Dit voorstel van wet regelt de goedkeuring van het op 1 februari 1995 te Straatsburg tot stand gekomen Kaderverdrag (Trb. 1995, 197) inzake de bescherming van nationale minderheden.
Het verdrag heeft tot doel minderheden de garantie te geven van gelijke behandeling voor de wet en geeft nationale minderheden het recht op het ontwikkelen van hun eigen cultuur en het behoud van die indentiteit, religie, talen en tradies. In Nederland zijn alleen de Friezen nationale minderheden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 28 maart 2000 aangenomen door de Tweede Kamer. De fractie van de SGP stemde tegen.
De plenaire behandeling door de Eerste Kamer is begonnen op 29 mei 2001. Deze behandeling is op verzoek van de minister geschorst voor nader beraad van de regering. De voortzetting van de plenaire behandeling vond plaats op 30 november 2004 en het voorstel is op die dag zonder stemming aangenomen.
Tijdens de behandeling op 30 november 2004 is de motie-Platvoet (GroenLinks) c.s. inzake de definiëring van Roma en Sinti als nationale minderheid (EK, A) ingediend. Deze motie is op 7 december 2004 verworpen na stemming bij zitten en opstaan. PvdA, GroenLinks, SP en OSF stemden voor.
ingediend
4 februari 1999titel
Goedkeuring van het op 1 februari 1995 te Straatsburg tot stand gekomen Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderhedenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister voor Grotesteden- en Integratiebeleid
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
2
-
28 maart 2000
stemming (aangenomen, tegen: SGP) Handelingen TK 1999/2000, nr. 61: blz. 4242 -
15 maart 2000
behandeling Handelingen TK 1999/2000, nr. 56: blz. 3966-3983