Dit voorstel wijzigt de Overgangswet elektriciteitsproductiesector en de Wet op de economische delicten.
Met dit voorstel wordt beoogd de financiering van de niet-marktconforme kosten van de sector te laten plaatsvinden uit de algemene middelen in plaats van die kosten te financieren uit de opbrengst van een aan alle afnemers van elektriciteit op te leggen toeslag. De regering heeft besloten tot deze wijziging na geuite bezwaren van de Europese Commissie.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 18 december 2002 aangenomen door de Tweede Kamer. De fractie van de SP stemde tegen.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 1 juli 2003 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. GroenLinks en SP stemden tegen. Tijdens de behandeling zijn twee moties ingediend.
De Motie-Van der Lans (GroenLinks) inzake het horen van de Raad van State als een ingediend wetsvoorstel door de regering ingrijpend gewijzigd is (28.174 EK nr. 110f) is na stemming bij zitten en opstaan verworpen. PvdA, GroenLinks, SP en D66 stemden voor.
De Motie-Kox (SP) inzake de privatiseringsdatum van gas- en elektriciteitsnetwerken (28.174 EK nr. 110g) is eveneens na stemming bij zitten en opstaan verworpen. PvdA, CDA, VVD, ChristenUnie, SGP en D66 stemden tegen.
ingediend
21 december 2001titel
Wijziging van de Overgangswet elektriciteitsproductiesector in verband met de financiering van de tegemoetkoming aan de elektriciteitsproductiesector uit de algemene middelen en van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet omwille van de correctie van enkele tariefbepalingen alsmede in verband met een tijdelijk verbod van privatisering van netwerkbedrijvenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Economische Zaken
inwerkingtreding
-
1.Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
-
2.De artikelen IIA, onderdelen A, B, en C en IIB, onderdelen A, AA, B, C en D treden in werking met ingang van het tijdstip, bepaald in het koninklijk besluit, bedoeld in het eerste lid, en werken terug tot en met 1 januari 2001
-
3.De besluiten tot vaststelling van de tarieven en van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering die in 2002 worden vastgesteld krachtens de artikelen 41 en 58 van de Elektriciteitswet 1998 en 26 en 80 van de Gaswet, treden in werking met ingang van het tijdstip, bepaald in het koninklijk besluit, bedoeld in het eerste lid, en werken terug tot en met 1 januari 2001
1