De Eerste Kamer heeft op dinsdag 25 juni 2013 na een debat met minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingestemd met het niet indexeren van het basiskinderbijslagbedrag in de Algemene Kinderbijslagwet per 1 juli 2013. Deze maatregel is onderdeel van het regeerakkoord 'Bruggen slaan' van het kabinet Rutte-II waarin staat dat kindregelingen hervormd en versoberd worden. Door dit wetsvoorstel zal de kinderbijslag niet per 1 juli 2013 worden geïndexeerd. Voor de indexatie per 1 juli 2014 wordt de consumentenprijsindex van april 2014 ten opzichte van oktober 2013 gehanteerd. Senator Ester (ChristenUnie) vroeg de regering in een motie de gevolgen in beeld te brengen van de bezuinigingen voor gezinnen met kinderen. Minister Asscher gaf aan dat de motie aansloot bij zijn toezegging om deze effecten in kaart te brengen. Op 2 juli 2013 wordt over de motie gestemd.
Kabinetsvisie op gezinspolitiek
Senator Ester (CU) uitte zorgen over de stapeleffecten van directe bezuinigingen op kindregelingen en algemene bezuinigingsmaatregelen. Het stapsgewijs doorvoeren van bezuinigingen op kindregelingen bemoeilijkt volgens Ester een principiële discussie met het kabinet over de gezinspolitiek. De senator bepleitte een gerichte aanpak van het groeiend aantal gezinnen en kinderen dat in armoede leeft. Ester: "We moeten gezinnen sterker maken, niet zwakker."
Ook senator Hoekstra (CDA) acht het bezwaarlijk dat er geen overkoepelende visie is van de regering op de kindregelingen. Hoekstra vroeg hoe het kabinet beoogt Nederlandse gezinnen te ondersteunen en welke regelingen er nog meer worden versoberd. Daarnaast vroeg de senator of minister Asscher in kaart wil brengen hoe er in de ons omringende landen en de Scandinavische landen met kindregelingen wordt omgegaan. Minister Asscher gaf aan dat de hoogte van de kinderbijslag en de toeslagen ook gerelateerd moet worden aan de nationale omstandigheden en dat een vergelijking dus moeilijk is, maar zegde toe hier onderzoek naar te doen.
Senator Ruers (SP) acht het niet passend dat er een wetsvoorstel wordt ingediend dat kindregelingen wijzigt, terwijl de regering nog geen 'compleet pakket' van hervormingen van de kindregelingen heeft ingediend. Ruers vroeg waarom de regering het onvermijdelijk acht dat ook van gezinnen met kinderen een bijdrage wordt gevraagd voor het op orde brengen van overheidsfinanciën. Volgens Ruers levert het een klein bedrag op voor de rijksbegroting, terwijl het een groot bedrag is voor de mensen die het moeten opbrengen. Minister Asscher stelde dat - aangezien er 10 miljard euro omgaat in kindregelingen - het onvermijdelijk is dat ook hier naar een besparing wordt gezocht voor de overheidsfinanciën.
Senator Scholten (D66) acht het toelaatbaar dat met dit wetsvoorstel vooruitgelopen wordt op een breder pakket van hervormingen, aangezien hiermee een (kleine) bijdrage wordt geleverd aan het gezond maken van de overheidsfinanciën. Scholten stelde dat voorkomen moet worden dat de jaarlijkse besparing van 10 miljoen niet doorgaat als dit wetsvoorstel het niet haalt.
Stapeling van maatregelen
Minister Asscher gaf aan dat hij op dit moment bezig is met het uitwerken van het wetsvoorstel voor het hervormen van de kindregelingen en dus nog geen inzicht kan geven in de cumulatieve inkomenseffecten. Volgens de minister zal de begroting 2014 een overzicht bevatten waarbij per inkomensgroep en per gezinssamenstelling de inkomenseffecten aangegeven worden en in verband worden gebracht met de genoemde stapeling van maatregelen. Deze toezegging is volgens de minister in lijn met de door senator Ester over dit onderwerp ingediende motie.
Inkomensafhankelijke kinderbijslag
Senator Thissen (GroenLinks) pleitte voor een inkomensafhankelijke kinderbijslag. Volgens de senator zijn kindregelingen met name gericht op inkomensondersteuning voor gezinnen met een laag tot modaal inkomen en het bevorderen van arbeidsparticipatie. Thissen stelde dat het gelijker maken van mogelijkheden belangrijker is dan het gelijk behandelen van niet gelijke inkomens. Ook gaf hij aan fundamenteel voorstander te zijn van meer investeren in tijden van crisis.
Minister Asscher gaf aan dat een inkomensafhankelijke kinderbijslag het regeerakkoord te buiten zou gaan, terwijl daar al een stevige herverdeling van inkomens aan de orde is. Daarnaast merkte de minister op dat bezuinigen weliswaar geen algemene oplossing is, maar dat er tegelijkertijd niet aan kan worden ontkomen.
Armoedebeleid
Senator Sent (PvdA) vroeg welke mogelijkheden de minister ziet om bij de intensivering van het armoedebeleid extra a andacht te geven aan kinderen en hoe het wetsvoorstel zich verhoudt tot het advies van de Raad van Europa over het stabiliteitsprogramma van Nederland voor de periode 2012-2017. Ook vroeg de senator of minister Asscher bij de toekomstige hervorming van kindregelingen wil toelichten welk van de doelen (vereenvoudiging van het stelsel, verhoging van de arbeidsparticipatie en het bieden van inkomensondersteuning) met welke maatregelen gediend worden. Dit zegde de minister toe.
Senator Kok (PVV) acht het merkwaardig dat het kabinet zich enerzijds uitspreekt om bij intensivering van het armoedebeleid extra aandacht te besteden aan gezinnen met kinderen en anderzijds van hen een bijdrage voor de overheidsfinanciën verlangt. Volgens de senator doet de motivering van de regering voor dit wetsvoorstel geen recht aan de positie van ouders en kinderen.
Minister Asscher stelde dat kindregelingen altijd twee doelen moeten kennen: het bevorderen van participatie èn inkomensondersteuning. Daarbij gaat het om participatie vanuit de mogelijkheid voor de ouders om deel te nemen aan de samenleving vanuit het belang voor het gezin als geheel en voor de kinderen in het bijzonder. De inkomensonafhankelijke ondersteuning gaat vervolgens via de kinderbijslag en de inkomensafhankelijke ondersteuning via de Wet op het kindgebonden budget. Volgens de minister zijn dat de enige regelingen die moeten overblijven van "het woud en de wirwar van regelingen die we nu kennen".
Deel dit item: