E030161 - Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende oneerlijke "business-to-consumer"-handelspraktijken op de interne markt en tot wijziging van de richtlijnen 84/450/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG (richtlijn oneerlijke handelspraktijken)
De kaderrichtlijn die de Europese Commissie na uitgebreide consultaties voorstelt bevat de volgende kernelementen:
Definitie van oneerlijke handelspraktijken;
misleidend (handelingen/omissies) of agressief of vallend onder algemeen verbod;
vereenvoudiging d.m.v. algemeen verbod;
Interne Markt-clausule;
volledige harmonisatie t.a.v. "business-to-consumer"praktijken met een voldoende hoog niveau van consumentenbescherming;
uit de richtlijn misleidende reclame worden de bepalingen met betrekking tot "business-to-consumer" in deze kaderrichtlijn opgenomen.
Toezicht op de naleving van de bepalingen van de richtlijn kan door de lidstaten worden overgelaten aan de "eigenaren" van gedragscodes, of gestalte krijgen door handhavingsmechanismen en sancties.
Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.
Europees
De Raad heeft op 18 april 2005 Richtlijn 2005/29/EG aangenomen. De richtlijn is gepubliceerd in Pb EU L 149 op 11 juni 2005.
document Europese Commissie
COM(2003)356, d.d. 18 juni 2003
rechtsgrondslag
EG-Verdrag artikel 95
commissies Eerste Kamer
beleidsterreinen
Richtlijn 2005/29/EG diende voor 12 juni 2007 te zijn geïmplementeerd.
Het wetsvoorstel dat dient ter implementatie (kamerstuk nummer 30928 Aanpassing van de Boeken 3 en 6 van het Burgerlijk Wetboek en andere wetten aan de richtlijn betreffende ondeerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt ) werd op 6 november 2007 afgedaan door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 23 september 2008 zonder stemming aangenomen.
Bron: Kwartaaloverzicht omzetting EG-richtlijnen, stand per 1 oktober 2008.
De commissie Europese Samenwerkingsorganisaties heeft in haar vergadering van 21 oktober 2003 besloten deze ontwerprichtlijn onder de aandacht te brengen van de commissies Justitie en Economische Zaken.
De commissies voor Justitie en Economische Zaken hebben het onderhavige voorstel voor kennisgeving aangenomen.
De regering vraagt in fiche 13 zich af of oneerlijke handelspraktijken werkelijk een belemming vormen voor het functioneren van de interne markt en stelt de noodzaak van een kaderrichtlijn ter discussie. Bovendien acht de regering de regeling te gedetailleerd (bijlage I).
Op 18 juni 2003 heeft de Europese Commissie deze ontwerprichtlijn gepubliceerd.
De Commissie schetst het voortraject: groenboek COM(2001)531, follow-up COM(2002)289, resoluties van Raad en Europees Parlement en beargumenteert de noodzaak van een kaderrichtlijn. De stagnerende prijsconvergentie (prijsverschillen +/- 40% tov EU-gemiddelde versus +/- 5% t.o.v. nationaal gemiddelde) zou door grensoverschrijdend winkelen en elektronische handel weer op gang komen. De consumenten laten in enquêtes weten dat lagere consumentenbescherming, maar ook onduidelijkheid over consumentenbescherming in andere lidstaten een belemmering vormen om in andere lidstaten te kopen. De uiteenlopende regels zijn voor ondernemers een belemmering om klanten in andere lidstaten te werven.
De benadering van de richtlijn steunt volgens de Commissie op de volgende kernelementen:
Definitie van oneerlijke handelspraktijken; misleidend (handelingen/omissies) of agressief of vallend onder algemeen verbod;
vereenvoudiging d.m.v. algemeen verbod: de praktijk moet strijdig zijn met de vereisten van professionele toewijding, de gemiddelde consument (jurisprudentie Hof van Justitie) geldt als referentiepunt, rekening houden met sociale, culturele, taalkundige kenmerken doelgroep mag; de praktijk moet het economisch gedrag van de consument (waarschijnlijk) wezenlijk verstoren;
Interne Markt-clausule: handelaars hoeven alleen te voldoen aan de vereisten van het land van oorsprong, andere lidstaten mogen geen aanvullende eisen stellen;
volledige harmonisatie t.a.v. "business-to-consumer"praktijken met een voldoende hoog niveau van consumentenbescherming;
Uit de richtlijn misleidende reclame worden de bepalingen met betrekking tot "business-to-consumer" in deze kaderrichtlijn opgenomen.
Toezicht op de naleving van de bepalingen van de richtlijn kan door de lidstaten worden overgelaten aan de "eigenaren" van gedragscodes, of gestalte krijgen door handhavingsmechanismen en sancties.
Er is een bijlage met een beknopte zwarte lijst van handelspraktijken bijgevoegd.
De Raad heeft op 18 april 2005 Richtlijn 2005/29/EG aangenomen en vervolgens met het Europees Parlement ondertekend op 11 mei 2005.
Tijdens de Raad van 17-18 mei 2004 heeft de raad met gekwalificeerde meerderheid een politiek akkoord bereikt over zijn gemeenschappelijk standpunt over de ontwerp-richtlijn betreffende oneerlijke "business-to-consumer"-handelspraktijken op de interne markt . Het akkoord over deze "richtlijn oneerlijke handelspraktijken" is bereikt op basis van een gewijzigd compromispakket van het voorzitterschap. Zodra de tekst officieel is aangenomen zal het voor tweede lezing aan het Europees Parlement worden voorgelegd.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.