Plenair Talsma bij voortzetting behandeling Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen



Verslag van de vergadering van 11 oktober 2022 (2022/2023 nr. 3)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.46 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Talsma i (ChristenUnie):

Dank, meneer de voorzitter. Een van de eerste mij bekende kwesties rondom partijfinanciering is de zogenoemde lintjesaffaire. U kent die vast. Het verwijt dat Abraham Kuyper, een politieke voorganger die ik in ieder geval met de minister deel, donaties aan de partijkas van de ARP hielp belonen met een koninklijke onderscheiding. Kort en goed is het hele verhaal dat de malversaties niet werden bewezen, maar Kuyper erkende wel dat er dingen anders hadden gemoeten. Hij sprak de gevleugelde woorden "het boetekleed ontsiert de man niet". Dat is natuurlijk zeer behartigenswaardig en ik zeg het hem graag na. Maar nog liever blijven we weg van de schijn van bevoordeling en beïnvloeding, zodat van ons allen met een ander Kuypercitaat gezegd kan worden: "van klem of druk op u uitgeoefend, bestaat schijn noch schaduw". Mijn fractie hoopt dat deze wet daaraan bijdraagt.

Ik dank de minister voor de beantwoording in eerste termijn, maar heb nog wel een paar resterende vragen. De minister ging in op mijn vragen over strafbare feiten. Zij zei: dan moet je inderdaad denken aan valsheid in geschrifte en witwassen. De tweede helft van de vraag zag op het aantal overtredingen van de huidige regels. Heeft de minister daar enig idee van? Gebeurt het weleens en als dat het geval is, worden ze vervolgd en welke sancties stonden daar dan tegenover?

Een ander openstaand vraagpunt — een collega raakte dat daarnet ook al even aan — was een vraag die ik in eerste termijn stelde: wat zijn de gevolgen van deze gewijzigde openbaarmakings- en publicatieverplichtingen voor afdelingen van politieke partijen? Ik verwees daarbij naar het feit dat het huidige artikel 24 van de Wet financiering politieke partijen de regels van de artikelen 20 tot en met 23 niet van toepassing verklaart op afdelingen van politieke partijen. Mijn herhaalde vraag is: is die lijn van het huidige artikel 24 met de wetswijziging nog wel in lijn met het rapport van de commissie-Veling?

Over giften en legaten hadden we wat mij betreft een interessant debat. Ik ben heel benieuwd wat de minister straks gaat zeggen over bijdragen en in welke vorm die wel of niet zouden mogen. Het viel mij op dat artikel 29b, lid 2, maar ook artikel 32a, lid 2, kort en goed voorschrijven: alles meer dan €100.000 moet je overmaken op de daartoe aangewezen rekening van onze minister. Dat geldt ook voor giften uit het buitenland, artikel 23a, lid 2. Eerlijk gezegd schiet mij pas in tweede termijn de nieuwsgierige vraag te binnen: hoe zit het nu eigenlijk met de regels voor het gebruik van dat geld? Is daar iets voor geregeld? Ik heb het eerlijk gezegd niet kunnen vinden. Hoe wordt dat geld ingezet? Zit daar wellicht ook — zonder dat ik nog creatiever wil zijn dan de collega's in eerste termijn zijn geweest — ruimte voor allerlei bijzondere manoeuvres?

Kort en goed, ik zie uit naar de antwoorden van de minister in tweede termijn. Ik zeg alvast dat, alles afwegende, mijn fractie voldoende redenen heeft voor een positieve grondhouding bij dit wetsvoorstel. Dank u zeer.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Talsma. Dan is het woord aan de heer Otten, namens de Fractie-Otten.