Plenair Van Hattem bij behandeling Begroting Gemeentefonds 2025



Verslag van de vergadering van 8 april 2025 (2024/2025 nr. 25)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 16.25 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Hattem i (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Vooraf merk ik op dat ik zelf ook gemeenteraadslid ben in het mooie 's-Hertogenbosch. Ik volg deze discussie dan ook met extra belangstelling.

Voorzitter. Uit het hoofdlijnenakkoord volgt dat de specifieke uitkeringen worden beperkt en worden overgeheveld naar het Gemeente- en Provinciefonds, omdat specifieke uitkeringen de lokale autonomie beperken. Het is een prima zaak om de lokale autonomie meer ruimte te geven. De minister noemt als voordelen van deze omzetting voor gemeenten verder minder verantwoordingslasten, lagere controllerlasten en ontschotting van middelen. De budgetkorting van 10% op de specifieke uitkeringen is daarbij zeker niet onoverkomelijk voor de meeste gemeenten. Zo is de uitkering uit het Gemeentefonds voor het zogenaamde "ravijnjaar" 2026 nu wel iets lager geraamd, maar per saldo is deze uitkering nog altijd hoger dan vóór 2023. De uitkering per inwoner per jaar is sinds 2014 zelfs meer dan verdubbeld. Gemeenten halen ondertussen ook steeds hogere opbrengsten uit lokale belastingen en heffingen, zoals de ozb, de parkeerbelasting, precarioheffingen, afvalstoffenheffing en leges. Of deze gemeentelijke inkomsten nou vanuit het Rijk komen of vanuit de lokale lasten geïnd worden, het is toch allemaal geld dat door onze burgers en bedrijven moet worden opgebracht.

Als we kijken naar de tabel met de decentralisatie-uitkeringen uit de memorie van toelichting, dan zien we dat er bovendien genoeg activiteiten zijn op te noemen waar geen decentralisatie-uitkering tegenover zou hoeven staan, zoals bed-bad-brood, het lhbti-beleid voor regenboogsteden en het slavernijverleden. Genoeg te snijden dus in zulke taken waar tot nu toe knaken tegenover stonden. Desondanks kan het voor sommige gemeenten, zoals kleinere of financieel zwakkere gemeenten, misschien toch gaan knellen. Kan de minister aangeven welke ruimte zij ziet om in de nadere uitvoering toch nog aan knoppen te draaien, om te zorgen dat in die gemeenten essentiële zaken als jeugdzorg, Wmo-ondersteuning en openbare orde en veiligheid in voldoende mate geleverd kunnen worden, om te voorkomen dat zulke gemeenten zich gedwongen voelen om lokale heffingen te verhogen of zich genoodzaakt voelen om tot herindeling over te gaan?

Verder kan het zinvol zijn te bezien of beleid op een betere of efficiëntere manier vormgegeven kan worden. De tabel in bijlage 3 van de memorie van toelichting noemt bijvoorbeeld "versterking dienstverlening gemeenten personen met verward gedrag". Dan gaat het met name om kwetsbare mensen met psychische problemen of ouderen die dementeren, die een betere ondersteuning kunnen krijgen. Eerder vandaag is er een motie aangenomen, ingediend door mevrouw Moonen van D66, die hierop ziet. Dat lijkt me een heel verstandige zet. Dat zorgt nu voor een grote werkdruk bij met name de politie.

Vorige week maakte de GGD Zuidoost-Brabant bekend op dit onderwerp meer regie te willen pakken. Daarom introduceerde ze een meldpunt en een team bijzondere zorg, als vangnetfunctie voor kwetsbare inwoners die zich op het snijvlak bevinden van zorg en veiligheid. Kan de minister aangeven of zij mogelijkheden ziet om dit beleid, zoals ingezet door de GGD Zuidoost-Brabant, voor personen met verward gedrag breed over het hele land door de GGD te laten oppakken, om zo ook de politie te ontlasten en betrokkenen passende hulp te kunnen bieden? Dat is overigens in lijn met de aangenomen motie.

Voorzitter. Ik kom even terug op het ravijnjaar en de bezuinigingen. Veel gemeenten kunnen ook eerst eens goed bij zichzelf kijken waaraan publiek geld gespendeerd wordt. Terwijl veel gemeenten nu weeklagen over het ravijnjaar, kiezen sommige gemeenten er zelf voor om bijvoorbeeld geld te blijven uitgeven aan opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers. Stop dus maar eens met die illegale opvang, in plaats van te klagen. Zelf zie ik als gemeenteraadslid te 's-Hertogenbosch hoe gemeenschapsgeld voor met name prestigeprojecten massaal over de balk verdwijnt: tientallen miljoenen voor een nieuw decadent designmuseum en vele miljoenen extra voor de exploitatie van het Theater aan de Parade, dat onlangs al voor ruim 80 miljoen euro verbouwd is. De gemeente financiert ook hulp voor onder andere Marokko, en de kostbare klimaatambities zijn verstrekkender dan de landelijke klimaatambities, doordat de gemeente al in 2045, dus al eerder dan landelijk, klimaatneutraal wil worden.

Ondernemers krijgen er ondertussen alleen maar meer lasten bij, onder andere door de zero-emissiezone, en voor burgers en bedrijven is de ozb flink verhoogd. Ook al zijn sommige van deze uitgaven als incidenteel te bestempelen, het geld voor bijvoorbeeld zo'n designmuseum kan evengoed worden ingezet voor andere keuzes.

De heer Janssen i (SP):

Voordat we hier de hele gemeentebegroting van de gemeente Den Bosch gaan behandelen, het volgende. Hoor ik de heer Van Hattem eigenlijk zeggen: Den Bosch moet niet zeuren, want ze kunnen het daar allemaal zelf oplossen, en dat geldt ook voor al die andere gemeenten?

De heer Van Hattem (PVV):

Ik wil hier zeker niet de hele gemeentebegroting behandelen. Ik heb Den Bosch alleen als voorbeeld genoemd van een gemeente, die ik toevallig zelf heel goed ken, waar geld over de balk gesmeten blijft worden voor allerlei prestigeprojecten van het D66-college. Dat wil ik eigenlijk als voorbeeld gebruiken. Veel mensen klagen nu over het ravijnjaar dat eraan komt, maar ze kunnen ook flink in eigen vlees snijden. Ik gaf al aan dat de uitkeringen uit het Gemeentefonds in de afgelopen jaren sterk gegroeid zijn. Die worden nu teruggebracht tot het niveau van voor 2023. Het is dus geen onoverkomelijk probleem. Ik zou gewoon willen zeggen: gemeenten, kijk eens waar er bij uzelf te snijden valt in uitgaven, om belastinggeld beter en efficiënter te spenderen.

De heer Janssen (SP):

Dan is het helder dat de heer Van Hattem hier namens de PVV zegt dat gemeenten niet moeten zeuren en het zelf maar moeten oplossen.

De heer Van Hattem (PVV):

Daar maak ik dan wel één nuancering bij. Sommige gemeenten moeten zeker niet zeuren. Maar met het oog op sommige gemeenten, zoals kleinere gemeenten en gemeenten die financieel wat zwakker staan, vraag ik de minister: kijk aan welke knoppen er nog gedraaid kan worden om die gemeenten een redelijke positie te geven. Er zijn echter genoeg gemeenten die het geld van de belastingbetalende burger keihard aan het verspillen zijn. Dan zeg ik: die gemeenten kunnen ook prioriteiten stellen. Het geld dat nu aan een duur theater of een designmuseum wordt uitgegeven, kan beter worden ingezet voor jeugdzorg, Wmo en andere zaken waar de burger echt iets aan heeft.

De heer Lievense i (BBB):

Ik heb ook nog een tijdje deel uitgemaakt van een gemeenteraad. Dat was gelukkig wel van een gemeente waar ik trots op ben, namelijk van het eiland en de gemeente Schouwen-Duiveland. In een gemeenteraad gebeuren er inderdaad ook weleens zaken waarmee je het zelf niet eens bent. Maar dat is lokale democratie. Daarvoor moet u weer toewerken naar de volgende verkiezingen, in 2026. Maar goed, dat even terzijde.

Ik hoorde de heer Van Hattem zeggen dat je ook breder moet kijken. Ik vind dit iets te zwart-wit bekeken vanuit de heer Van Hattem. Hij geeft heel keurig aan dat een aantal jaar geleden het bedrag per inwoner hoger is geworden. Dat klopt ook; dat is exorbitant hoger geworden. Maar dat komt ook door de decentralisaties, door de woede vanuit het Rijk die we wilden om te decentraliseren. Decentralisaties hoeven overigens niet slecht te zijn. Je staat dan dichter bij de burger. Het heeft wel een oorzaak dat die uitkering hoger is geworden. Al het geld dat nu extra is meegekomen, is over het algemeen gewoon geoormerkt in wetgeving en in decentralisatiestukken. Daarop wil ik even een reflectie van de heer Van Hattem. Het grootste gedeelte van dat geld kan helemaal niet uitgegeven worden aan zaken waarmee ik het soms niet eens ben, of waarmee u het niet eens bent, en anderen misschien wel. Ik denk dus dat de heer Van Hattem het probleem iets te klein ziet in vergelijking met hoe het echt is. Daarop zou ik graag een reflectie willen.

De voorzitter:

U wou het woord nemen, meneer Van Hattem, maar ik zag mevrouw Moonen ook bij de interruptiemicrofoon staan.

De heer Van Hattem (PVV):

Voorzitter, misschien is het handiger dat ik eerst even reageer op één interruptie in plaats van dat ik twee interrupties tegelijk behandel. Dat laatste vind ik niet zo heel handig.

De voorzitter:

Mevrouw Moonen stond er zo imperatief, dat ik daar nauwelijks onderuit durfde te komen. Maar als u het goedvindt, gaat u dan vooral uw gang.

De heer Van Hattem (PVV):

Ik wil even reageren op wat de heer Lievense zei. Hij komt overigens van het mooie Schouwen-Duiveland. Misschien maakt hij als zuinige Zeeuw — dit zeg ik met respect, want zuinig zijn op de financiën is namelijk altijd een goeie zaak — iets verstandigere keuzes dan men in het bourgondische Den Bosch doet, waar toch iets meer met het geld gesmeten wordt. Mijn reflectie op de interruptie is als volgt. Het punt dat ook in deze plannen zit, is dat er ontschotting plaatsvindt. Als geld voor bepaalde doelen niet mag worden uitgegeven of als dat speciaal geoormerkt moet worden, dan kan dat breder besteed worden. Ik denk dat dat probleem hiermee voor een deel kan worden ondervangen. Maar ik zeg er nogmaals bij dat ik graag van de minister hoor welke mogelijkheden er zijn om hier als gemeentes beter aan de knoppen te draaien. Als bepaalde zaken in de knel komen, dan kunnen ze op een efficiënte manier zeggen: wij kunnen hier schuiven zonder dat het Rijk straks gaat zeggen dat we ons op bepaalde punten moeten verantwoorden. Ik houd namelijk ook niet van onnodige bureaucratische eisen.

De voorzitter:

Mevrouw Moonen, ik wou alleen even zeggen: het verlangen moet rijpen. Ik geef de heer Lievense dus nog even het woord.

De heer Lievense (BBB):

Sorry, maar ik heb nog even een vervolgvraag. Ik ben het ermee eens. We hebben het vooral over het SPUK-overzicht en het Gemeentefonds wat betreft al die maatregelen die we nu gaan nemen. Maar alleen die maatregelen zijn niet voldoende voor het overgrote deel van de taken van de gemeenten. Dan heb ik het echt over medebewindstaken, die wij hier, als Staten-Generaal, in wetgeving met elkaar hebben afgesproken. Daarvoor komt er gewoon te weinig geld. Het is dus een en-enverhaal. Het is geen keuzepalet, ben ik bang.

De heer Van Hattem (PVV):

Ik kijk er toch iets anders naar. Gemeentes kunnen op sommige punten ook gewoon zelf beter prioriteiten stellen. Dan moet er misschien toch een keer op bepaalde zaken meer bezuinigd worden. Dan moet er misschien iets minder geld worden uitgegeven aan klimaatambities en zo. In heel veel gemeentebegrotingen valt gewoon nog heel fors te snijden.

Mevrouw Moonen i (D66):

De heer Van Hattem begon zo verstandig. Ik dank hem voor het feit dat de PVV de motie van D66 over personen met verward gedrag heeft gesteund. Daarmee begon hij zijn betoog. Maar daarna ging hij door over de gemeente Den Bosch. Hij noemde dat "een D66-college". U zit zelf in de raad, meneer Van Hattem, dus ik denk dat u heel goed weet hoe dat college van B en W is opgebouwd. Misschien kunt u aan de aanwezigen hier nog even melden wie er in het college van de gemeente Den Bosch zitten.

De heer Van Hattem (PVV):

Ik noem het "een D66-college", omdat D66 de grootste fractie in die gemeenteraad is. Dat is ook de leidende partij in dat college. Zij hebben destijds zelfs de heer Pechtold als landelijk boegbeeld ingevlogen om dat college te laten vormen bij het informatieproces; vandaar dat ik dat het stempel "D66-college" waardig vind. Daarom noem ik het zo. Maar inderdaad zitten ook de VVD, het CDA en als lokale partij Rosmalens Belang erin. GroenLinks-PvdA zit er ook nog in. Het is dus een breed college met heel veel partijen die op lokaal niveau toch een beetje in hetzelfde schuitje zitten.

De voorzitter:

Mevrouw Moonen? Nee? Dan is het laatste woord aan u, meneer Van Hattem. Dat deed ik in mijn vorige beroep overigens wel vaker: mensen het laatste woord gunnen.

De heer Van Hattem (PVV):

Voorzitter. Mijn klok was daarnet doorgelopen, maar ik heb nog een heel klein blokje. Tot slot wilde ik nog iets zeggen over de VNG, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De VNG ontvangt zelf ook allerlei subsidies van BZK. Desondanks dreigde de VNG onlangs met rechtszaken vanwege de bezuinigingen. De VNG draait zelf ook grotendeels op gemeentelijke bijdragen. De kosten van dit bestuurdersbolwerk, met een begroting van zo'n slordige 140 miljoen euro, zijn ook niet gering, getuige alleen al hun dure glossy VNG Magazine, dat wekelijks bij heel bestuurlijk Nederland in de bus valt. Het zou voor gemeenten dan ook een goed idee zijn om eens op dit bestuurdersbolwerk te bezuinigen. In plaats daarvan betalen gemeenten dit jaar een contributieverhoging van 5,2% aan de VNG. Dus ik zou zeggen: zet ook eens het mes in die VNG-kliek.

Voorzitter. De PVV-fractie zal het wetsvoorstel over het Gemeentefonds 2025 van harte steunen. Tot zover in deze termijn.

De voorzitter:

Meneer Van Hattem, dank u vriendelijk. Dan geef ik nu het woord aan de heer Lievense van de BBB.