E090296 - Beschikking tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 168/2007, wat de vaststelling van een Meerjarenkader voor het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten voor 2007-2012 betreft
De looptijd voor het meerjarenkader is vijf jaar (2007-2012). Op basis van raadpleging van derden en betrokkenen worden de volgende tien prioriteiten voorgesteld:
-
-Racisme, vreemdelingenhaat en onverdraagzaamheid;
-
-discriminatie op grond van geslacht, ras, etniciteit, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd, seksuele geaardheid en minderheden;
-
-schadeloosstelling van slachtoffers, criminaliteitspreventie en samenhangende aspecten voor de veiligheid van burgers;
-
-bescherming van kinderen inclusief de rechten van het kind;
-
-immigratie en integratie van migranten;
-
-asiel;
-
-visum- en grenscontrole:
-
-deelname aan democratische werking van de Unie;
-
-mensenrechten in relatie tot de informatiemaatschappij;
-
-toegang tot efficiënte en onafhankelijke rechtspraak.
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
Europees
Besluit 2008/203/EG is tijdens de JBZ-Raad van 28 februari 2008 aangenomen en 7 maart 2008 gepubliceerd in Pb EU L 63.
document Europese Commissie
COM(2007)515, d.d. 12 september 2007
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
verwant dossier
Op 2 november 2007 hebben de voorzitters van de commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties en van de commissie voor de JBZ-Raad een gezamenlijke brief verstuurd aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Buitenlandse Zaken en van Justitie. De minister van BZK heeft op 4 december 2007 per brief geantwoord.
De commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) heeft op 30 oktober 2007
besloten een brief te sturen teneinde -in het bredere kader van de aan de Eerste Kamer gedane toezeggingen- zorgen over onderhavig voorstel te uiten.
-
brief minister met toelichting onderdeel van 23490, CI JBZ-commissie Eerste Kamer;Commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties - 2007-0000470832
4 december 2007 -
brief onderdeel van 23490, CI JBZ-commissie Eerste Kamer;Commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties - 139657U/HM/SJ
2 november 2007 -
Op 29 oktober 2007 heeft de staf van de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer een notitie opgesteld met betrekking tot de behandeling van onderhavige beschikking.
In fiche vier stelt de regering dat het voorstel voor het meerjarenkader voldoet aan het beginsel van subsidiariteit en van proportionaliteit. De regering stelt voorts dat zij geen gebruik zal maken van de werkzaamheden van het Bureau in derde pijler-aangelegenheden, meer specifiek met betrekking tot de prioriteit van 'schadeloosstelling van slachtoffers, criminaliteitspreventie en samenhangende aspecten voor de veiligheid van burgers'. In de nadere uitwerking van het voorstel in jaarprogramma's acht de regering het wenselijk te bezien in hoeverre de activiteiten niet geografisch en inhoudelijk de Europese Unie overschrijden, of er een adequate complementariteit wordt gerealiseerd in de samenwerking met andere organisaties en instellingen, alsmede dat niet de bevoegdheden van het Bureau worden overschreden. De regering spreekt haar zorg uit over het ambitieuze programma in relatie tot de personele bezetting van het Bureau.
Het voorstel presenteert de thematische werkterreinen waarbinnen het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (hierna het Bureau) zijn taken zal vervullen in de periode van 2007-2012. Genoemd worden:
-
a)racisme, vreemdelingenhaat en daarmee samenhangende onverdraagzaamheid;
-
b)discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid of van personen die tot minderheden behoren;
-
c)schadeloosstelling van slachtoffers, criminaliteitspreventie en daarmee samenhangende aspecten die relevant zijn voor de veiligheid van burgers;
-
d)bescherming van kinderen, met inbegrip van de rechten van het kind;
-
e)immigratie en integratie van migranten;
-
f)asiel;
-
g)visum- en grenscontrole;
-
h)deelname aan de democratische werking van de EU;
-
i)mensenrechtenkwesties in verband met de informatiemaatschappij; en
-
j)toegang tot efficiënte en onafhankelijke rechtspraak.
Vaststelling van deze terreinen zal het Bureau in staat stellen alle problemen in verband met grondrechten te behandelen die kunnen optreden op een bepaald thematisch werkterrein. Voorts zullen alle hoofdstukken van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie min of meer worden bestreken en zal tegelijk het aantal thematische werkterreinen beperkt blijven.
Besluit 2008/203/EG is tijdens de JBZ-Raad van 28 februari 2008 aangenomen.
Dit onderwerp stond op agenda van de JBZ-Raad van 8 en 9 november 2007 maar is blijkens de aanvullende geannoteerde agenda komen te vervallen.
Op 15 februari 2007 is de verordening voor de oprichting van het Europees Bureau voor de Grondrechten goedgekeurd. Per 1 maart 2007 zijn de werkzaamheden van het Bureau gestart. Conform de verordening dienen deze werkzaamheden gebaseerd te zijn op een meerjarenkader. In COM(2007)515 wordt een voorstel voor het meerjarenkader gepresenteerd. De taken van het Bureau worden omschreven als: verzamelen en analyseren van informatie en gegevens; verlenen van advies via verslagen en adviezen; samenwerking met het maatschappelijk middenveld en bewustmaking.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
Op 17 januari 2008 heeft het EP een wetgevingsresolutie aangenomen ten aanzien van onderhavige ontwerpbeschikking.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.