Verslag van de vergadering van 11 juli 2017 (2016/2017 nr. 35)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 23.22 uur
Mevrouw Bikker i (ChristenUnie):
Voorzitter. Dank aan beide ministers voor hun adequate beantwoording. Deze wet begon met de commissie-Dessens. De fractie van de ChristenUnie is ervan overtuigd dat het belangrijke element van techniekonafhankelijkheid goed is. Tegelijk heb ik wel benadrukt dat het legaliteitsbeginsel onverminderd heeft te gelden en dat dit geen blanco cheque is voor allerlei technieken die opeens zouden kunnen. Ik dank de minister voor zijn toezegging om er in de evaluatie expliciet aandacht aan te besteden dat er mogelijk een nieuwe technische invulling aan bevoegdheden wordt gegeven, die dichter bij burgers komt of op een andere manier de grenzen verkent. Ik dank hem ook voor het expliciet benoemen dat wanneer de lichamelijke integriteit geschonden wordt, dat "no go" is en dat dit altijd eerst in het parlement aan de orde zal zijn, via de geëigende kanalen, zoals we dat plachten te noemen.
Dan het toezichtstelsel. Mijn fractie blijft de staatsrechtelijke plaats van de TIB ingewikkeld vinden, met name ten aanzien van de ministeriële verantwoordelijkheid. De minister heeft wel een aantal toezeggingen gedaan die ik heb genoteerd. De eerste betreft de versnelde evaluatie over twee jaar, inclusief componenten om invulling te geven aan de afwegingen van proportionaliteit en subsidiariteit. Dat zijn dan niet de juridische componenten of de rechtmatigheidstoets, waar de TIB met name op ziet, maar ook de politieke, internationale overwegingen en hoe deze als geheel worden uitgewerkt, want dat is wel een punt van zorg voor mijn fractie. Ik ben blij met de toezegging van de minister om dat te evalueren.
De minister heeft ook toegezegd om te streven naar rechtseenheid en om bij problemen te rapporteren, desnoods vertrouwelijk. Later trok hij die toezegging een beetje in, bij de beantwoording van een vraag van de heer Lintmeijer. Hij zei toen dat hij had gezegd dat de TIB wordt geëvalueerd en dat hij dat niet verder had ingevuld. De schrik sloeg mij om het hart, zoals men begrijpt. Ik hoop dat de minister nog eens kan bevestigen dat wat hij eerst aan de fractie van de ChristenUnie toezegde, inderdaad zo staat.
De minister heeft ook een uitbreiding van de formatie toegezegd, waardoor het kantoor van de TIB meer gaat lijken op dat van de CTIVD, qua kennis en knowhow. Dat waardeer ik. Al met al blijft het staatsrechtelijk ingewikkeld, maar ik zie wel dat de minister zijn best doet om zo veel mogelijk tegemoet te komen aan de moeite die wij ermee hebben, binnen de grenzen die er in deze Kamer zijn.
Ik heb ook mijn zorgen geuit over de bewaartermijnen bij gegevens die verkregen zijn door onderzoeksopdrachtgerichte interceptie, en ik dank de ministers voor de verheldering, met name over de bewaartermijn in het buitenland. Deze laat ook zien dat Nederland met de bewaartermijnen van drie jaar geen gekke gooi doet. In de memorie van toelichting zie je dat alle bewaartermijnen maximaal twee jaar zijn, waarin is teruggegraven in de geschiedenis. Om precies die reden heb ik een vraag gesteld over artikel 48, lid 6, dat gaat over de versleutelde gegevens die drie jaar bewaard kunnen worden. Als je dat artikel spelt, zie je dat telkens aan het diensthoofd verzocht kan worden om deze opnieuw voor ten minste drie jaar te bewaren. Dat maakt dat ik zei: dat is een open deur richting eeuwigheid. Je zou kunnen zeggen: ontsleutel niet te snel, want dan kun je het lekker lang bewaren, als je heel argwanend zou redeneren. Ik zeg niet dat de diensten dat zouden doen, maar het staat op dit moment wel in de wet. Ik hoor hierover graag een wat meer normatieve uitspraak van de minister.
De voorzitter:
Denkt u wel aan uw tijd?
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ja, sorry, maar ik heb nog 37 seconden en twee blaadjes, dus dat gaat bijna lukken.
De voorzitter:
Volgens mij bent u er al overheen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Excuus, voorzitter. Ik heb nog een klein beetje over, maar ik zal heel snel gaan. Wat betreft de Ombudsman en de CTIVD blijven wij zorgen houden, want de burger ziet die Chinese muur niet. De minister heeft hierover wel een toezegging gedaan, waarvoor ik hem dank.
Ik begon mijn bijdrage in eerste termijn met de omvangrijke en hardnekkige digitale spionageaanvallen die Nederland te verduren heeft, ook de Nederlandse overheid. Dit wetsvoorstel geeft de diensten meer mogelijkheden om ons land daartegen te wapenen. Mijn fractie voelt het als een zware verantwoordelijkheid om die mogelijkheden te scherpen, maar tegelijk hebben wij onze aarzelingen. Ik dank de minister voor de toezeggingen, maar ik wil de beantwoording in tweede termijn over de bewaartermijnen afwachten alvorens een definitief oordeel te kunnen vormen. Met die opdracht ga ik terug naar mijn fractie, met excuses voor het uitlopen van mijn spreektijd.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Bikker. Ik geef het woord aan de heer Van Hattem.