Plenair Van Hattem bij behandeling van het onderdeel 'wonen' van de begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2022



Verslag van de vergadering van 21 december 2021 (2021/2022 nr. 12)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 10.46 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Hattem i (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Als we het toch over wonen hebben: het is heel bijzonder dat we vandaag voorlopig voor de laatste keer in de voormalige woning staan van de graven van Holland, deze Ridderzaal, die we mogen gebruiken; memorabel.

Voorzitter. Deze begroting stelt: "Om te zorgen dat iedereen prettig kan wonen, ligt er een grote bouwopgave." Zie pagina 15 van de memorie van toelichting. De memorie spreekt van een tekort van 279.000 woningen, wat de komende jaren nog verder toeneemt, en een te realiseren bouwopgave van 900.000 woningen. Zolang de grenzen voor de massa-immigratie wagenwijd open blijven staan, is het een onmogelijke opgave om voor voldoende woningen te zorgen in een toch al overvol land. Volgens de laatste prognose van het CBS zitten we in 2025 al op 18 miljoen inwoners, vooral door de massa-immigratie. Deze begroting is op die manier dan ook per definitie een achterhoedegevecht. Dat is het vooral voor al die Nederlanders die ten opzichte van statushouders achteraan in de rij staan bij de toewijzing van een sociale huurwoning. Kan de minister aangeven wanneer er eindelijk eens een eind wordt gemaakt aan deze institutionele discriminatie van Nederlandse woningzoekenden en de urgentieregeling echt eens door of namens gemeenten wordt geschrapt?

Om het nog gekker te maken: de overheid is nu stad en land af aan het zoeken naar locaties om nog meer statushouders met spoed van woonruimte te voorzien. Soms is dat ook tijdelijke huisvesting, zoals in de voormalige jeugdzorginstelling De Krabbebossen bij Rijsbergen in de gemeente Zundert. De jeugdzorg heeft vorig jaar na bijna 90 jaar deze prachtige plek in de bossen verlaten. Na vele generaties verdween het heenkomen voor onze zorgbehoevende kinderen. Veel van de huidige gebouwen zijn overigens pas amper twintig jaar oud en dus nog heel goed te gebruiken. Daarom ook werden hier tijdelijk woningzoekenden gehuisvest. Nu moeten deze bewoners die hier, weliswaar tijdelijk, een onderkomen hadden gevonden, halsoverkop de panden verlaten, omdat de overheid ze vordert voor de eveneens tijdelijke huisvesting van statushouders. Deze bewoners moesten uit de media vernemen dat zij hun woning moeten afstaan aan statushouders, terwijl ze zelf nog niet eens over onderdak beschikken. Dat is de wereld op z'n kop.

Kan de minister aangeven hoe het kan dat ook in dit geval Nederlandse woningzoekenden keihard gediscrimineerd worden ten opzichte van statushouders? Krijgen deze statushouders dan misschien ook nog met urgentie sneller een permanente woning dan de Nederlandse bewoners die al in het complex zaten? Dat zal toch niet waar zijn? Graag een reactie van de minister.

Ook worden op veel plaatsen tijdelijke woningen gebouwd, zoals het complex Riekerhaven in Amsterdam voor statushouders, jongeren en studenten.

Mevrouw De Boer i (GroenLinks):

De bijdrage van de heer Van Hattem op dit onderwerp is een beetje voorspelbaar. Het is ook elke keer de vraag "zal ik interrumperen?", maar ik doe het één keer. Ik maak sterk bezwaar tegen de beeldvorming van massa-immigratie en dat alle woningen in Nederland bestemd zouden zijn voor statushouders. Dat is volgens mij feitelijk onjuist en bovendien denk ik dat de heer Van Hattem een heel verkeerd beeld geeft van het begrip "discriminatie". Hij heeft het over Nederlanders tegenover statushouders. In artikel 1 van de Grondwet — ik las het even, want de tekst staat hier deels op de muur — gaat het niet over Nederlanders ten opzichte van statushouders. Het gaat over iedereen die zich rechtmatig op het grondgebied van Nederland bevindt. Daartussen mag geen onderscheid gemaakt worden. Op die grond — ik meen dit uit de grond van mijn hart — vind ik het heel kwalijk dat de heer Van Hattem keer op keer Nederlanders tegenover statushouders plaatst. Ja, er zijn ook kwetsbare groepen Nederlanders die dringend behoefte hebben aan een huis. Daarom moet er meer gebouwd worden, ook meer betaalbare woningen. Maar we gaan ook niet zeggen: mensen mogen niet meer scheiden, want het aantal gescheiden mensen dat een beroep doet op de woningbouw is zo groot. Het gaat erom dat wij moeten zorgen voor voldoende betaalbare huisvesting voor álle Nederlanders, álle mensen in Nederland die dat nodig hebben. En nee, dit was geen vraag, maar ik wilde dit even voorleggen.

De heer Van Hattem (PVV):

Het is geen vraag, maar ik hoor mevrouw De Boer wel verwijzen naar de schouw hier, waar een voormalige versie van onze Grondwet op staat. Als ze daarnaar verwijst: daar staat heel duidelijk omschreven dat men om enig burgerschapsrecht te willen hebben Nederlander moet zijn. Dat is wel een goed uitgangspunt, want wat wij hier zien is dat Nederlanders bij het toewijzen van woningen worden achtergesteld — dat is de discriminatie die plaatsvindt — ten opzichte van statushouders. De woningen worden nog steeds met urgentie toegewezen aan statushouders, hoewel dat niet meer wettelijk verplicht is, waardoor Nederlanders het nakijken hebben. Dat is gewoon keiharde discriminatie. We zien nu dat Nederlandse tijdelijke huurders het complex Rijsbergen moeten verlaten, om daar tijdelijk statushouders in te zetten. Die Nederlandse bewoners worden daar dan toch gewoon keihard gediscrimineerd ten opzichte van die statushouders? Die krijgen een hogere status, de naam zegt het al bijna.

De voorzitter:

Volgens mij leest u de tekst dan niet goed. Ik zou u adviseren om dat nog een keer te doen. Mevrouw De Boer.

Mevrouw De Boer (GroenLinks):

Bovendien merkt u terecht op dat het een oude tekst is. Het punt is dat er urgentie wordt verleend, ja, maar dat gaat op basis van hoe dringend mensen een woning nodig hebben. Gemeenten kunnen dat doen. Nogmaals, het gaat echt niet aan om te zeggen dat Nederlanders meer burgerschapsrechten hebben dan anderen die zich rechtmatig in Nederland bevinden. Dan maakt u zich schuldig aan discriminatie; sorry.

De heer Van Hattem (PVV):

Dan moet ik tegelijkertijd vaststellen dat zo'n beetje het hele aantal dat bijgebouwd wordt voor de woningvoorraad even hard weer opgaat aan het aantal statushouders dat een woning krijgt toegewezen. We zijn gewoon bezig met een asielestafette die niet bij te houden is op de woningmarkt. Dat gaat op een gegeven moment gewoon spaak lopen en dat loopt al helemaal mis.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Van Hattem (PVV):

Ik had het over het complex Riekerhaven in Amsterdam, voor statushouders, jongeren en studenten. Het Parool schrijft daarover: "Dit jaar hebben twee keer zoveel statushouders recht op een sociale huurwoning in de stad in vergelijking met vorig jaar." Maar hoeveel recht hebben de woningzoekende Nederlandse jongeren? Waarom zijn Nederlandse jongens en meisjes nu genoodzaakt hun onderdak te zoeken in een tijdelijke containerwoning tussen die statushouders, omdat nog zo veel gelukzoekers onderdak moeten krijgen? Waarom bouwen we niet direct permanente woningen voor onze Nederlandse jongeren, op de toch al zo schaarse locaties? Nederlandse jongeren moeten nu ook een groter huis voor hun gezin aan zich voorbij laten gaan, omdat dit op last van de rechter wordt toegewezen aan statushouders die het aan hen toegewezen huis te klein vonden, zoals we gisteren in Limburg helaas mochten meemaken. Graag een reactie van de minister op deze punten.

Verder heeft het Rijksvastgoedbedrijf met het COA locaties in eigendom geïnventariseerd die met spoed gereedgemaakt kunnen worden voor tijdelijke bewoning door vergunninghouders. Ook heeft het Rijksvastgoedbedrijf met het COA, het ministerie van Defensie, Aedes, de branchevereniging voor woningcorporaties, en commerciële partijen zoals Koninklijke Horeca Nederland en bouwbedrijven in bredere zin bestaand vastgoed geïnventariseerd dat eenvoudig geschikt kan worden gemaakt voor tijdelijke bewoning door statushouders. Is de minister bereid om deze inventarisaties ook beschikbaar te stellen aan het parlement? Zijn de gemeenteraden waar deze ontwikkelingen voorzien zijn, aan de voorkant op de hoogte gebracht van deze plannen? Zo nee, waarom wordt de lokale democratie hierover niet geïnformeerd? Welke mogelijke rechtsmiddelen kunnen omwonenden nog inzetten tegen zo'n tijdelijke inzet voor huisvesting voor statushouders? Graag een reactie van de minister.

Voorzitter, tot slot. De memorie van toelichting bij deze begroting spreekt over, ik citeer: "gebouwde omgeving verduurzamen om ook op lange termijn prettig te wonen". Voor dat vreselijke verduurzamen wordt ons land nu overspoeld met de bouw van megawindturbines, zelfs tot 250 meter hoog. De vraag aan de minister is hoe omwonenden van die windturbines door dat verduurzamen nog prettig kunnen wonen, als hun woning verziekt wordt met geluidsoverlast, slagschaduw, horizonvervuiling en alle andere ellende die met windturbines gepaard gaat. Hoe prettig wonen is dat nog? Graag een reactie van de minister.

Voorzitter, tot zover in eerste termijn.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik vervolgens het woord aan de heer Kox van de fractie van de SP.