Dit voorstel wijzigt de Waarborgwet 1986 met betrekking tot de Dienst van de Waarborg.
Deze dienst had tot taak het waarborgen en stempelen van edelmetalen voorwerpen, toezicht houden op de naleving van Waarborgwet 1950 en de opsporing van overtredingen op het terrein van de waarborg.
Gezien de ontwikkelingen op Europees en nationaal niveau wordt het wenselijk geacht om de handhaving van de Waarborgwet los te koppelen van de keuring van edelmetalen werken. Hiertoe wordt het toezicht ondergebracht bij een aparte rechtspersoon en wordt de Dienst van de Waarborg ontheven van deze taak.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 11 april 2000 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 2 oktober 2001 zonder stemming aangenomen.
De wet is opgenomen in Staatsblad 514 van 8 november 2001.
De inwerkingtreding artikelen I en II is opgenomen in Staatsblad 108 van 28 februari 2002.
Op 26 maart 2002 interpelleerde de heer Hofstede (CDA) de staatssecretaris over de tijdens de behandeling in de Eerste Kamer toegezegde wijziging van de waarborgwet.
Op 17 juni 2002 heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken de Wijziging van de Waarborgwet 1986 met betrekking tot het afschaffen van de gehaltespeilingen (28.441) ingediend.
ingediend
21 oktober 1998titel
Wijziging van de Waarborgwet 1986 met betrekking tot de uitoefening van toezicht op de nalevingschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- staatssecretaris van Economische Zaken
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, met uitzondering van artikel III, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
-
11 april 2000
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 1999/2000, nr. 67 , blz. 4557 -
4 april 2000
behandeling Handelingen TK 1999/2000, nr. 64, blz. 4459-4465