Dit voorstel van rijkswet regelt het verkrijgen, verlenen en verlies van de Nederlandse nationaliteit. Nederlanders die huwen met een partner van een andere nationaliteit verliezen het Nederlanderschap niet als hun echtgenoot de aangenomen nationaliteit heeft.
Ook een Nederlander, geboren in een ander land, die daar zijn hoofdverblijf had toen hij de andere nationaliteit verkreeg blijft Nederlander. Dit voorstel is in overeenstemming met het Tweede Protocol bij het Verdrag van Straatsburg waar Nederland partij bij is.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 14 maart 2000 aangenomen door de Tweede Kamer. De fractie van het CDA stemde tegen.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 19 december 2000 zonder stemming aangenomen.
Het wetsvoorstel is gezamenlijk met wetsvoorstel 26.990 plenair behandeld.
ingediend
14 februari 1998titel
Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot de verkrijging, de verlening en het verlies van het Nederlanderschapschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- staatssecretaris van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
5
-
14 maart 2000
stemming (aangenomen, tegen: CDA) Handelingen TK 1999/2000, nr. 55 : blz. 3915-3916 -
17 februari 2000
voortzetting behandeling Handelingen TK 1999/2000, nr. 51: blz. 3695-3699 -
17 februari 2000
voortzetting behandeling Handelingen TK 1999/2000, nr. 51: blz. 3676-3693 -
17 februari 2000
voortzetting behandeling Handelingen TK 1999/2000, nr. 51: blz. 3663-3675 -
16 februari 2000
behandeling Handelingen TK 1999/2000, nr. 50: blz. 3627-3649