Dit wetsvoorstel voorziet in de instelling van een zelfstandig college als uitvoeringsorgaan voor de toelating van bestrijdingsmiddelen: het CTB. De besluitvorming over toelating van bestrijdingsmiddelen wordt daarmee verzelfstandigd.
Zo wordt een wenselijk geachte scheiding van beleidsvaststelling en beleidsuitvoering inzake bestrijdingsmiddelen verkregen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 15 oktober 1998 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 10 november 1998 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
18 juli 1997titel
Wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 in verband met de instelling van een College voor de toelating van bestrijdingsmiddelenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat per onderdeel kan verschillen
-
-Het CTB krijgt de status van zelfstandig bestuursorgaan, met eigen rechtspersoonlijkheid.
-
-Toch vindt de 'beleidsmatige aansturing' plaats door de verantwoordelijke bewindspersonen, op basis van bevoegdheden die bij of krachtens de wet toegekend worden.
-
15 oktober 1998
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 1998/1999, nr. 15: blz. 865-866