Verslag van de vergadering van 21 januari 2025 (2024/2025 nr. 15)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 20.58 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Nicolaï i (PvdD):
Voorzitter. Ik heb de staatssecretaris horen zeggen: als je kijkt naar de groep die met designerdrugs te maken heeft, valt het eigenlijk wel mee in Nederland. Toen heb ik gezegd: zouden we daar dan niet trots op moeten zijn? Kijk hoe het in andere landen gaat. Kennelijk is er in ons land een klimaat dat ervoor zorgt dat er geen enorme groei is van het gebruik van die middelen.
Wat brengt deze wet nou teweeg? Deze wet brengt teweeg dat het strafbaar wordt. Als het strafbaar wordt, wordt het onderdeel van — hoe zal ik het zeggen? — de interesse van de onderwereld. Die onderwereld is op dit moment … Ik heb de minister allerlei dingen horen zeggen. Ik ken die gevallen niet. Ik heb daar wel om gevraagd, maar die zijn toen ook schriftelijk niet meegedeeld. Maar laten we aannemen dat die onderwereld hier ook mee bezig is. Maar het grootste gedeelte — dat zeggen de onderzoekers die we geraadpleegd hebben in feite ook — gaat om festivalbezoekers of om mensen die met psychotrope stoffen experimenteren. Die worden door dit ontwerp nu in één keer gecriminaliseerd. Ook uit de onderzoeken blijkt dat vaststaat dat het gebruik, de vraag naar die drugs, niet zal afnemen. Als de vraag niet afneemt, zal het enige gevolg zijn dat de afname zal plaatsvinden in de criminele onderwereld en er een verdienmodel ontstaat voor die criminele onderwereld. Waarom deugt deze redenering niet? Dat zou ik toch graag nog een keer van de staatssecretaris willen horen. Dat is één.
Twee. Ik heb gevraagd wat de wet oplost. Ik hoorde: het kan in beslag worden genomen. Ik heb van politie en anderen niets anders gehoord dan dit: het lukt gewoon niet om die criminelen en die drugshandel aan te pakken. Het lukt gewoon niet. Politieagenten hebben gezegd: "The war on drugs is lost; laten we ermee ophouden. We stoppen er geld en tijd in, maar het gaat niet lukken." Maar nu krijgen we weer het volgende te horen. Het doel van de wet is dat we voor deze drugs, die niet in de sfeer zitten van middelen als cocaïne en die met apps besteld kunnen worden, de boel wel ineens kunnen gaan beheersen. Dit terwijl er apparatuur nodig is om te testen of die stof er überhaupt wel in zit en terwijl vaststaat dat die apparatuur bijna niet aanwezig is. Wat is daarop te zeggen? Graag een reactie.
Voorzitter. Wat is nou belangrijk? Belangrijk is dat er getest wordt. Vroeger gebeurde dat bij festivals. Waarom zijn deze bewindslieden niet bereid om dat weer in te voeren? A: een burger kan dan checken of hij een verboden middel heeft gekocht. B: die testmogelijkheid biedt de mogelijkheid om te kijken of het verontreinigd is of dat er andere gevaarlijke stoffen in zitten. Het derde punt: als het door de Jellinek of een andere instelling gebeurt, hebben die meteen contact met zo iemand. Dan kunnen ze zo iemand bij wijze van spreken informeren en overtuigen: jongen, dit zijn foute middelen, van wie heb je dat gekocht, enzovoort. Er zijn alleen maar voordelen aan verbonden. Dat is de reden dat ik in ieder geval een motie zou willen indienen met de volgende tekst.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het van belang is dat drugsgebruikers de gelegenheid krijgen om drugs te laten testen om na te gaan of deze verboden stoffen bevatten;
overwegende dat het testen ook van belang is om na te laten gaan of de drugs verontreinigingen bevatten of stoffen die de gezondheid aantasten zodat degene die het middel voor een test heeft aangeboden weet dat hij het middel niet moet gebruiken;
overwegende dat in het verleden bij festivals testfaciliteiten aanwezig waren, waarvan veel gebruik werd gemaakt;
overwegende dat er instellingen zijn, zoals de Jellinek, die testfaciliteiten aanbieden;
verzoekt de minister te bevorderen dat testfaciliteiten ter beschikking komen en met de Jellinek en andere instellingen in overleg te treden om zulke faciliteiten te organiseren, met name ook op locatie bij festivals,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Nicolaï, Perin-Gopie en Van Gurp.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.
Zij krijgt letter F (36159).
De heer Nicolaï (PvdD):
Dat was mijn laatste woord.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Nicolaï. Dan is het woord aan mevrouw Perin-Gopie namens Volt.