Coronawetten na hoofdelijke stemming aanvaard



De Eerste Kamer is dinsdag in een hoofdelijke stemming akkoord gegaan met twee coronawetsvoorstellen. Het wetsvoorstel voor de 4e verlenging van de geldingsduur van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 werd met 46 voor (D66, CDA, VVD, GroenLinks, ChristenUnie, 50PLUS, PvdA en OSF) en 22 stemmen tegen (Fractie-Nanninga, Fractie-Otten, PVV, PvdD, SP, SGP en FVD) aanvaard. Het wetsvoorstel ter Wijziging van Wet publieke gezondheid om covid-19 als A-ziekte aan te merken werd met 48 stemmen voor (D66, CDA, VVD, GroenLinks, ChristenUnie, PvdA, PvdD, SP en OSF) en 19 stemmen tegen (Fractie-Nannninga, Fractie-Otten, PVV, 50PLUS, SGP en FVD) aangenomen.


Moties

De Eerste Kamer aanvaardde ook een motie van senator-De Boer c.s. dat de 5e verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19, die de periode 1 maart 2022 tot 1 juni 2022 betreft, door deze Kamer slechts dan kan worden goedgekeurd mits in het licht van een ongewijzigd gunstig beloop van de pandemie de verlenging zich beperkt tot basismaatregelen zoals afstand, mondkapjes en hygiëne en daarnaast de hoofdlijnen van een definitieve wetgeving bekend zijn, werd eveneens aanvaard. De fracties van D66, CDA, VVD, GroenLinks, ChristenUnie, 50PLUS, PvdA, PvdD, SP en OSF steunden de motie; de fracties van Fractie-Nanninga, PVV, SGP, FVD en Fractie-Otten stemden tegen.

De motie-Otten c.s. die de regering verzoekt de regering om de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 zo spoedig mogelijk en uiterlijk per 1 maart 2022 in te trekken, werd verworpen. In een hoofdelijke stemming stemden 20 senatoren voor de motie (Fractie-Nanninga, Fractie-Otten, PVV, FVD, SP en SGP) en 48 senatoren tegen de motie (D66, CDA, VVD, GroenLinks, ChristenUnie, 50PLUS, PvdA, PvdD en OSF). Minister Kuipers had de motie ontraden.

De hoofdelijke stemmingen vonden in verband met de nog geldende coronabeperkingen in drie groepen plaats. In tegenstelling tot de Ridderzaal - waar de Eerste Kamer tot voor kort vergaderde - is de nieuwe tijdelijke locatie van de Kamer als gevolg van de anderhalvemeterafstandsregel te klein op de hoofdelijke instemming in één keer te doen.

De Kamer debatteerde maandag 21 februari over de twee wetsvoorstellen met minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport:


Over de wetsvoorstellen

Het wetsvoorstel voor de 4e verlenging van de geldigheidsduur van de Tijdelijke Wet maatregelen covid-19 regelt de goedkeuring van de vierde verlenging van de geldingsduur van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Twm) met drie maanden van 1 december 2021 tot 1 maart 2022. De Twm bevat de maatregelen in het kader van covid-19. Deze wet (of onderdelen daarvan) kan steeds met drie maanden verlengd worden. De onderdelen waarvan de geldingsduur niet wordt verlengd vervallen dan. De verlenging gebeurt met een koninklijk besluit.

Nadat het koninklijk besluit is genomen, moet de verlenging via een goedkeuringswet worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer. In de Tweede Kamer is bij de behandeling van de vierde verlenging een amendement aangenomen dat het wetsvoorstel dusdanig aanpast naar de Wet wijziging verlengingssystematiek en goedkeuring vierde verlenging geldingsduur Tijdelijke wet maatregelen covid-19 dat er in plaats van toestemming achteraf, toestemming vooraf van de Staten-Generaal nodig is.

Met de Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met het coronavirus wordt de ministeriële regeling waardoor covid-19 tot groep A van de infectieziekten behoort opgenomen in de Wet publieke gezondheid.



Deel dit item: