Dit wetsvoorstel bevat de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2004 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Het voorstel is op 16 december 2003 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 17 februari 2004 zonder stemming aangenomen. De plenaire behandeling (exclusief onderdeel Koninkrijksrelaties) vond plaats aan de hand van de thema's veiligheid en modernisering overheid.
De wet is opgenomen in Staatsblad 171 van 29 april 2004.
ingediend
16 september 2003titel
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2004schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
inwerkingtreding
Met ingang van 1 januari van het jaar waarop de vaststelling van de begroting betrekking heeft. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.
-
-
18 januari 2005
voortzetting behandeling van het advies van de Raad van State d.d. 17 oktober 2003 en het nader rapport van de Raad van State d.d. 12 november 2003 over artikel 137 van de Grondwet (29.200 VII, TK nr. 36) Handelingen EK 2004/2005, nr. 12, blz; 568-573 -
14 december 2004
behandeling van het advies van de Raad van State d.d. 17 oktober 2003 en het nader rapport van de Raad van State d.d. 12 november 2003 over artikel 137 van de Grondwet (29.200 VII, TK nr. 36) Handelingen EK 2004/2005, nr. 10, blz: 433-459 -
-
17 februari 2004
behandeling en stemming (aangenomen) Handelingen EK 2003/2004, nr. 18, blz: 863-914 -