De Eerste Kamer stemde 14 juni over vier moties die tijdens Algemene Europese beschouwingen een week eerder waren ingediend. De Kamer nam één motie aan, van PvdA-senator Koole. De motie verzoekt de regering de Nederlandse burgers actief en evenwichtig te informeren over de Europese Unie en de ambitie van Nederland daarbij. De fracties van CDA, PvdA, GroenLinks, D66, SP, PvdD, ChristenUnie en OSF steunden de motie, de fracties van Fractie-Nanninga, Fractie-Otten, PVV, SGP, VVD, 50PLUS, FVD en Fractie-Frentrop stemden tegen.
-
-De motie Koole c.s. verzoekt de regering een meerjarenplan op te stellen met de daarbij behorende middelen om de Nederlandse burgers actief en evenwichtig te informeren over de Europese Unie en de ambitie van Nederland daarbij en daarover de Kamer tegelijk met het toezenden van de begroting Buitenlandse Zaken voor 2023 te informeren. De minister had de motie ontraden.
-
-De motie-Karimi c.s. verzoekt de regering tegen het uitvoeringsbesluit in de Europese Raad te stemmen, actief een coalitie met andere lidstaten te vormen teneinde het uitvoeringsbesluit te blokkeren en bij de Europese Commissie aan te dringen op volledig respect van de Hofuitspraken als voorwaarde voor goedkeuring van het Poolse herstelplan. De minister zegde toe voorafgaand aan de stemming een brief te sturen over het kabinetsstandpunt ten aanzien van dit onderwerp. De brief van Hoekstra met daarin het standpunt van het kabinet volgde dinsdagochtend 14 juni.
-
-De motie-Prast c.s.overweegt dat burgers recht hebben op eerlijke informatie, ook van de overheid, dat de Europese Rekenkamer constateert dat een derde van de uitgaven die de Europese Commissie claimt te besteden aan klimaatbeleid klimaat-irrelevant zijn en dat de methodologie onbetrouwbaar is, en verzoekt de minister in Brussel te bepleiten dat deze methodologie wordt verbeterd. Deze motie was door de minister ontraden.
-
-De tweede motie-Prast c.s. overweegt dat opschorting van invoerrechten op Oekraïense voedselproducten nadelig is voor niet-EU landen die kampen met voedselschaarste, dat Oekraïne geen last heeft van een vraagtekort, en verzoekt de minister om te doen wat in zijn vermogen ligt om de opschorting van invoerrechten op producten uit Oekraïne ongedaan te maken. Deze motie was door de minister ontraden.
De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 7 juni met minister Hoekstra van Buitenlandse Zaken over de staat van de Europese Unie. Dat gebeurde tijdens de zogeheten Algemene Europese beschouwingen, een jaarlijks terugkerend beleidsdebat waarin aspecten van (waaronder de controle) van het Europees integratieproces aan de orde worden gesteld. De Eerste Kamer krijgt hiermee de kans om met de regering over het beleid van het ministerie te praten.
De Kamer sprak onder meer over de oorlog in Oekraïne en de betrokkenheid van de Europese Unie én Nederland; de uitbreiding en verdieping van de Europese Unie; de uitkomsten van de Conferentie over de toekomst van Europa die de afgelopen maanden Europese burgers de kans bood om hun gedachten over de uitdagingen en prioriteiten van de Europese Unie (EU) te delen. Ook spraken de woordvoerders over de Europese rechtsstaat, in het bijzonder de manier waarop binnen de EU wordt omgegaan met Hongarije en Polen die de waarden van de Europese rechtsstaat op punten schenden; en over de democratie binnen de Europese Unie, in het bijzonder het afschaffen van het vetorecht, en de kloof tussen 'Brussel' en de burger.
Deel dit item: