Verslag van de vergadering van 10 februari 2015 (2014/2015 nr. 20)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 14.03 uur
Mevrouw Koning i (PvdA):
Voorzitter. Zoals net al gememoreerd is, is het voorliggende wetsvoorstel bedoeld om een Europese richtlijn in onze Nederlandse wetgeving te implementeren. Het doel van de richtlijn is net ook al aangehaald: 20% besparing op het energieverbruik in 2020. Energiebesparing is een belangrijk onderdeel van het verduurzamen van onze energievoorziening. Dat doel en de weg ernaartoe zijn voor de PvdA-fractie erg belangrijk en worden van harte gedeeld. Sterker nog, het is voor mijn fractie zo van belang dat de beoogde energiebesparing echt bereikt wordt dat mijn fractie vandaag graag met de minister in gesprek gaat over de uitvoering van de maatregelen. De recente situatie in Groningen geeft des te meer reden om te werken aan de verduurzaming van de energieproductie, om over te gaan op duurzame energieopwekking en om tegelijkertijd een besparing in het energiegebruik te realiseren en daarmee op termijn ook een vermindering van de gasonttrekking.
Om de richtlijn te implementeren, is niet voor alle onderdelen een wetswijziging noodzakelijk. Bijvoorbeeld artikel 8 van de richtlijn kent verplichtingen op het gebied van de energieaudits. Deze dienen om informatie te verstrekken over huidig energiegebruik en om kosteneffectieve besparingen in beeld te krijgen. Dat is dus iets anders dan wat de heer Van Beek net zei. Het is echt de bedoeling dat die besparing op termijn rendeert. Deze energieaudits moeten grote bedrijven, het mkb en huishoudens helpen om de aanbevelingen echt te implementeren. Voor de implementatie van de energieaudits zijn al enkele stappen gezet. Er zijn convenanten gesloten. Er wordt informatie gegeven via zaken als het energielabel — mevrouw Vos heeft gevraagd of dat helemaal goed uitpakt — en het energieprestatieadvies.
Om de richtlijn volledig te implementeren wordt, zo lezen wij op bladzijde 6 van de memorie van toelichting, een aantal aanvullende voorschriften opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Dat zette ons bij het voorbereidend onderzoek al aan het denken. Artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit milieubeheer schrijft al voor dat alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder worden genomen. Dus vroeg de PvdA fractie hoeveel overtredingen op dit punt zijn geconstateerd. Wij hadden namelijk sterk de indruk dat de bevoegde gezagen geen prioriteit gaven aan controle op naleving van deze verplichting. Mevrouw Vos heeft vanuit haar rol als oud-wethouder ook aangegeven waartegen de bevoegde gezagen soms aanlopen. In het antwoord dat wij kregen op 31 oktober is aangegeven dat de regering daarover geen cijfers beschikbaar had. Graag vraag ik nu dan ook aan de minister of inmiddels wel bekend is of er een of meer overtredingen zijn geconstateerd door het bevoegd gezag. Wij weten dat het Rijk hierin niet het bevoegd gezag is.
Voorts vragen wij hoe de minister denkt over de handhaafbaarheid van de verplichte energieaudits. Zouden die nog kunnen worden bevorderd? Uiteindelijk is namelijk het bevorderen van kostenefficiënte energiebesparingsmaatregelen gediend bij echte naleving van de verplichting, dus bij echte handhaving: niet alleen regels stellen, maar ook daarop controleren. Is de minister bereid om ons toe te zeggen om bij de geplande evaluatie in 2016 van het energieakkoord ook te rapporteren over dit aspect van de uitvoering? Dan heb ik het dus over de handhaving, over kostenefficiënte maatregelen op het gebied van energiebesparing.
Namens de PvdA-fractie stel ik graag nog enkele vragen over de studie naar het potentieel voor de toepassing van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling en efficiënte stadsverwarming, die voortvloeit uit artikel 14 van de richtlijn. In de memorie van toelichting is aangegeven dat deze studie wordt uitgevoerd door de rijksoverheid en relevante brancheorganisaties en uiterlijk 31 december van dit jaar, 2015, gereed is. Graag vraag ik de minister namens de PvdA-fractie of het mogelijk is in die studie mee te nemen dat het vervangen van gasnetten met zich lijkt te brengen dat voor de eerste 40 tot 50 jaar na de vervanging gas als de belangrijkste bron voor verwarming wordt gehanteerd. Als je zo'n nieuw gasnet aanlegt, wil je tenslotte dat net ook gebruiken. Deze gasnetten zijn door ons gezamenlijk betaald, gesocialiseerd. Dat is niet het geval bij warmtenetten. Uiteindelijk willen wij dat huizen worden verwarmd. Warmtenetten zijn daarvoor een alternatief. Een overstap van gas op warmte heeft daarmee een aantal financiële gevolgen voor de businesscase.
De aardbevingen in Groningen maken het volgens de PvdA-fractie opportuun om bij een keuze tussen gas en warmte voor de verwarming van gebouwen meer dan alleen financiële overwegingen te betrekken. In de tekst die ik vorige week al had voorbereid, had ik de vraag staan of de minister het met ons eens is dat het over meer dingen gaat dan alleen geld. Wij hebben vanochtend kunnen constateren dat het besluit om in ieder geval tot 1 juli minder gas te onttrekken ook echt aantoont dat de regering meer dingen dan alleen financiën leidend laat zijn; een compliment daarvoor van onze kant. Misschien kan de minister wel aangeven hoe hij daartegen aankijkt op de iets langere termijn.
De heer Van Boxtel i (D66):
Ik heb ook kennisgenomen van die afspraak. Mevrouw Koning geeft er nu een mooie uitleg aan, maar vindt zij het een echt op inhoud gebaseerde maatregel? Of is dat halfjaar gewoon heel handig om iedereen even politiek uit de wind te houden en daarna weer verder te kijken, waarbij misschien de VVD en de PvdA weer geheel uit elkaar lopen als het gaat om de gasboringen in Groningen? Dat hoor ik cynici ook weer zeggen in de commentaren vanochtend.
Mevrouw Koning (PvdA):
Ik ben niet van plan er heel cynisch naar te kijken. Ik nam mij vorig week voor om te vragen of de regering ook andere overwegingen dan alleen de financiën wilde meenemen in het besluit rondom gasonttrekking. Ik constateer nu dat dit ook echt het geval is. De vraag van de heer Van Boxtel lijkt te impliceren dat het gewoon een politieke afweging is en dat ze het over een halfjaartje weer anders doen. Ik denk dat niet. Ik heb vertrouwen in de regering. Ik denk — ik hoor daarop graag de reactie van de minister — dat dit een signaal is dat ook de regering inzet op een ander systeem dan gas voor het verwarmen van huizen en dat je daar ook andere overwegingen dan alleen geld bij betrekt. Ik zie het eigenlijk zeer hoopvol tegemoet en ik hoop de heer Van Boxtel ook.
Mevrouw Vos i (GroenLinks):
Begrijp ik goed van mevrouw Koning dat zij in feite verwacht dat dat halfjaar geen halfjaar blijft, maar dat er eigenlijk sprake zou moeten zijn van een langdurigere, permanente lage gasonttrekking?
Mevrouw Koning (PvdA):
De PvdA-fractie in de Eerste Kamer ziet dat het nu onttrekken van gas dermate negatieve gevolgen heeft dat we echt moeten nadenken over alternatieven. Stadsverwarming en verwarmingsnetten kunnen een alternatief zijn. Die moet je natuurlijk wel kunnen aanleggen. Daarvoor is de financiële businesscase heel belangrijk, maar het gaat niet om geld alleen. Precies dat proberen wij hier naar voren te brengen. Het besluit dat de regering nu heeft genomen, geeft ons heel veel hoop voor de toekomst.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
In feite hoor ik mevrouw Koning zeggen dat er in de toekomst inderdaad permanent, structureel minder gas uit de Groningse bodem moet worden gehaald en dat dit ook mogelijk is. Klopt mijn constatering?
Mevrouw Koning (PvdA):
Huizen moeten verwarmd kunnen worden. Volgens mij kan deze stap misschien wel gecontinueerd worden, maar ik denk dat de minister daarover meer kan zeggen dan ik. Huizen moeten verwarmd worden. Warmtenetten zijn daarvoor echt een serieus alternatief, maar die moet je wel kunnen aanleggen.
Voorzitter. Dit wetsvoorstel is opgesteld om richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie te implementeren. Over twee onderdelen van de richtlijn, te weten de handhaving op energieaudits — eigenlijk het uitvoeren van energiebesparingsmaatregelen — en de studie naar en het werk maken van stadsverwarming, heb ik namens de PvdA-fractie enkele vragen voorgelegd aan de minister. Wij wachten nu de beantwoording met belangstelling af.