De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 25 maart over de begroting voor 2025 van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met minister Bruins en staatssecretaris Paul. Een derde termijn van het debat zal dinsdag 1 april worden gehouden. Eerder was al besloten om de stemming over dit wetsvoorstel gelijktijdig te laten plaatsvinden met de begroting van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De plenaire behandeling van die begroting vindt dinsdag 1 april plaats. Daarom zal over beide wetsvoorstellen en de moties worden gestemd op 8 april. In een schorsing van het debat kregen leden van de commissie voor Onderwijs, Cultuur een Wetenschap een petitie aangeboden.
Bijna alle fracties gingen in op het eenzijdig opzeggen door de minister van het in 2022 gesloten bestuursakkoord met het hoger onderwijs over onder andere starters- en stimuleringsbeurzen. Zij vroegen zich af of dit wel rechtmatig is gebeurd. Volgens minister Bruins was dit juridisch mogelijk, de woordvoerders van de fracties betwijfelden dit. Ook was er veel onduidelijkheid over het door de minister aangekondigde fonds om toptalenten aan te trekken vanuit het buitenland, terwijl het kabinet tegelijk met het wetsvoorstel Internationalisering in balans het aandeel internationale studenten in het Nederlands hoger onderwijs wil beperken. Vanwege tijdens het debat aangeboden stukken over de juridische aspecten van de bezuinigingen op het terrein van onderzoek heeft de Kamer besloten om op dinsdag 1 april een derde termijn van het debat te houden.
Er zijn negen moties ingediend:
-
-Motie-Roovers c.s. over bij de Voorjaarsnota additionele financiële middelen vrijmaken om kansenongelijkheid te bestrijden. De motie is door de staatssecretaris ontraden.
-
-Motie-Roovers c.s. over de Toets Anderstalig Onderwijs schrappen uit de Wet internationalisering in balans. Deze motie is door de minister ontraden.
-
-Motie-Roovers c.s. over academische vrijheid in Nederland. Deze motie is ontraden.
-
-Motie-Van Meenen c.s. over additionele middelen voor universitaire opleidingen. Ook deze motie is ontraden.
-
-Motie-Van Meenen c.s. over het door de regering eenzijdig verbreken van het bestuursakkoord van juli 2022. De motie is ontraden.
-
-Motie-Nicolaï c.s. over onderzoek naar de financiële positie van studenten. De motie is volgens de minister overbodig.
-
-Motie-Nicolaï c.s. over gratis bibliotheekabonnementen. De motie is ontraden.
-
-Motie-Van Knapen c.s. over concretisering en maatwerk voor krimp- en grensregio's. De motie is ontraden.
-
-Motie-Van Knapen c.s. over hoger onderwijsinstellingen in de grens- en krimpregio's. Deze motie kreeg het advies 'Oordeel Kamer' van de minister.
GroenLinks-PvdA: Bezuinigingen ronduit schadelijk
Senator Roovers zei dat het een speciaal soort roekeloosheid en cynisme vereist om het onderwijs te zien als een sluitpost. Volgens GroenLinks-PvdA zijn de bezuinigen ronduit schadelijk, niet uitvoerbaar en ongemotiveerd. Met name van het in de Tweede Kamer aangenomen amendement-Bontenbal is niet duidelijk wat de uitwerking ervan betekent voor de rechtmatigheid en uitvoerbaarheid van de begroting. Is er een uitvoeringstoets gedaan? Wat gaat de staatssecretaris doen om kansengelijkheid te bevorderen nu er op instrumenten die daarvoor bedoeld zijn bezuinigd wordt. Wat vindt de minister van de politieke inmenging in Nederlands onderzoek door de Verenigde Staten? 'Het kabinet brengt schade toe aan vitale infrastructuur van onderwijs, wetenschap, cultuur en media. Verdedig de academische vrijheid met hand en tand en investeer in onderwijs en publieke media,' besloot Roovers.
50PLUS: Meer leraren in de klas
Senator Van Rooijen zei dat het voor zich spreekt dat meer geld naar defensie betekent dat er op andere begrotingen moet worden bezuinigd. Hij vroeg aandacht voor de dalende prestaties van het onderwijs. 50PLUS wil de begroting niet verlagen, maar er is een kritische evaluatie van het beleid nodig. Veel onderwijsinitiatieven trekken menskracht weg bij het onderwijs. Van Rooijen vroeg of de minister kon toezeggen dat er onder zijn bewind weer meer leraren in de klas komen, niet daarbuiten? Recent aangegane verplichtingen moeten wat hem betreft onverkort worden nagekomen. Ook wilde hij weten waarom er een speciaal fonds wordt ingericht om buitenlandse topwetenschappers naar Nederland te halen, hoe rijmt dit met de aangekondigde bezuinigingen. Hij noemde het 'onverkoopbaar en wrang dat die middelen niet worden aangewend voor onze eigen wetenschappers'.
Volt: Rigoureus en desastreus
Senator Perin-Gopie zei dat zij nergens heeft kunnen ontdekken hoe Nederland beter wordt van deze rigoureuze en desastreuze bezuinigingen. Ook zij wilde weten hoe je enerzijds wil dat internationale toptalenten naar Nederland komen, terwijl je anderzijds de basisinfrastructuur van het hoger onderwijs wegbezuinigt. Tegelijk kondigt de minister dit fonds aan om toptalent naar Nederland te halen. Het hoger onderwijs beweegt zich bijna niet meer binnen de nationale grenzen. Waarom kiest de minister er dan voor om internationale samenwerking af te breken? Nederland stevent af op een verschraling van het innovatieve vermogen. In de grensregio worden hogeschool en universiteit direct geraakt omdat anderstalig onderwijs voor hen een noodzaak is. Kennis is volgens Volt de enige echte motor van vooruitgang. Perin-Gopie: 'We kunnen ons deze bezuinigingen niet veroorloven. We willen de voorlichting van de Raad van State afwachten tot we stemmen over deze begroting.'
SP: Onbehoorlijk bestuur
Senator Van Apeldoorn vroeg welke visie schuilgaat achter de bezuinigingen. Er is eigenlijk niemand buiten het kabinet te vinden die deze bezuinigingen verstandig vindt, zei hij. Door de bezuinigingen op het hoger onderwijs wordt de druk op universiteiten nog groter. Universiteiten moeten goed onderwijs kunnen bieden én een goede werkgever kunnen zijn. Er is in een keer streep gehaald door het bestuursakkoord waarmee startersbeurzen in het vooruitzicht werden gesteld. Hoe kan de minister dit verantwoorden, dat is toch geen goed bestuur? Universiteiten hebben dit ervaren als schending van het vertrouwen en als onbehoorlijk bestuur. Er is veel onduidelijk over de bezuiniging op internationalisering. Het roept ook vragen op over de uitvoerbaarheid. Over het funderend onderwijs vroeg hij aan de staatssecretaris waarom zij bezuinigt op programma's waarvan vooral kansarme kinderen profiteren. Deze keuze is echt niet uit te leggen. Er moet juist worden geïnvesteerd om het lerarentekort weg te krijgen en voor kleinere klassen.
D66: Rechtmatigheid is betwistbaar
Senator Van Meenen, die mede namens OPNL sprak, zei dat dankzij de inspanningen van de oppositiepartijen in de Tweede Kamer de randjes van de begroting iets minder scherp zijn, maar ze doen nog steeds pijn. Van Meenen vroeg hoe de minister de tegenstellingen in zijn hoofd kan rijmen. Hoe ziet de minister de Nederlandse bezuinigingen in het licht van de Europese en internationale oproep om juist in onderwijs en onderzoek te investeren? De rechtmatigheid van deze bezuinigingen is zeer betwistbaar. Houdt de minister vol dat er geen juridisch advies is ingewonnen bij het openbreken van het bestuursakkoord vroeg Van Meenen. Hij vroeg de minister met klem alsnog onafhankelijk juridisch advies in te winnen. Ondanks het amendement-Bontenbal is er nog steeds een gigantisch zwart gat van € 168 miljoen. Van Meenen: 'Het is onvoldoende, ik roep mijn collega's op: accepteer dit niet. De prijs is veel te hoog.'
PvdD: Principieel tegen
Senator Nicolaï zei dat méér cultuur het antwoord is als we vrezen dat onze beschaving in verval is, niet minder. Kennis is macht, en empathie is kracht. De bezuinigingen worden door zijn fractie met kracht afgewezen. Op principiële gronden is de PvdD tegen deze bezuinigingen. Nicolaï had nog wel een paar vragen aan de minister. Zo wilde hij weten of de minister het aanvaardbaar vindt dat tien procent van de studenten niet rond kan komen van de basisbeurs. Hij vroeg of de minister bereid is om nog dit jaar te onderzoeken welke studenten niet rondkomen van de basisbeurs en hoeveel nodig is om de basisbeurs te verhogen. Aan de staatssecretaris vroeg Nicolaï of zij de mening deelt dat bij de wereldwijd afnemende tolerantie voor LHBTIQ+- en genderrechten er juist meer moet worden geïnvesteerd en dat dat een belang is dat vanuit het ministerie van OCW moet worden beschermd.
BBB: Heroverweeg bezuiniging Open Universiteit
Volgens senator Van Knapen tellen alle regio's. Hij ziet mooie plannen gericht op de regio's, maar bij de uitvoering komt dit niet terug. Hij gaf als voorbeeld de universiteit in Maastricht en de Open Universiteit in Heerlen. Van Knapen vroeg of de minister kon toezeggen dat hij de bezuiniging op de Open Universiteit heroverweegt omdat de Open Universiteit alleen de Nederlandse markt bedient. Ook maakt hij zich zorgen over de Toets Anderstalig Onderwijs (TAO). Die zal naar verwachting voor de grensregio's met langjarige ervaring in internationaal onderwijs een niet te overziene tijdslast en regeldruk opleveren. Hij wees erop dat zogeheten 'joint degrees' van waarde kunnen zijn. Een 'joint degree' is een opleiding die door verschillende (internationale) onderwijsinstellingen samen gegeven wordt. Van Knapen vroeg of het klopt het dat de TAO bij 'joint degrees' de TAO niet zal worden uitgevoerd. Hij adviseerde om de TAO alleen in te zetten bij nog nieuw te ontwikkelen onderwijspakketten. Ook wilde hij geen TAO's voor hbo's die minder dan het landelijk gemiddelde aantal buitenlandse studenten hebben.
SGP: Informeel onderwijs van belang
Senator De Vries maakte zich zorgen om het aangekondigde toezicht op informeel onderwijs. Hij hield een pleidooi voor de waarde ervan en ook de omvang. De Vries erkende dat het debat over de begroting daar eigenlijk niet over gaat. Maar, zo zei hij, een ding is hierbij wel van belang : de uitvoerbaarheid van het toezicht. Met deze begroting kan dat niet omdat er geen geld voor is gereserveerd. Hoe gaat het kabinet om met het tekort aan budget voor de uitvoering van het voorgenomen wetsvoorstel over het toezicht op informeel onderwijs? Maakt deze begroting niet bij voorbaat het indienen van dit wetsvoorstel problematisch, gezien de waarschijnlijkheid van onuitvoerbaarheid, aldus De Vries.
JA21: Stemmen voor, maar met lange tanden
Senator Nanninga gaf aan dat haar partij in de Tweede Kamer lid was van het 'monsterverbond', zoals de fracties in de volksmond heetten die de begroting in die Kamer aan een meerderheid hielpen. Nanninga: 'Het doel was om deze slechte begroting, want dat is het, minder slecht te maken. We hebben eruit gesleept wat we eruit konden slepen. We hebben ons met name sterk gemaakt voor wetenschappelijk onderzoek. We hebben een afspraak gemaakt en daar houden we ons aan. Het is voor ons te slikken, maar met lange tanden.' Nanninga had nog wel een vraag: 'Ik wil van de minister weten hoe hij denkt over het doorsnijden van banden met Israëlische universiteiten, terwijl diezelfde norm niet wordt gehanteerd voor universiteiten uit andere landen met toch wel heel dubieuze regimes. Ik wil ook graag weten hoe hij denkt over gemaskerde types die toegang eisen en krijgen tot universiteitsbesturen. Ik vind de reactie daarop vanuit dit kabinet lauw.'
FVD: Kleine stap in goede richting
Volgens senator Van den Oetelaar zouden het vergroten van kansen voor alle burgers en de toegang tot voedsel beter kunnen worden geregeld door het verlagen van de lasten voor alle burgers in plaats van via onderwijs, zoals nu gebeurt met bijvoorbeeld het schoolontbijt. Hij vroeg of de minister het met de FVD eens is dat de huidige volgorde (via het innen van belastingen en dan herverdelen via de minister en scholen) een buitengewoon inefficiënte route is. Voor de FVD is deze begroting een kleine stap in de goede richting.
CDA: Onderwijs als vormende gemeenschap
Senator Rietkerk zei dat voor zijn fractie het idee van de school en het onderwijs als vormende gemeenschap voor de toekomst de basis vormt. Er zijn inmiddels belangrijke stappen gezet ten aanzien van rechtmatigheid en uitvoerbaarheid, met dank aan de fracties van JA21, ChristenUnie, SGP en CDA in de Tweede Kamer. De bezuinigingen op de langstudeerboete en de extra beloning voor docenten in de Randstad zijn via het aangenomen amendement-Bontenbal teruggedraaid door de Tweede Kamer, en terecht. Het waren onuitvoerbare, onrechtmatige maatregelen. Maar op andere punten staan uitvoerbaarheid en rechtmatigheid nog steeds onder druk, bijvoorbeeld als het gaat om de staats- en bestuursrechtelijke betekenis van bestuursakkoorden in het hoger onderwijs en de grote bezuiniging op internationalisering. Ook vroeg hij aandacht voor onderwijs en de arbeidsmarkt, en leven lang ontwikkelen.
ChristenUnie: Zorgen over onderdelen
Ook senator Talsma zei zorgen te hebben over onderdelen van de begroting, zoals het openbreken van bestuursakkoorden, het innovatiebeleid van dit kabinet en de toekomstbestendigheid van de financiering van het hoger onderwijs. In hoeverre wordt met de voorgestelde begroting recht gedaan aan de afspraak in het bestuursakkoord uit 2022 vroeg Talsma. Wat betekent het voor de betrouwbaarheid van de overheid als afspraken impliciet afhankelijk worden gemaakt van begrotingsruimte? Wat zijn de gevolgen voor de voorgestelde begroting als de bestuursakkoordpartners met succes nakoming vorderen van de gemaakte afspraken? Is de minister bereid om tijdens het verder vormgeven van het nieuwe bekostigingsmodel in gesprek te gaan met een brede vertegenwoordiging van de hogescholen en universiteiten? Wat gaat het kabinet doen om het onderwijs op de langere termijn niet alleen betaalbaar te houden, maar ook om de kwaliteit te waarborgen en waar mogelijk te verbeteren, vroeg Talsma tot besluit.
VVD: Wake up-call
Volgens senator Geerdink is de kwaliteit van het genoten onderwijs in hoge mate bepalend voor onze toekomst. Hoe behouden of hoe verbeteren we het onderwijs? Staat de kwaliteit van het onderwijs onder druk? Hoe hoog is de studententevredenheid? De totale onderwijsuitgaven zijn immers van € 44,3 miljard in 2017 gestegen naar € 58 miljard in 2022. Het huidige bekostigingsmodel kent verkeerde prikkels, zei Geerdink. Ze vroeg welke alternatieve bekostigingssystematieken er zijn. Ook wilde ze weten of het onderwijs verbetert wanneer instellingen samenwerken. Ze vroeg verder of het bedrijfsleven een grotere rol kan spelen in het onderwijs en bij stages. Geerdink vroeg in navolging van eerdere sprekers hoe de minister zijn recente plan ziet om internationale talenten naar Nederland te halen in het licht van het wetsvoorstel Internationalisering in balans. De bezuinigingen die de regering nu oplegt, hebben het effect van een wake-up call . 'De kwaliteit en de toegankelijkheid van het onderwijs worden verbeterd en de studenten beter voorbereid voor de arbeidsmarkt wanneer de basis op orde is,' aldus Geerdink.
Beantwoording minister Bruins
Minister Bruins zei dat de Tweede Kamer de bezuinigingen zoals die op de begroting stonden deels heeft verlicht. 'Deze bezuinigingen zijn te dragen, daar heb ik vertrouwen in,' aldus Bruins. Volgens de minister moeten we echt aan de bak om onderwijs op peil te houden, zeker in de regio, vanwege de krimp. In reactie op de kritiek over het opzeggen van de bestuursakkoorden zei Bruins dat bij de stopzetting van de middelen is rekening gehouden met een redelijke termijn zodat de instellingen zich konden voorbereiden. De sectorplannen zijn behouden en de starters- en stimuleringsbeurzen geschrapt. In het laatste geval betreft het nieuwe beurzen waarvoor nog geen nieuw personeel is aangenomen. De herinvoering van de basisbeurs heeft volgens het Nibud ervoor gezorgd dat studenten beter kunnen rondkomen dan voorheen.
Over de internationalisering in het hoger onderwijs zei de minister dat Nederlands de norm is in het onderwijs. Er is geen reden om een studie volledig in het Engels te doen. Een studie kan altijd nog 30 procent in het Engels lesgeven. De TAO is integraal onderdeel van de wet. Een Engelstalige opleiding is niet per definitie beter of slechter. De doelstelling van de Wet internationalisering in balans is Nederlands weer de voertaal te laten zijn in de bachelorsfase en daarnaast de toegankelijkheid tot de bachelorsstudies te vergroten. Naar aanleiding van de vraag over het doorsnijden van de banden met universiteiten in Israël, zei Bruins dat specifieke samenwerking tussen universiteiten kan worden getoetst. Dat moet landenneutraal worden gedaan. Als Israël door universiteiten anders wordt behandeld dan andere landen, dan zal de minister de universiteiten aanspreken op die ongelijke behandeling. De minister gaat verder niet over de samenwerkingsverbanden.
Beantwoording staatssecretaris Paul
Staatssecretaris Paul (Funderend Onderwijs en Emancipatie) zei dat alles uit de kast moet worden gehaald om het herstel van het onderwijs in te zetten. Paul zet in op drie speerpunten. Allereerst de basisvaardigheden lezen, schrijven en rekenen. Er is drie jaar geleden begonnen met een programma waarvan de eerste positieve resultaten bekend zijn, maar er is nog veel te doen. Ten tweede goed en kundig onderwijzend personeel en ten derde vrij en veilig onderwijs. Leerlingen kunnen pas goed leren als ze zich veilig voelen op school. Om deze doelen te bereiken moeten de randvoorwaarden op orde zijn. Over emancipatie zei Paul dat vrouwenhaat en haat tegen de LHBTIQ+-gemeenschap onacceptabel is. Dat moeten we keihard bestrijden. Over de korting op emancipatiesubsidies zei ze dat ze goed zal kijken hoe ze de beschikbare middelen het meest effectief kan inzetten.
Deel dit item: