De Eerste Kamer heeft dinsdag 10 december ingestemd met de Energiewet van minister Hermans van Klimaat en Groene Groei. In het wetsvoorstel worden de huidige Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ingetrokken en samengevoegd in één nieuwe wet. De fracties van OPNL, GroenLinks-PvdA, SGP, D66, Volt, CDA, PVV, SP, PvdD, VVD, ChristenUnie, 50PLUS en BBB stemden voor, de fracties van JA21 en FVD stemden tegen het wetsvoorstel. De Kamer nam ook drie moties aan.

Tijdens het debat een week eerder over de Energiewet bleken de meeste woordvoerders vóór het samenvoegen van de twee verouderde wetten in één wet te zijn. Wel hadden zij nog veel vragen over de manier waarop de wet bijdraagt aan het halen van de klimaatdoelen, over de druk op het elektriciteitsnet wanneer minder mensen gas gaan gebruiken, over de verhouding van de inrichting van het Nederlandse systeem ten opzichte van de landen om ons heen, over de elektriciteitstarieven, over energiearmoede, over de scheiding tussen publieke netbeheerders en commerciële aanbieders en over warmtenetten.

Aangenomen moties

De volgende moties zijn door de Kamer aangenomen:

  • De gewijzigde motie-Crone c.s. over een onderzoek naar het aanpassen van het toezichtkader. Deze motie was door de minister ontraden.
  • De motie-Holterhues c.s. over onderzoek naar de mogelijkheden en effecten van zowel een sociaal tarief als een energieprijsplafond. Deze motie had het advies 'Oordeel Kamer' gekregen van de minister.
  • De gewijzigde motie-Panman c.s. over het vaststellen van de Gegevens Uitwisseling Entiteit (GUE) als publieke instantie. De minister had de motie ontraden.

De motie-Panman over de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van bedrijven die gas-infrastructuur beheren, is aangehouden. Ook deze motie was door de minister ontraden.


Over de Energiewet

De Energiewet beoogt volgens het kabinet de inzichtelijkheid, structuur en consistentie, die in de huidige Gaswet en Elektriciteitswet 1998 deels verloren zijn gegaan, terug te brengen. Tegelijk is onderhoud verricht, zodat er weer een toegankelijk en geactualiseerd ordeningskader ontstaat. Daarbij is ten opzichte van de huidige Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zowel op het niveau van indeling als op het niveau van de individuele artikelen opnieuw gestructureerd en ingedeeld. Ook zijn (onnodige) verschillen tussen gas en elektriciteit weggenomen en inconsistenties en verouderde bepalingen geschrapt. Tot slot is er in het licht van Europese wet- en regelgeving, waar nuttig en dienstig, een aantal definities aangepast.



Deel dit item: