten rijksoverheid met enige uitzonderingen. Dit is gedaan middels het aangenomen amendement 36.600 VII, nr. 121 (Bontenbal c.s.) tijdens de begrotingsbehandeling van BZK en met vergelijkbare amendementen bij de behandeling van de verschillende begrotingen per ministerie. In het debat vroeg de Tweede Kamer om nadere informatie over deze bezuinigingen. Uit ambtelijke contacten met het departement van BZK vrijdag 13 december jl., is gebleken dat de ministers van BZK en Financien voornemens zijn hierover maandagmiddag 16 december 2024 beide Kamers nog een brief sturen. Zodra maandag ontvangen zal deze brief hier worden gekoppeld.

De betrokkenheid van de minister van BZK vloeit overigens voort uit haar werkgeversverantwoordelijk voor rijksambtenaren.

Plenair verslag Tweede Kamer over het akkoord over de gewijzigde OCW-begroting:

Dassen (Volt):

"Ik zou dus graag aan de minister van VWS willen vragen om een brief naar de Kamer te sturen voordat de begrotingen behandeld worden in de Eerste Kamer. Ik vraag haar daarin specifiek in te gaan op de juridische uitvoerbaarheid en de uitvoering maar ook op de consequenties van de maatregel die hier nu is opgeschreven, voor de arbeidsmarkt, voor de specialisten, maar zeker ook voor de kosten die de zorg uiteindelijk met zich meeneemt. Als ik het goed begrijp, moeten de ziekenhuizen dit zelf gaan betalen en berekenen ze dit vervolgens door aan de zorgverzekeraars, wat weer terug gaat komen in de premies. Uiteindelijk zijn de Nederlanders degenen die hiervoor gaan opdraaien. Dus graag zo spoedig mogelijk een brief vanuit het ministerie van VWS, en in ieder geval voordat de Eerste Kamer hiermee aan de slag gaat. Eigenlijk zou ik verwachten dat dit ook gedaan wordt als het gaat om de ambtenaren die weggestreept zouden moeten worden, want ook daar is heel veel onduidelijkheid over. Ik zie de heer Krul net een beetje verbaasd van de interruptiemicrofoon weglopen, omdat onduidelijk is hoe het amendement überhaupt meegenomen gaat worden. Dat is mijn informatieverzoek.

[…]

De voorzitter:

Zal ik even antwoord geven op uw eerste informatieverzoek? Dat moet ook even formeel: ik zal het doorgeleiden.

[...]

Minister Bruins:

[…]

Het tweede was het verzoek tot doorgeleiden, maar ik heb de voorzitter inmiddels horen concluderen dat dat zal gebeuren. Maar anders had ik het zeker zelf doorgeleid."




9.36410 B, D

Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over het ontwerpbesluit tot wijziging Bfv 2001 in verband met wijzigingen van de maatstaven van de algemene uitkering van het gemeentefonds; Begrotingsstaat gemeentefonds 2024

Beslispunten

  • zijn de vragen afdoende beantwoord of wenst de commissie in nader schriftelijk overleg te treden?
  • kan de stuiting van het ontwerpbesluit Bfv 2001 worden beëindigd?

Toelichting

Op 22 oktober jl. is een brief aan de minister van BZK gezonden met vragen over het ontwerpbesluit tot wijziging Besluit financiële verhouding 2001 (Bfv 2001). De minister van BZK, mede namens de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdient, heeft bij brief van 6 december 2024 geantwoord op de vragen. Het verslag van een schriftelijk overleg ligt vandaag ter bespreking voor.


Bespreking verslag van een schriftelijk overleg



10.Interparlementaire conferentie over cultureel erfgoed en de identiteit van traditionele nationale minderheden

Toelichting

Het lid Van Langen-Visbeek (BBB) heeft op 4 en 5 december 2024 deelgenomen aan de IPC 'Cultural Heritage and the Identity of Traditional National Minorities' in Boedapest.

In uw commissievergadering van 19 november 2024 hebt u als volgt besloten: 'De volgende deelonderwerpen worden nog genoemd die aandacht zouden mogen krijgen: streektalen, dialecten, erfgoed en heemkunde. Daarnaast wordt besloten dat het lid Van Langen-Visbeek (BBB) haar inzet voorafgaand aan de interparlementaire conferentie met de leden van de commissie zal delen. Na de conferentie zal zij een terugkoppeling geven.'

Het lid van Langen-Visbeek zal vandaag een mondelinge terugkoppeling geven van haar deelname aan de IPC.


Bespreking

11.Mededelingen en informatie

Kwartaalrapportage EU-wetgevingsonderhandelingen op het gebied van BIZA in het derde kwartaal

Op 9 december 2024 ontving de Kamer de derde kwartaalrapportage van lopende EU-wetgevingsonderhandelingen in 2024. Hierin geeft de minister van BZK onder andere een update over de onderhandelingen over het richtlijnvoorstel gelijke behandeling (E080071), het richtlijnvoorstel binnen het pakket betreffende de verdediging van de democratie (E240001) en het initiatiefvoorstel inzake de EU-Kiesakte (E220020).

Afschrift Tweede Kamerbrief evaluatie EP-verkiezingen

Ter informatie is het afschrift van de Tweede Kamerbrief met het verslag van de evaluatie van de Europees Parlementsverkiezingen van 6 juni 2024 toegevoegd.

Uitnodiging ICM "strenghthening cooperation for a timely and correct enforcement of EU law benefitting EU citizens"

Op dinsdag 28 januari 2025 vindt in Brussel een ICM van de commissie voor verzoekschriften (PETI) van het Europees Parlement plaats over versterken van samenwerking met het oog op een tijdige en correcte handhaving van de EU-wetgeving ten behoeve van EU-burgers. De officiële uitnodiging en het conceptprogramma treft u in de bijlagen.





12.Rondvraag



Korte aantekeningen