Dit wetsvoorstel verhoogt de ouderenaftrek en de aanvullende ouderenaftrek in de inkomstenbelasting en de loonbelasting met ingang van 1 juli 1997 en 1 januari 1998.
Door deze verhoging gaan zowel gehuwde, samenwonende als alleenstaande ouderen er op AOW-niveau 1% in koopkracht op vooruit.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 26 juni 1997 zonder beraadslaging en zonder stemming door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 9 september 1997 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 401 van 25 september 1997.
ingediend
15 mei 1997titel
Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met een verhoging van de ouderenaftrek en de aanvullende ouderenaftrekschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
De artikelen I en II treden in werking op de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst en werken terug tot en met 1 juli 1997. De artikelen III en IV treden in werking met ingang van 1 januari 1998.
1
-
26 juni 1997
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 1996/1997, nr. 34: blz. 6835